"Dua" is een Arabisch woord. "Dua" betekent letterlijk smeekbede, verzoek of supplicatie in het Arabisch. Het is het gebed waarin men God vraagt om gunsten en behoeften. Afgeleide term: "Dawa" (een specifieke Dua - دعوة).

"Dua" in de islam is een daad van aanbidding die wordt uitgevoerd door een persoon die Allah's hulp en bijstand vraagt in een bepaalde kwestie, waarbij men zijn behoefte aan Allah toont en Hem vraagt iets te bereiken of te verschaffen. Het omvat het prijzen van Allah de Almachtige en het toeschrijven van vrijgevigheid aan Hem.

Dua is een van de beste daden van aanbidding, zoals gerapporteerd door de profeet (v.z.m.h.[1]): "Dua is de essentie van aanbidding." En hij zei ook: "Dua op zichzelf is een vorm van aanbidding."

Voor het gebed (dua) zijn er etiquettes en voorwaarden, waaronder het aanroepen van God met Zijn mooie namen (eigenschappen), het vragen aan de Heer uit angst en hoop, met nederigheid, het beginnen van het gebed met "Bismillah" (In de naam van Allah), lofprijzing (Hamd) en zegeningen (Salawat). Maar een persoon kan op elk moment, op elke manier en op elke plaats een gesprek met God voeren. Het gebed (dua) is niet beperkt tot een specifieke tijd en plaats, maar sommige tijden en plaatsen worden als geschikter beschouwd om te bidden.

Een dua is een diepgaand gesprek met God, recht uit het hart van een persoon. Het is geen simpel gebed om te lezen of uit te spreken, maar een diep verlangen dat vanuit het diepst van iemands ziel komt en de betrokkene aanzet tot actie. De beste verzoeken zijn diegene die een langdurig effect hebben op een persoon. Het is zeker goed om Allah, de Almachtige, te vragen om onze dagelijkse behoeften, maar het is vreemd om enkel kleine wereldse gunsten van de Almachtige te verzoeken.

Het Hiernamaals is zonder twijfel beter voor ons dan het wereldse leven [Koran 93:4]. Daarom is het van groot belang om gunsten te vragen die zowel van waarde zijn in deze wereld als in het Hiernamaals. De Ahl Albayt adviseren ons ook om de valkuilen van dergelijke gunsten te beseffen. Bijvoorbeeld, vraag God om kennis, maar zonder egoïsme; vraag om rijkdom, maar verdwaal er niet in; vraag om gezondheid, maar bega geen zonden ermee.

De Ahl-Albayt hebben hun volgers verschillende smeekbeden (dua's) geleerd, en gelukkig zijn veel van deze dua's bewaard gebleven en overgeleverd. In elke dua zit een intentie, betekenis en doel die begrepen en uitgevoerd moeten worden. Zonder aandacht te besteden aan deze doelen en betekenis, heeft dua niet de werking die het zou moeten hebben.

In de onderstaande verzen verwijst Imam Sajjad (vrede zij met hem) naar zeer belangrijke zaken die betrekking hebben op de redding in deze wereld en het hiernamaals.

O Heer, zegen Mohammed en zijn familie en geef mij genade. Ontwar elk vraagstuk dat mijn gedachten in beslag heeft genomen, en leid mij naar een zaak waarover u morgen naar mij zult vragen. Laat mijn tijd gevuld zijn met wat u voor mij hebt gecreëerd en maak mij onafhankelijk en ruimhartig voor mijn voorzieningen. Bekijk mij niet met minachting en maak mij niet trots op mijn eigen dienstbaarheid. Laat het goede en de zegeningen stromen naar alle mensen door mijn handen, vrij van zelfzuchtige intenties, en houd het ver van de duisternis van zelfvoldaanheid.

O Heer, zegen Mohammed en zijn familie, en verhoog mij niet in rang bij mensen, behalve dat ik mezelf in gelijke mate in de nederigheid zal verlagen. Laat me niet duidelijk gerespecteerd worden, behalve dat ik innerlijk nederig ben.

O Heer, zegen Mohammed en zijn familie, en geef mij een gunstige methode waaraan ik me zal houden, zonder deze te vervangen door een ander plan. Leid me op de juiste weg naar de waarheid, zodat ik er niet van afdwaal, en heb mededogen met mij in een oprechte intentie waarin ik niet aan twijfel. Laat me in leven blijven zolang mijn leven wordt besteed aan uw gehoorzaamheid, en neem mijn ziel voordat het uw vijand wordt of uw toorn zich over mij uitstrekt.

O God, laat in mijn wezen geen gebrekkige eigenschap bestaan, behalve dat u het corrigeert en laat mij met geen enkele tekortkoming achter waarvoor ik berispt kan worden, behalve dat u het goedmaakt, en sta geen enkele genade in mij toe die onvolmaakt is, behalve dat u het perfectioneert.

[De twintigste smeekbede uit Sahifa Sajjadiyya]

Wat is zikr:

Zikr (ook wel dhikr) is een Arabisch woord dat 'herinnering', 'gedenking' of 'vermelding' betekent. In de context van het islamitische geloof verwijst zikr naar het gedenken en vermelden van Allah, de Almachtige. Het is een vorm van spirituele oefening waarbij gelovigen zich bewust richten op het herinneren van God, Zijn eigenschappen, Zijn grootheid, Zijn genade, en Zijn zegeningen.

Zikr kan op verschillende manieren worden beoefend, zoals het reciteren van de naam van Allah (bijvoorbeeld 'Allahu Akbar', 'SubhanAllah', 'Alhamdulillah'), het herhalen van bepaalde gebeden, het lezen van verzen uit de Koran, en het mediteren over de attributen van Allah. Het is een manier om de geest en het hart te zuiveren, innerlijke rust te vinden en dichter tot Allah te komen in alle aspecten van het leven en weg te houden van te dwalen in wereldse versieringen.

Wat is een Ziarah:

Ziarah (een "pelgrimagegebed") betekent een dua die we tijdens het bezoek van heilige plaatsen kunnen reciteren en zegeningen verlangen aan Allah (SWT).

[1] Vrede zij met hem is de vertaling van Arabische term “عَلَیهِ‌السَّلام” / “Alayhi al-salām”

Allah (SWT) verhoort onze Dua. In de Koran 40:60 zegt Hij: "En jullie Heer zegt: 'Roep Mij aan, Ik zal jullie verhoren'."

(وَقَالَ رَبُّكُمُ ادْعُونِي أَسْتَجِبْ لَكُمْ)
Het verrichten van Salat (gebed) is de mooiste en beste vorm van Dua, Zikr en Aanbidding.

1. Een paar krachtige herinnering en zegening (Tasbih & Salawat):

De Tasbih van Fatimah (Arabisch: تَسْبِيح فَاطِمَة‎), algemeen bekend als "Tasbih al-Zahra" (Arabisch: تَسْبِيح ‎), is een speciale vorm van Dhikr die wordt toegeschreven aan Syeda Fatema Zehra (vrede zij met haar), de geliefde dochter van de Heilige Profeet (vrede zij met hem en zijn familie).

34 keer herhalen:

(ٱللَّٰهُ أَكْبَرُ)

allāhu ʾakbar,

"God is Groter [dan welke mogelijke beschrijving dan ook]"

33 keer herhalen:

(ٱلْحَمْدُ لِلَّٰهِ‎)

al-ḥamdu lillāhi

"Lof zij God"

33 keer herhalen:

(سُبْحَانَ ٱللَّٰهِ‎)

subḥāna -llahi

"Geprezen zij God"

Imam Jafar Sadiq (as) in Behaarul Anwaar Vol 85, Pg. 334)

Het is een aanbevolen traditie om de volgende verklaring te zeggen na Tasbih al-Zahra':

لاَ إِلٰهَ إِلاَّ ٱللَّهُ

la ilaha illa allahu

Er is geen god dan Allah.

اللّهُمّ صَلّ عَلَى مُحَمّدٍ وَآلِ مُحَمّدٍ

allahumma salli `ala muhammadin wa ali muhammadin

O Allah, zegen Muhammad en de Familie van Muhammad.

Een van de belangrijkste punten tijdens smeekbeden, na het prijzen en verheerlijken van Allah, is het zenden van zegeningen naar Muhammad (v.z.m.h.) en zijn Nakomelingen, de Beschermers van de zaken van de moslims. Het zegenen van de Heilige Profeet (v.z.m.h.) en zijn Nakomelingen neemt een groot deel in van de smeekbeden (ad'iya) die tot ons zijn gekomen.

Er is grote nadruk en aandringen in de islamitische tradities om de Profeet (v.z.m.h.) en zijn Nakomelingen (v.z.m.h.) te zegenen. Daar is een duidelijke reden voor; Allah, de Verhevene, wil dat wij smeekbeden beschouwen als een middel van communicatie tussen de moslims en de Beschermers van hun zaken, en als een middel om stevig vast te houden aan het koord van Beschermerschap (wala') dat Allah tot bescherming voor de moslims heeft gemaakt.

إِنَّ الله وَمَلائِكَتَهُ يُصَلُّونَ عَلَى النَّبِيِّ يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا صَلُّوا عَلَيْهِ وَسَلِّمُوا تَسْلِيمًا

Inna Allaha wa malā'ikatahu yuṣallūna 'alā al-nabī, yā ayyuhā alladhīna āmanū ṣallū 'alayhi wa sallimū taslīmā.

Voorwaar, Allah en Zijn engelen zenden zegeningen naar de Profeet. O jullie die geloven! Stuur zegeningen naar hem [Mohammed] en begroet hem met de gepaste groet. (Koran 33:56)

2. Dit zijn volledige en beknopte dua`s die herhaaldelijk gereciteerd kan worden voor elke behoefte:

اَلْحَمْدُ لِلَّهِ عَلٰی كُلِّ نِعْمَةٍ وَ اَسْتَغْفِرُالله مِنْ كُلِّ ذَنْبٍ وَ اَسْئَلُهُ مِنْ كُلِّ خَيْرٍ وَ أَعُوذُ بِاللَّهِ مِنْ كُلِّ شَرٍّ

alhamdu lillahii ‘ala kulli ne'matin wa astaghfirullaha min kulli zambin,wa asaluhu min kulli khairin,wa a’udhu billahi min kulli sharrin

Alle lof zij aan Allah voor alle zegeningen. Oh Allah, vergeef al onze zonden, geef ons al het goede en houd ons weg van al het slechte.

اَاَللَّهُمَّ اِنِّي اَسْأَلُكَ الْأَمْنَ وَالْإِيْمَانَ فِي الدُّنْيَا وَالْآخِرَةٍ

allahumma inni asaluka wal amna wal eemaana fid-dunya wal aakhera

O Allah, ik vraag U om vrede en geloof in deze wereld en in het hiernamaals.

3. Lady Umme Salma was weduwe in Medina en verkeerde in moeilijkheden toen zij de Heilige Profeet (v.z.m.h.) om een Dua verzocht. De Profeet (v.z.m.h.) vroeg haar om de volgende Dua te reciteren: (Als gevolg van het reciteren van deze dua, werd zij de vrouw van de Heilige Profeet (v.z.m.h.), toen zij geen hoop had op respect en een fatsoenlijk levensonderhoud.)

اِنَّا لِلَّهِ وَإِنَّا إِلِيْهِ راجِعُون، اَللَّهُمَّ اجْعَلْنِى فَرَجاً وَ مَخْرَجًا وَ الرْزُقْنِىْ خَيْرَ مِنْ حَيْثُ اَحْتَسِبُ وَ مِنْ حَيْثُ لَا اَحْتَسِبُ بِحَقِّ مُحَمَّدٍ وَآلِ مُحَمَّدٍ

inna lillahi wa inna ilaihi raji’oon, allahummaj’alni farajan wa makhrajan war zuqni khaira min haithu ahtasibu wa min haithu la ahtasib , bi haqqi Muhammadin wa ali muhammadin

Wij zijn van Allah en zullen tot Hem terugkeren. O Allah, laat mijn zaken vrij zijn van zorgen, maak ze winstgevend en voorzie mij van levensonderhoud vanuit mijn aandeel en vanuit waar ik geen verwachting heb. Omwille van Muhammad en de nakomelingen van Muhammad.

4. Drie korte Dua`s van Imam Taqi Al Jawad (Vrede zij met hem):

1

اللهُ اللهُ رَبِّي اَلرَّحْمَنُ الرَّحِيمُ لَا اُشْرِكُ بِهِ شَيْءً

Allaahu, Allaahu, Rabbi Ar-Rahmanur-Raheemu, Laa ushriku bihi shay'aa

Allah, Allah, mijn Heer, de Meest Genadevolle en de Meest Barmhartige, ik ken geen deelgenoten aan Hem toe.

2

يَا مَنْ يَّكْفِىْ مِنْ كُلِّ شَيْءٍ وَلَا يَكْفِى مِنْهُ شَيْءٌ اِكْفِنِي مَآ أَهَمَّنِي مِمَّا اَنَا فِيْهِ

Yaa may-yakfee min kulli shayin walaa yakfee minhu shayun ikfinee maa ahammanee mimaa anaa feehi

O Hij die voldoende is voor alles, maar niets is voldoende zonder Hem. Wees voldoende voor mij in waar ik me zorgen over maak, in de staat waarin ik me bevind.

3

ٱلْحَمْدُ ُلِلَّهِ الَّذِي خَلَقَنَا مِنْ نُورِهِ بِيَدِهِ وَاسْتَفَانَا مِنْ(م) بَرِيَّتِهِ وَجَعَلَنَا اُمَنَاهُ عَلٰى خَلْقِهِ وَ وَحْيِهِ

alhamdu lillaahil-ladhee khalaqanaa min-noorihee biyadihi wastafaanaa mim bariyyatihi waja`lanaa umanaahu `alaa khalqihee wa-wahyihi

Alle lof zij Allah, die ons schiep uit Zijn Licht met Zijn hand en ons verhief boven Zijn schepselen, en ons aanstelde als bewaarders van Zijn schepping en Zijn openbaring.

5. Een aantal eenvoudige en effectieve Koranverzen voor smeekbeden:

1- Om de angst voor gezaghebbers/leiders te overwinnen: De Imam (vrede zij met hem) vroeg zich af waarom iemand deze woorden niet reciteert als zijn vijanden bedrieglijk tegen hem zijn. Want Allah zegt vervolgens dat toen de gelovigen van het volk van Farao deze woorden reciteerden, Hij hen beschermde tegen het bedrog van hun vijanden. Allah redde hen dus van het kwaad van hun plannen. (Koran 40:45)

وَأُفَوِّضُ أَمْرِي إِلَى اللَّهِ ۚ إِنَّ اللَّهَ بَصِيرٌ بِالْعِبَادِ

Wa ufawwidhu amree ilallaah inallaaha baseerun bil ‘ibad

ik vertrouw mijn zaak toe aan Allah. Voorwaar, Allah ziet Zijn dienaren. (Koran 40:44)

2- Voor Rizq (voorziening): De Imam (as) vroeg zich af waarom iemand, die verlangt naar rijkdom en eigendommen, de volgende woorden niet uitspreekt. Want Allah heeft gezegd dat degenen die deze woorden uitspreken een grote Gunst hebben verkregen.

مَا شَاءَ اللَّهُ لَا قُوَّةَ إِلَّا بِاللَّهِ ۚ

Mashallahu la quwwata illa billah

Het is zoals Allah heeft gewild, er is geen macht behalve bij Allah. (Surah Kahf, vers 39)

3- Voor Verdriet/Lijden: De Imam (as) was verbaasd waarom mensen de volgende woorden niet reciteren, die Profeet Yunus (as) reciteerde toen hij in de buik van de vis was. Allah zegt dat Hij het gebed van Yunus heeft gehoord en hem verlichting heeft gegeven van zijn moeilijkheid.

لَّا إِلَٰهَ إِلَّا أَنتَ سُبْحَانَكَ إِنِّي كُنتُ مِنَ الظَّالِمِينَ

Laa ilaaha ilaa anta subhanaka innee kuntu minadhaalimeen

Alle lof zij Allah, die ons schiep uit Zijn Licht met Zijn hand en ons verhief boven Zijn schepselen, en ons aanstelde als bewaarders van Zijn schepping en Zijn openbaring. (Koran 21:87)

4- Andere kwesties/behoeften: Omdat Allah daarna heeft beloofd om de gebeden van de gelovigen te verhoren.

حَسْبُنَا اللَّهُ وَنِعْمَ الْوَكِيلُ

Hasbunallahu wa n’emal wakeel

"Allah is voor ons voldoende en Hij is de beste Beschermer." (Koran 3:173)

رَبَّنَآ ءَاتِنَا فِى ٱلدُّنْيَا حَسَنَةًۭ وَفِى ٱلْـَٔاخِرَةِ حَسَنَةًۭ وَقِنَا عَذَابَ ٱلنَّار

Rabbana atina fid-dunya hasanatan wa fil 'akhirati hasanatan waqina 'adhaban-nar"

(Onze Heer, schenk ons het goede in deze wereld en het goede in het Hiernamaals, en bescherm ons tegen de bestraffing van het Vuur). (Koran 2:201)

رَبَّنَا ٱغْفِرْ لِى وَلِوَٰلِدَىَّ وَلِلْمُؤْمِنِينَ يَوْمَ يَقُومُ ٱلْحِسَابُ

"Rabbighfir li wa li walidayya wa lil mu'mineena yawma yaqumul hisab"

(Mijn Heer, vergeef mij, mijn ouders en de gelovigen op de Dag waarop de afrekening zal plaatsvinden). [Quran 14:41]

امن يجيب المضطر إذا دعاه ويكشف السوء

Amman yujeebu al-mudtarra idha da'ahu wayakshifu al-su'a.

De vertaling ervan is: "Is er naast Allah iemand anders die de benarde persoon verhoort wanneer hij Hem aanroept en het kwaad verwijdert?" (Koran 27:62)

Dua Faraj: Gebed voor Verlossing

Deze smeekbede wordt overgeleverd door Kulayni in zijn boek al-Kafi, via Muhammad ibn Isa. Ook vermeldt hij dat dit afkomstig is van de Salihan, wat verwijst naar de Imams van het sjiitische islamitische geloof, zonder specifieke namen te noemen. Het lijkt erop dat er andere overleveraars waren tussen Muhammad ibn Ya'qub al-Kulayni en Muhammad bin Isa ibn 'Ubaid, maar deze zijn weggelaten uit de overleveringsketen vanwege de context. Deze overlevering omvat Ahmad ibn Muhammad 'Asemi en Ali ibn Hasan ibn Ali ibn Fazzāl. Daarnaast is de Du'a "Allahumma kun li-waliyyik" ook genoemd door andere geleerden, zoals Sayyid ibn Tavus, Kaf'ami, en anderen.

بِسْمِ ٱللَّهِ ٱلرَّحْمٰنِ ٱلرَّحِيم

Bismillahi ’r-rahmani ’r-rahim

In de Naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

اللّهُمّ كُنْ لِوَلِيّكَ الحُجّةِ ابْنِ الحَسَنِ

allahumma kun le-waliyyekal hujjatibnil hasane

O Allah, wees, voor Uw vertegenwoordiger, de Hujjat (bewijs), zoon van Al-Hassan,

صَلَوَاتُكَ عَلَيْهِ وَعَلَى آبَائِهِ

salawaatoka a'layhe wa a'laa aaabaa-ihi

Uw zegeningen zij met hem en zijn voorouders,

فِي هذِهِ السَّاعَةِ وَفي كُلّ سَاعَةٍ

fee haazehis saa'te wa fee kulle saa'tin

in dit moment en in elk moment,

وَلِيّاً وَحَافِظاً

waliyyawn wa haafezawn

een beschermer, een beschermer,

وَقَائِداً وَنَاصِراً

wa qaa-edawn wa naaserawn

een leider, een helper,

وَدَلِيلاً وَعَيْناً

wa daleelawn wa a'ynan

een bewijs en een oog.

حَتَّى تُسْكِنَهُ أَرْضَكَ طَوْعاً

hattaa tuskenahu arzaka taw-a'n

Totdat U hem op Uw aarde met gehoorzaamheid vestigt

وَتُمَتّعَهُ فِيهَا طَوِيلاً

wa tomatte-a'hu feehaa taweelaa.

En U laat hem daar voor lange tijd leven.

Dua Ahd: Verlangende aanroep van trouw

Imam Sadiq (v.z.m.h.) vertelt dat "degene die deze smeekbede 40 ochtenden reciteert, zal gerekend worden tot de helpers van Imam Mahdi (a.t.f.s[1]). En als hij toevallig sterft voor de verschijning van Imam Mahdi (), zal Allah hem opwekken uit zijn graf zodat hij de heilige Imam (a.t.f.s) kan bijstaan.

Zoals de titel suggereert, is deze smeekbede van trouw (ahad) aan de heilige Imam (a.t.f.s). Door het elke ochtend te reciteren, wordt deze verbintenis vernieuwd.

Er is een vurig beroep aan Allah om hem de eer te verlenen om de Imam (a.t.f.s) te zien. Hierin wordt ook erkend dat de moeilijkheden van deze natie alleen kunnen worden opgelost door de verschijning van Imam (a.t.f.s) en dat gelovigen het als nabij zien, terwijl anderen het als ver weg beschouwen.

[1] a.t.f.s. is afkorting van het Arabische term عجل الله فرجه الشريف / “ajjallaahu ta'aalaa farrajahu ash-sharif” en betekent “Moge Allah Zijn nobele verlossing bespoedigen” en wordt alleen gebruikt voor Imam Al-Mahdi.

اَللَّهُمَّ رَبَّ النُّورِ الْعَظِيمِ

Allahumma rabba alnnuri al`azimi

O Allah, Heer van het Grote Licht,

وَرَبَّ الْكُرْسِيِّ الرَّفِيعِ

wa rabba alkursiyyi alrrafi`i

Heer van de Verheven Troon,

وَرَبَّ الْبَحْرِ الْمَسْجُورِ

wa rabba albahri almasjuri

Heer van de gezwollen oceaan,

وَمُنْزِلَ التَّوْرَاةِ وَالْإِنْجِيلِ وَالزَّبُورِ

wa munzila alttawrati wal-injili wallzzaburi

Openbaarder van de Torah, het Evangelie en de Psalmen,

وَرَبَّ الظِّلِّ وَالْحَرُورِ

wa rabba alzzilli walharuri

Heer van schaduw en hitte,

وَمُنْزِلَ الْقُرْآنِ الْعَظِيمِ

wa munzila alqur'ani al`azimi

Openbaarder van de Grote Koran,

وَرَبَّ الْمَلَائِكَةِ الْمُقَرَّبِينَ

wa rabba almala'ikati almuqarrabina

Heer van de dichtbij zijnde Engelen,

وَالْأَنْبِيَاءِ وَالْمُرْسَلِينَ

wal-anbiya'i walmursalina

en de Profeet, en de Boodschappers:

اَللَّهُمَّ إِنِّي أَسْأَلُكَ بِاسْمِكَ الْكَرِيمِ

allahumma inni as'aluka bismika alkarimi

O Allah, ik smeek U bij Uw Edele Naam,

وَبِنُورِ وَجْهِكَ الْمُنِيرِ

wa binuri wajhika almuniri

bij het Licht van Uw stralende Gezicht

وَمُلْكِكَ الْقَدِيمِ

wa mulkika alqadimi

en Uw Eeuwige Koninkrijk.

يَا حَيُّ يَا قَيُّومُ

ya hayyu ya qayyumu

O Levende, O Zelfbestaande!

أَسْأَلُكَ بِاسْمِكَ الَّذِي أَشْرَقَتْ بِهِ السَّمَاوَاتُ وَالْأَرْضُونَ

as'aluka bismika alladhi ashraqat bihi alssamawatu wal-araduna

Ik vraag U bij Uw Naam waarmee de hemelen en aarde verlicht zijn,

وَبِاسْمِكَ الَّذِي يَصْلَحُ بِهِ الْأَوَّلُونَ وَالْآخِرُونَ

wa bismika alladhi yasluhu bihi al-awwaluna wal-akhiruna

en bij Uw Naam waarmee de vroegere en latere generaties rechtgeleid zijn!

يَا حَيّاً قَبْلَ كُلِّ حَيٍّ

ya hayyan qabla kulli hayyin

O Levensonderhouder voor ieder levend wezen vóór hun bestaan,

وَيَا حَيّاً بَعْدَ كُلِّ حَيٍّ

wa ya hayyan ba`da kulli hayyin

en O Levensonderhouder na hun uitsterven,

وَيَا حَيّاً حِينَ لا حَيٌّ

wa ya hayyan hina la hayyu

O Levensonderhouder zelfs wanneer er geen leven is!

يَا مُحْيِيَ الْمَوْتَىٰ وَمُمِيتَ الْأَحْيَاءِ

ya muhyiya almawta wa mumita al-ahya'i

O Hij Die de doden tot leven wekt en de levenden doet sterven!

يَا حَيُّ لا إِلٰهَ إِلاَّ أَنْتَ

ya hayyu la ilaha illa anta

O Levengevende! Er is geen god behalve U.

اَللَّهُمَّ بَلِّغْ مَوْلاَنَا ٱلإِمَامَ ٱلْهَادِيَ ٱلْمَهْدِيَّ ٱلْقَائِمَ بِأَمْرِكَ

allahumma balligh mawlana al-imama alhadiya almahdiyya alqa'ima bi'amrika

O Allah, breng onze meester, Imam Al-Mahdi, de gids die Uw bevelen zal uitvoeren, over,

صَلَوَاتُ ٱللَّهِ عَلَيْهِ وَعَلَىٰ آبَائِهِ ٱلطَّاهِرِينَ

salawatu allahi `alayhi wa `ala aba'ihi alttahirina

moge de zegeningen van Allah op hem en zijn zuivere voorouders zijn,

عَنْ جَمِيعِ ٱلْمُؤْمِنِينَ وَٱلْمُؤْمِنَاتِ

`an jami`i almu'minina walmu'minati

namens alle gelovige mannen en vrouwen,

فِي مَشَارِقِ ٱلأَرْضِ وَمَغَارِبِهَا

fi mashariqi al-ardi wa magharibiha

in het oosten en het westen van de aarde,

سَهْلِهَا وَجَبَلِهَا

sahliha wa jabaliha

zowel in vlaktes als bergen,

وَبَرِّهَا وَبَحْرِهَا

wa barriha wa bahriha

op het land en op zee,

وَعَنِّي وَعَنْ وَالِدَيَّ

wa `anni wa `an walidayya

en namens mijn ouders,

مِنَ ٱلصَّلَوَاتِ زِنَةَ عَرْشِ ٱللَّهِ

min alssalawati zinata `arshi allahi

(conveyeer aan hem) zegeningen gelijk aan het gewicht van de Troon van Allah,

وَمِدَادَ كَلِمَاتِهِ

wa midada kalimatihi

zoveel als de inkt van Zijn Woorden,

وَمَا أَحْصَاهُ عِلْمُهُ وَأَحَاطَ بِهِ كِتَابُهُ

wa ma ahsahu `ilmuhu wa ahata bihi kitabuhu

en zoveel als datgene wat door Zijn kennis wordt geteld en door Zijn Boek wordt omvat.

اَللَّهُمَّ إِنِّي أُجَدِّدُ لَهُ فِي صَبِيحَةِ يَوْمِي هٰذَا

allahumma inni ujaddidu lahu fi sabihati yawmi hadha

O Allah, ik vernieuw op deze dag in de vroege ochtend

وَمَا عِشْتُ مِنْ أَيَّامِي

wa ma `ishtu min ayyami

en gedurende alle dagen van mijn leven een toewijding,

عَهْداً وَعَقْداً وَبَيْعَةً لَهُ فِي عُنُقِي

`ahdan wa `aqdan wa bay`atan lahu fi `unuqi

een belofte, een verbond, en een trouw aan hem,

لا أَحُولُ عنها وَلا أَزُولُ أَبَداً

la ahulu `anhu wa la azulu abadan

waarvan ik me nooit zal afkeren of waarvan ik nooit zal veranderen.

اَللَّهُمَّ ٱجْعَلْنِي مِنْ أَنْصَارِهِ

allahumma ij`alni min ansarihi

O Allah, maak mij tot een van zijn supporters,

وَأَعْوَانِهِ وَٱلذَّابِّينَ عَنْهُ

wa a`wanihi waldhdhabbina `anhu

zijn helpers, verdedigers,

وَٱلْمُسَارِعِينَ إِلَيْهِ فِي قَضَاءِ حَوَائِجِهِ

walmusari`ina ilayhi fi qada'i hawa'ijihi

degenen die zich haasten om zijn bevelen uit te voeren,

وَٱلْمُمْتَثِلِينَ لأَوَامِرِهِ

walmumtathilina li'awamirihi

zij die zijn orders opvolgen,

وَٱلْمُحَامِينَ عَنْهُ

walmuhamina `anhu

zij die hem beschermen,

وَٱلسَّابِقِينَ إِلَىٰ إِرَادَتِهِ

walssabiqina ila iradatihi

zij die anderen voorgaan in het uitvoeren van zijn wil,

وَٱلْمُسْتَشْهَدِينَ بَيْنَ يَدَيْهِ

walmustashhadina bayna yadayhi

en zij die voor hem zullen sterven als martelaren.

اَللَّهُمَّ إِنْ حَالَ بَيْنِي وَبَيْنَهُ ٱلْمَوْتُ ٱلَّذِي جَعَلْتَهُ عَلَىٰ عِبَادِكَ حَتْماً مَقْضِيّاً

allahumma in hala bayni wa baynahu almawtu alladhi ja`altahu `ala `ibadika hatman maqdiyyan

O Allah, als de dood die U onvermijdelijk en zeker hebt opgelegd aan Uw dienaren tussen mij en hem staat,

فَأَخْرِجْنِي مِنْ قَبْرِي مُؤْتَزِراً كَفَنِي

fa'akhrijni min qabri mu'taziran kafani

haal me dan uit mijn graf terwijl ik mijn doodskleed vasthoud,

شَاهِراً سَيْفِي

sharihan sayfi

met mijn zwaard in mijn hand,

مُجَرِّداً قَنَاتِي

mujarridan qanati

mijn lans gereed,

مُلَبِّياً دَعْوَةَ ٱلدَّاعِي فِي ٱلْحَاضِرِ وَٱلْبَادِي

mulabbiyan da`wata aldda`i filhadiri walbadi

en reagerend op de oproep van de Oproeper, aanwezig of ver weg.

اَللَّهُمَّ أَرِنِي ٱلطَّلْعَةَ ٱلرَّشِيدَةَ

allahumma arini alttal`ata alrrashidata

O Allah, laat mij zijn glorieuze verschijning zien

وَٱلْغُرَّةَ ٱلْحَمِيدَةَ

walghurrata alhamidata

en zijn lovenswaardige voorhoofd,

وَٱكْحُلْ نَاظِرِي بِنَظْرَةٍ مِنِّي إِلَيْهِ

wakhul naziri binazratin minni ilayhi

laat mijn ogen genieten door naar hem te kijken.

وَعَجِّلْ فَرَجَهُ

wa `ajjil farajahu

En verhaast zijn verlossing,

وَسَهِّلْ مَخْرَجَهُ

wa sahhil makhrajahu

en maak zijn komst gemakkelijk,

وَأَوْسِعْ مَنْهَجَهُ

wa awsi` manhajahu

en maak zijn pad ruim,

وَٱسْلُكْ بِي مَحَجَّتَهُ

wasluk bi muhajjatahu

en laat me zijn pad volgen,

وَأَنْفِذْ أَمْرَهُ

wa anfidh amrahu

en laat zijn zaak slagen,

وَٱشْدُدْ أَزْرَهُ

washdud azrahu

en versterk zijn positie.

وَٱعْمُرِ ٱللَّهُمَّ بِهِ بِلادَكَ

wa`mur allahumma bihi biladaka

O Allah, laat hem uw landen regeren,

وَأَحْيِ بِهِ عِبَادَكَ

wa ahyi bihi `ibadaka

en laat hem uw dienaren tot leven brengen,

فَإِنَّكَ قُلْتَ وَقَوْلُكَ ٱلْحَقُّ:

fa'innaka qulta wa qawluka alhaqqu

"Voorwaar, U heeft gezegd en Uw woord is waarheid:

«ظَهَرَ ٱلْفَسَادُ فِي ٱلْبَرِّ وَالْبَحْرِ

zahara alfasadu filbarri walbahri

"Er is corruptie verschenen op het land en op zee

بِمَا كَسَبَتْ أَيْدِي ٱلنَّاسِ.»

bima kasabat aydi alnnasi

door wat de handen van mensen hebben verdiend.""

فَأَظْهِرِ ٱللَّهُمَّ لَنَا وَلِيَّكَ

fa'azhir allahumma lana waliyyaka

Dus, O Allah, toon ons Uw vertegenwoordiger,

وَٱبْنَ بِنْتِ نَبِيِّكَ

wabna binti nabiyyika

de zoon van Uw Profeet,

ٱلْمُسَمَّىٰ بِٱسْمِ رَسُولِكَ

almusamma bismi rasulika

die de naam draagt van Uw Boodschapper,

صَلَّىٰ ٱللَّهُ عَلَيْهِ وَآلِهِ

salla allahu `alayhi wa alihi

vrede zij met hem en zijn Familie,

حَتَّىٰ لا يَظْفَرَ بِشَيْءٍ مِنَ ٱلْبَاطِلِ إِلاَّ مَزَّقَهُ

hatta la yazfara bishay'in min albatili illa mazzaqahu

zodat hij alles van valsheid zal vernietigen.

وَيُحِقُّ ٱلْحَقَّ وَيُحَقِّقَهُ وَٱجْعَلْهُ

wa yahiqqa alhaqqa wa yuhaqqiqahu waj`alhu

en de waarheid zal vestigen en bekrachtigen, en maak hem

ٱللَّهُمَّ مَفْزَعاً لِمَظْلُومِ عِبَادِكَ

allahumma mafza`an limazlumi `ibadika

O Allah, maak hem een toevlucht voor Uw onderdrukte dienaren,

وَنَاصِراً لِمَنْ لا يَجِدُ لَهُ نَاصِراً غَيْرَكَ

wa nasiran liman la yajidu lahu nasiran ghayraka

en een helper voor degenen die naast U geen helper kunnen vinden,

وَمُجَدِّداً لِمَا عُطِّلَ مِنْ أَحْكَامِ كِتَابِكَ

wa mujaddidan lima `uttila min ahkami kitabika

en iemand die de voorschriften van Uw Boek zal doen herleven die verloren zijn gegaan,

وَمُشَيِّداً لِمَا وَرَدَ مِنْ أَعْلَامِ دِينِكَ وَسُنَنِ نَبِيِّكَ

wa mushayyidan lima warada min a`lami dinika wa sunani nabiyyika

en iemand die de tekenen van Uw religie en de praktijken van Uw Profeet zal herstellen,

صَلَّىٰ ٱللَّهُ عَلَيْهِ وآلِهِ وَٱجْعَلْهُ

salla allahu `alayhi wa alihi waj`alhu

vrede zij met hem en zijn Familie, en maak hem

ٱللَّهُمَّ مِمَّنْ حَصَّنْتَهُ مِنْ بَأُسِ ٱلْمُعْتَدِينَ

allahumma mimman hassantahu min ba'si almu`tadina

O Allah, laat hem behoren tot degenen die U heeft beschermd tegen de onderdrukking van de tirannen.

اَللَّهُمَّ وَسُرَّ نَبِيَّكَ مُحَمَّداً

allahumma wa surra nabiyyaka muhammadan

O Allah, verheug Uw Profeet Muhammad,

صَلَّىٰ ٱللَّهُ عَلَيْهِ وآلِهِ

salla allahu `alayhi wa alihi

vrede zij met hem en zijn Familie,

بِرُؤْيَتِهِ وَمَنْ تَبِعَهُ عَلَىٰ دَعْوَتِهِ

biru'yatihi wa man tabi`ahu `ala da`watihi

en degenen die hem hebben gevolgd in zijn oproep tot de waarheid,

وَٱرْحَمِ ٱلْمُسْتِكَانَتَنَا بَعْدَهُ

warham istikanatana ba`dahu

en wees genadig voor ons na zijn vertrek.

اَللَّهُمَّ اِكْشِفْ هٰذِهِ ٱلْغُمَّةَ عَنْ هٰذِهِ ٱلأُمَّةِ بِحُضُورِهِ

allahumma ikshif hadhihi alghummata `an hadhihi al-ummati bihudurihi

O Allah, verwijder deze duisternis van deze natie door zijn aanwezigheid,

وَعَجِّلْ لَنَا ظُهُورَهُ

wa `ajjil lana zuhurahu

en versnel zijn verschijning voor ons:

«إِنَّهُمْ يَرَوْنَهُ بَعِيداً وَنَرَاهُ قَرِيباً.»

innahum yarawnahu ba`idan wa narahu qariban

"Voorwaar, zij denken dat het ver is, maar Wij zien het als nabij."

بِرَحْمَتِكَ يَا أَرْحَمَ ٱلرَّاحِمِينَ

birahmatika ya arhama alrrahimina

In de naam van Uw genade, o meest Genadevolle der genadevollen.

Ten slotte kun je drie keer met je hand op je rechterdij slaan en bij elke keer zeggen:

الْعَجَلَ ٱلْعَجَلَ يَامَوْلايَ يَا صَاحِبَ ٱلزَّمَانِ

al`ajala al`ajala ya mawlaya ya sahiba alzzaman

(We smeken voor Uw) vroegste komst, vroegste komst, O Heer van het Tijdperk.

Dua Faraj (Azumal Bala): Verlangende aanroep van verlossing

De smeekbede van de Leider van de Zaak; oftewel Imam al-Mahdi (vrede zij met hem):

In zijn boek al-Balad al-Amin vermeldt Shaykh al-Kaf’ami dat Imam al-Mahdi (vrede zij met hem) deze smeekgebed heeft onderwezen aan een gevangene die vervolgens werd vrijgelaten:

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ

Bismillahi ’r-rahmani ’r-rahim

In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.

إِلَهِيْ عَظُمَ الْبَلَاءُ وَبَرِحَ الْخَفَاءُ

Ilahi ‘azuma’l-bala’u wa bariha’l-khafa’

O mijn Heer! De rampspoed is verergerd; de afwezigheid is verlengd;

وَانْكَشَفَ الْغِطَاءُ وَانْقَطَعَ الرَّجَاءُ ،

Wa’nkashafa’l-ghita’u wa’nqata‘a’r-raja’

Het gordijn van bescheidenheid is opgelicht; hoop is ingeperkt;

وَضَاقَتِ الْأَرْضُ وَمُنِعَتِ السَّمَاءُ

Wa daqati’l-ardu wa muni‘ati’s-sama’

De aarde is beperkt en de hemel is afgesloten.

وَأَنْتَ الْمُسْتَعَانُ وَإِلَيْكَ الْمُشْتَكَي

Wa anta’l-musta‘anu wa ilayka’l-mushtaka

En U bent Degene van wie hulp wordt gezocht en aan wie klachten worden gericht

وَ عَلَيْكَ الْمُعَوَّلُ فِيْ الشِّدَّةِ وَالرَّخَاءِ،

Wa ‘alayka al-mu‘awwalu fi’sh-shiddati wa’r-rakha’

En op U vertrouwen we in tijden van moeilijkheden.

اَللَّهُمَّ صَلِّ عَلَي مُحَمَّدٍ وَّآلِ مُحَمَّدٍ

Allahumma salli ‘ala Muhammad wa ali Muhammad

O Allah! Stuur zegeningen naar Muhammad (vrede zij met hem) en de nakomelingen van Muhammad,

أُوْلِي الْأَمْرِ الَّذِيْنَ فَرَضْتَ عَلَيْنَا طَا عَتَهُمْ

Uli’l-amri’l-ladhina faradta ‘alayna ta‘atahum

De bezitters van gezag, waarvan U heeft bevolen dat we hen gehoorzamen,

وَ عَرَّفْتَنَا بِذَالِكَ مَنْزِلَتَهُمْ ، فَفَّرِجْ عَنَّا بِحَقِّهِمْ فَرَجاً عَاجِلاً قَرِيْباً كَلَمْحِ الْبَصَرِ أَوْ هُوَ أَقْرَبُ

Wa ‘arraftana bidhalika manzilatahum fafarrij ‘anna bi-haqqihim farajan ‘ajilan qariban kalamhi’l-basari aw huwa aqrab

En door dat bewust te maken van hun positie, maak ons dan, door hun waarheid, een onmiddellijke opening, zo snel als een knippering van het oog of sneller.

يَامُحَمَّدُ يَاعَلِيُّ يَاعَلِيُّ يَامُحَمَّدُ

Ya Muhammadu ya ‘Aliyyu ya Muhammad

O Muhammad! O 'Ali! O 'Ali! O Muhammad!

كْفِيَانِيْ فَإِنَّكُمَا كَافِيَانِ وَ انْصُرَانِيْ فَإِنَّكُمَا نَاصِرَانِ

Ikfiyani fainnakuma kafiyani wa’n-surani fainnakuma nasiran

Sta ons beiden bij, want jullie beiden zijn voldoende voor mij en jullie beiden zijn mijn helpers.

يَامَوْلَانَا يَاصَاحِبَ الزَّمَانِ

Ya mawlana ya sahiba’z-zaman

O onze Meester, O Meester van het Tijdperk!

اَلْغَوْثَ اَلْغَوْثَ اَلْغَوْثَ

Al-ghawtha’l-ghawtha’l-ghawth,

Help! Help! Help!

أَدْرِكْنِيْ أَدْرِكْنِيْ أَدْرِكْنِيْ

Adrikni adrikni adrikni

Reik naar me! Reik naar me! Reik naar me!

اَلسَّاعَةَ اَلسَّاعَةَ اَلسَّاعَةَ

As-sa‘ata’s-sa‘ata’s-sa‘ah

Op dit moment! Op dit moment! Op dit moment!

Je kunt vervolgens drie keer met je hand op je rechterdij slaan en bij elke keer de volgende woorden zeggen:

اَلْعَجَلَ اَلْعَجَلَ اَلْعَجَلَ

Al-‘ajala’l-‘ajala’l-‘ajal

Haastig, haastig, haastig!

يَا أَرْحَمَ لرَّاحِمِيْنَ بِحَقِّ مُحَمَّدٍ وَّآلِهِ الطَّا هِرِيْنَ

Ya arhama’r-rahimina bi-haqqi Muhammad wa alihi’t-tahirin

O Meest Barmhartige van de Barmhartigen, omwille van Muhammad (vrede zij met hem) en zijn heilige nakomelingen.

Dua Nodba: Smeekbede “weeklacht”

Deze smeekbede is overgeleverd door Sayed ibn Tawwus in Musbah Al-Za'er. Al-Majlisi (r.a.) vermeldt in Bihar Al-Anwar dat het een betrouwbare sanad heeft die teruggaat naar Imam As-Sadeq (v.z.m.h.). Nudbá betekent "weeklacht" en we rouwen om de ghaibat (verborgenheid) van onze Imám ál Máhdi (v.z.m.h.), omdat hij voor ons verborgen is. Deze Duá dient te worden gereciteerd op Eid Al Adhá (10e van Dhu'l-Hijjah), Eid Al Fitr (1e van Shawwal), Eid Al Ghádeer (18e van Dhu'l-Hijjah) en op vrijdagen. Terwijl we deze Duá reciteren, met concentratie, wassen we, Insh’ALLAH, onze zonden weg.

We zouden om vergeving moeten vragen en Sáláwát moeten reciteren, wat de obstakels wegneemt die de acceptatie van onze Duá tegenhouden. In deze Duá roepen we onze Imám (ájtfs) op dezelfde manier aan als onze zesde Heilige Imám (v.z.m.h.) dat placht te doen. We reciteren Nudbá tijdens de Ghaibat van onze Imám (v.z.m.h.) en we vragen Alláh (swt) om zijn verschijning te versnellen en daarmee de corruptie en onrechtvaardigheid in deze wereld te beëindigen. Moge de Almachtige Alláh (swt) onze Duá accepteren en ons genadig zijn.

لْحَمْدُ لِلَّهِ رَبِّ ٱلْعَالَمِينَ

alhamdu lillahi rabbi al`alamina

Alle lof zij Allah, de Heer van de werelden.

وَصَلَّىٰ ٱللَّهُ عَلَىٰ سَيِّدِنَا مُحَمَّدٍ نَبِيِّهِ

wa salla allahu `ala sayyidina muhammadin nabiyyihi

Moge Allah zegeningen sturen naar onze meester Mohammed, Zijn Profeet,

وَآلِهِ وَسَلَّمَ تَسْلِيماً

wa alihi wa sallama tasliman

en naar zijn familie en geef hen een volledige groet.

اَللَّهُمَّ لَكَ ٱلْحَمْدُ

allahumma laka alhamdu

O Allah, alle lof zij aan U,

عَلَىٰ مَا جَرَىٰ بِهِ قَضَاؤُكَ

`ala ma jara bihi qada'uka

voor Uw decreet dat is uitgevoerd

فِي اوْلِيَائِكَ ٱلَّذِينَ ٱسْتَخْلَصْتَهُمْ لِنَفْسِكَ وَدِينِكَ

fi awliya'ika alladhina istakhlastahum linafsika wa dinika

voor Uw uitverkoren dienaren die U heeft gekozen voor Uzelf en Uw religie,

إِذِ ٱخْتَرْتَ لَهُمْ جَزِيلَ مَا عِنْدَكَ

idhi ikhtarta lahum jazila ma `indaka

toen U voor hen een overvloed koos van wat U bezit,

مِنَ ٱلنَّعِيمِ ٱلْمُقِيمِ

min alnna`imi almuqimi

van blijvende genoegens

ٱلَّذِي لاَ زَوَالَ لَهُ وَلاَ ٱضْمِحْلاَلَ

alladhi la zawala lahu wa la idmihlala

die niet verdwijnen noch verminderen,

بَعْدَ انْ شَرَطْتَ عَلَيْهِمُ ٱلزُّهْدَ

ba`da an sharatta `alayhim alzzuhda

nadat U van hen had geëist om wereldse verlangens op te geven,

فِي دَرَجَاتِ هٰذِهِ ٱلدُّنْيَا ٱلدَّنِيَّةِ

fi darajati hadhihi alddunya alddaniyyati

op de rangen van dit wereldse leven,

وَزُخْرُفِهَا وَزِبْرِجِهَا

wa zukhrufiha wa zibrijiha

en zijn pracht en praal,

فَشَرَطُوٱ لَكَ ذٰلِكَ

fasharatu laka dhalika

en zij aanvaardden die voorwaarde.

وَعَلِمْتَ مِنْهُمُ ٱلْوَفَاءَ بِهِ

wa `alimta minhum alwafa'a bihi

U wist dat zij trouw zouden blijven aan die belofte,

فَقَبِلْتَهُمْ وَقَرَّبْتَهُمْ

faqabiltahum wa qarrabtahum

dus U aanvaardde hen en bracht hen dichter bij U.

وَقَدَّمْتَ لَهُمُ ٱلذِّكْرَ ٱلْعَلِيَّ

wa qaddamta lahum aldhdhikra al`aliyya

U plaatste hen in een hoogstaande vermelding

وَٱلثَّنَاءَ ٱلْجَلِيَّ

walththana'a aljaliyya

en lovenswaardige lof,

وَاهْبَطْتَ عَلَيْهِمْ مَلاَئِكَتَكَ

wa ahbatta `alayhim mala'ikataka

U stuurde Uw engelen naar hen,

وَكَرَّمْتَهُمْ بِوَحْيِكَ

wa karramtahum biwahyika

U eerde hen met Uw openbaringen,

وَرَفَدْتَهُمْ بِعِلْمِكَ

wa rafadtahum bi`ilmika

U ondersteunde hen met Uw kennis,

وَجَعَلْتَهُمُ ٱلذَّرِيعَةَ إِلَيْكَ

wa ja`altahum aldhdhari`ata ilayka

en maakte hen de middelaars naar U

وَٱلْوَسِيلَةَ إِلَىٰ رِضْوَانِكَ

walwasilata ila ridwanika

en het middel om Uw genoegen te bereiken.

فَبَعْضٌ اسْكَنْتَهُ جَنَّتَكَ

faba`dun askantahu jannataka

Daarom liet U sommigen van hen verblijven in Uw Paradijs

إِلَىٰ انْ اخْرَجْتَهُ مِنْهَا

ila an akhrajtahu minha

tot het moment waarop U hen daaruit nam.

وَبَعْضٌ حَمَلْتَهُ فِي فُلْكِكَ

wa ba`dun hamaltahu fi fulkika

En sommigen nam U mee op Uw Ark

وَنَجَّيْتَهُ وَمَنْ آمَنَ مَعَهُ

wa najjaytahu wa man amana ma`ahu

en U redde hem en degenen die met hem geloofden

مِنَ ٱلْهَلَكَةِ بِرَحْمَتِكَ

min alhalakati birahmatika

van de vernietiging door Uw genade.

وَبَعْضٌ ٱتَّخَذْتَهُ لِنَفْسِكَ خَلِيلاَ

wa ba`dun ittakhadhtahu linafsika khalila

En sommigen nam U als een intieme vriend voor Uzelf

وَسَالَكَ لِسَانَ صِدْقٍ فِي ٱلآخِرِينَ فَاجَبْتَهُ

wa sa'alaka lisana sidqin fi al-akhirina fa'ajabtahu

en hij smeekte U om een ware getuige te zijn voor anderen, en U verhoorde zijn smeekbede

وَجَعَلْتَ ذٰلِكَ عَلِيّاً

wa ja`alta dhalika `aliyyan

en U maakte dat tot een verheven positie.

وَبَعْضٌ كَلَّمْتَهُ مِنْ شَجَرَةٍ تَكْلِيماً

wa ba`dun kallamtahu min shajaratin takliman

En sommigen sprak U toe vanuit een boom met directe communicatie

وَجَعَلْتَ لَهُ مِنْ اخِيهِ رِدْءاً وَوَزِيراً

wa ja`alta lahu min akhihi rid'an wa waziran

en U stelde zijn broer als zijn helper en adviseur aan.

وَبَعْضٌ اوْلَدْتَهُ مِنْ غَيْرِ ابٍ

wa ba`dun awladtahu min ghayri abin

En sommigen liet U geboren worden zonder vader,

وَآتَيْتَهُ ٱلْبَيِّنَاتِ

wa ataytahu albayyinati

en U gaf hem duidelijke tekenen,

وَايَّدْتَهُ بِرُوحِ ٱلْقُدُسِ

wa ayyadtahu biruhi alqudusi

en U ondersteunde hem met de Heilige Geest.

وَكُلٌّ شَرَعْتَ لَهُ شَرِيعَةً

wa kullun shara`ta lahu shari`atan

Voor elk van hen gaf U een wet,

وَنَهَجْتَ لَهُمْ مِنْهَاجاً

wa nahajta lahu minhajan

en bepaalde U een pad voor hen,

وَتَخَيَّرْتَ لَهُ اوْصِيَاءَ

wa takhayyarta lahu awsiya'a

en U koos uitverkoren opvolgers voor hen,

مُسْتَحْفِظاً بَعْدَ مُسْتَحْفِظٍ

mustahfizan ba`da mustahfizin

betrouwbare bewaarders na betrouwbare bewaarders,

مِنْ مُدَّةٍ إِلَىٰ مُدَّةٍ

min muddatin ila muddatin

voor een bepaalde periode,

إِقَامَةً لِدِينِكَ

iqamatan lidinika

om Uw religie te vestigen,

وَحُجَّةً عَلَىٰ عِبَادِكَ

wa hujjatan `ala `ibadika

en als bewijs tegenover Uw dienaren,

وَلِئَلاَّ يَزُولَ ٱلْحَقُّ عَنْ مَقَرِّهِ

wa li'alla yazula alhaqqu `an maqarrihi

zodat de waarheid nooit van haar positie zou verdwijnen,

وَيَغْلِبَ ٱلْبَاطِلُ عَلَىٰ اهْلِهِ

wa yaghliba albatilu `ala ahlihi

en het onware nooit de overhand zou krijgen over de mensen van de waarheid,

وَلاَ يَقُولَ احَدٌ

wa la yaqula ahadun

en dat niemand zou zeggen:

لَوْلا اَرْسَلْتَ اِلَيْنا رَسُولاً مُنْذِراً

lawla arsalta ilayna rasulan mundhiran

"Waarom stuurde U ons geen waarschuwende boodschapper

وَاقَمْتَ لَنَا عَلَماً هَادِياً

wa aqamta lana `alaman hadiyan

en gaf U ons geen leidinggevende gids

فَنَتَّبِعَ آيَاتِكَ مِنْ قَبْلِ انْ نَذِلَّ وَنَخْزَىٰ

fanattabi`a ayatika min qabli an nadhilla wa nakhza

zodat we Uw tekenen zouden volgen voordat we vernederd en veracht worden!"

إِلَىٰ انِ ٱنْتَهَيْتَ بِٱلامْرِ إِلَىٰ حَبِيبِكَ وَنَجِيبِكَ مُحَمَّدٍ

ila an intahayta bil-amri ila habibika wa najibika muhammadin

Totdat U de kwestie beëindigde met Uw geliefde en uitverkoren profeet, Mohammed,

صَلَّىٰ ٱللَّهُ عَلَيْهِ وَآلِهِ

salla allahu `alayhi wa alihi

moge Allah Zijn zegeningen schenken aan hem en zijn familie.

فَكَانَ كَمَا ٱنْتَجَبْتَهُ

fakana kama intajabtahu

Hij was zoals U hem heeft uitgekozen,

سَيِّدَ مَنْ خَلَقْتَهُ

sayyida man khalaqtahu

de meester van degenen die U heeft geschapen,

وَصَفْوَةَ مَنِ ٱصْطَفَيْتَهُ

wa safwata man istafaytahu

de uitverkorene van degenen die U heeft gekozen,

وَافْضَلَ مَنِ ٱجْتَبَيْتَهُ

wa afdala man ijtabaytahu

de meest uitnemende van degenen die U heeft verkozen,

وَاكْرَمَ مَنِ ٱعْتَمَدْتَهُ

wa akrama man i`tamadtahu

en de nobelste van degenen die U heeft aangewezen.

قَدَّمْتَهُ عَلَىٰ انْبِيَائِكَ

qaddamtahu `ala anbiya'ika

U stelde hem boven Uw profeten,

وَبَعَثْتَهُ إِلَىٰ ٱلثَّقَلَيْنِ مِنْ عِبَادِكَ

wa ba`athtahu ila alththaqalayni min `ibadika

U stuurde hem naar zowel de mensheid als de djinn,

وَاوْطَاتَهُ مَشَارِقَكَ وَمَغَارِبَكَ

wa awta'tahu mashariqaka wa magharibaka

U gaf hem macht over het oosten en het westen van Uw landen,

وَسَخَّرْتَ لَهُ ٱلْبُرَاقَ

wa sakhkharta lahu alburaqa

U stelde de Buraq (het hemelse rijdier) onder zijn bevel,

وَعَرَجْتَ بِهِ إِلَىٰ سَمَائِكَ

wa `arajta bihi ila sama'ika

en U liet hem naar Uw hemel opstijgen,

وَاوْدَعْتَهُ عِلْمَ مَا كَانَ

wa awda`tahu `ilma ma kana

en U vertrouwde hem de kennis toe van alles wat er was

وَمَا يَكُونُ إِلَىٰ ٱنْقِضَاءِ خَلْقِكَ

wa ma yakunu ila inqida'i khalqika

en wat er zal zijn tot het einde van Uw schepping.

ثُمَّ نَصَرْتَهُ بِٱلرُّعْبِ

thumma nasartahu bilrru`bi

Vervolgens steunde U hem met angst en ontzag

وَحَفَفْتَهُ بِجَبْرَئِيلَ وَمِيكَائِيلَ

wa hafaftahu bijabra'ila wa mika'ila

en U omringde hem met de engelen Gabriël en Michaël

وَٱلْمُسَوِّمِينَ مِنْ مَلاَئِكَتِكَ

walmusawwimina min mala'ikatika

en de aangewezen engelen uit Uw engelenrijen,

وَوَعَدْتَهُ انْ تُظْهِرَ دِينَهُ عَلَىٰ ٱلدِّينِ كُلِّهِ

wa wa`adtahu an tuzhira dinahu `ala alddini kullihi

en U beloofde hem dat zijn religie zou zegevieren over alle andere religies,

وَلَوْ كَرِهَ ٱلْمُشْرِكُونَ

wa law kariha almushrikuna

Echter, hoezeer de polytheïsten ook afkerig mogen zijn.

وَذٰلِكَ بَعْدَ انْ بَوَّاتَهُ مُبَوَّا صِدْقٍ مِنْ اهْلِهِ

wa dhalika ba`da an bawwa'tahu mubawwa'a sidqin min ahlihi

En dat is nadat U hem op een eerlijke positie hebt gevestigd onder zijn volk,

وَجَعَلْتَ لَهُ وَلَهُمْ اوَّلَ بَيْتٍ

wa ja`alta lahu wa lahum awwala baytin

en U voor hem en hen het eerste huis hebt gemaakt

وُضِعَ لِلنَّاسِ لَلَّذي بِبَكَّةَ

wudi`a lilnnasi lalladhi bibakkata

dat voor de mensen is gezegend en een leidraad is voor de werelden.

مُبَارَكاً وَهُدىًٰ لِلْعَالَمينَ

mubarakan wa hudan lil`alamina

dat voor de mensen is gezegend en een leidraad is voor de werelden.

فِيهِ آيَاتٌ بَيِّنَاتٌ

fihi ayatun bayyinatun

Er zijn duidelijke tekenen in,

مَقَامُ إِبْرَاهِيمَ

maqamu ibrahima

Het is de plaats van Abraham;

وَمَنْ دَخَلَهُ كَانَ آمِناً

wa man dakhalahu kana aminan

En wie het betreedt, zal veilig zijn.

وَقُلْتَ «إِنَّمَا يُرِيدُ ٱللَّهُ لِيُذْهِبَ عَنْكُمُ ٱلرِّجْسَ

wa qulta innama yuridu allahu liyudhhiba `ankum alrrijsa

Je zei ook: "Allah verlangt alleen de onreinheid van jullie te verwijderen,

اهْلَ ٱلْبَيْتِ

ahla albayti

O mensen van het Huis (van de Profeet),

وَيُطَهِّرَكُمْ تَطْهِيراً.»

wa yutahhirakum tathiran

En jullie grondig te zuiveren."

ثُمَّ جَعَلْتَ اجْرَ مُحَمَّدٍ

thumma ja`alta ajra muhammadin

Vervolgens heb je de beloning van Mohammed bepaald,

صَلَوَاتُكَ عَلَيْهِ وَآلِهِ

salawatuka `alayhi wa alihi

Jouw zegeningen zij met hem en zijn Familie,

مَوَدَّتَهُمْ فِي كِتَابِكَ

mawaddatahum fi kitabika

Hun liefde is vastgelegd in jouw Boek,

فَقُلْتَ « قُلْ لا أَسْأَلُكُمْ عَلَيْهِ أَجْرًا

faqulta qul la as'alukum `alayhi ajran

Daarom zei je: "Zeg: Ik vraag jullie geen beloning voor dit (profeetschap),

إِلَّا الْمَوَدَّةَ فِي الْقُرْبَىٰ.»

illa almawaddata fi alqurba

Behalve liefde voor mijn verwanten."

وَقُلْتَ «مَا سَالْتُكُمْ مِنْ اجْرٍ فَهُوَ لَكُمْ.»

wa qulta ma sa'altukum min ajrin fahuwa lakum

En je zei: "Wat ik jullie aan beloning vraag - dat is voor jullie,

وَقُلْتَ «مَا اسْالُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ اجْرٍ

wa qulta ma as'alukum `alayhi min ajrin

Ik vraag jullie niets in ruil daarvoor,

إِلاَّ مَنْ شَاءَ انْ يَتَّخِذَ إِلَىٰ رَبِّهِ سَبِيلاَ.»

illa man sha'a an yattakhidha ila rabbihi sabilan

Behalve dat wie wil een weg naar zijn Heer mag kiezen."

فَكَانُوٱ هُمُ ٱلسَّبِيلَ إِلَيْكَ

fakanu hum alssabila ilayka

Zo zijn zij de weg naar Jou,

وَٱلْمَسْلَكَ إِلَىٰ رِضْوَانِكَ

walmaslaka ila ridwanika

En de koers naar Jouw genoegen.

فَلَمَّا ٱنْقَضَتْ ايَّامُهُ

falamma inqadat ayyamuhu

Toen zijn (de Profeet's) dagen voorbij waren,

اقَامَ وَلِيَّهُ عَلِيَّ بْنَ ابِي طَالِبٍ

aqama waliyyahu `aliyya bna abi talibin

Stelde hij als opvolger zijn plaatsvervanger Ali, de zoon van Abu Talib, aan,

صَلَوَاتُكَ عَلَيْهِ مَا وَآلِهِمَا هَادِياً

salawatuka `alayhima wa alihima hadiyan

Jouw zegeningen zij met hen beiden en hun Familie,

إِذْ كَانَ هُوَ ٱلْمُنْذِرَ

idh kana huwa almundhira

Omdat hij (de Profeet) de waarschuwer was,

وَلِكُلِّ قَوْمٍ هَادٍ

wa likulli qawmin hadin

En Ali was de gids voor elk volk.

فَقَالَ وَٱلْمَلَا امَامَهُ:

faqala walmala'u amamahu

Dus hij (de Profeet) zei in aanwezigheid van de mensen:

”مَنْ كُنْتُ مَوْلاَهُ

man kuntu mawlahu

"Voor degene die mij als meester heeft gekozen,

فَعَلِيٌّ مَوْلاَهُ

fa`aliyyun mawlahu

Is Ali nu zijn meester.

اَللَّهُمَّ وَالِ مَنْ وَالاَهُ

allahumma wali man walahu

O Allah, wees de vriend van degene die zijn vriend is,

وَعَادِ مَنْ عَادَاهُ

wa `adi man `adahu

En wees de vijand van degene die zijn vijand is."

وَٱنْصُرْ مَنْ نَصَرَهُ

wansur man nasarahu

En steun degene die hem steunt,

وَٱخْذُلْ مَنْ خَذَلَهُ.“

wakhdhul man khadhalahu

En laat degene in de steek die hem in de steek laat."

وَقَالَ: ”مَنْ كُنْتُ انَا نَبِيَّهُ فَعَلِيٌّ امِيرُهُ.“

wa qala man kuntu ana nabiyyahu fa`aliyyun amiruhu

Hij zei ook: "Wie mij als profeet beschouwt, is Ali nu zijn leider."

وَقَالَ: ”انَا وَعَلِيٌّ مِنْ شَجَرَةٍ وَاحِدَةٍ

wa qala ana wa `aliyyun min shajaratin wahidatin

En hij (de Profeet) zei: "Ik en Ali zijn van dezelfde boom,

وَسَائِرُ ٱلنَّاسِ مِنْ شَجَرٍ شَتَّىٰ.“

wa sa'iru alnnasi min shajarin shatta

En alle andere mensen zijn van verschillende bomen."

وَاحَلَّهُ مَحَلَّ هَارُونَ مِنْ مُوسَىٰ

wa ahallahu mahalla haruna min musa

Hij (de Profeet) gaf hem (Ali) de positie die (Profeet) Aaron ten opzichte van (Profeet) Moses had,

فَقَالَ لَهُ: ”انْتَ مِنِّي بِمَنْزِلَةِ هَارُونَ مِنْ مُوسَىٰ

faqal lahu anta minni bimanzilati haruna min musa

Hij zei tegen hem: "Jij bent voor mij in dezelfde positie als Aaron ten opzichte van Moses (in elk opzicht),

إِلاَّ انَّهُ لاَ نَبِيَّ بَعْدِي.“

illa annahu la nabiyya ba`di

Behalve dat er na mij geen profeet zal zijn."

وَزَوَّجَهُ ٱبْنَتَهُ سَيِّدَةَ نِسَاءِ ٱلْعَالَمِينَ

wa zawwajahu ibnatahu sayyidata nisa'i al`alamina

En hij (de Profeet) gaf hem toestemming om met zijn dochter te trouwen, de vooraanstaande van de vrouwen van de wereld,

وَاحَلَّ لَهُ مِنْ مَسْجِدِهِ مَا حَلَّ لَهُ

wa ahalla lahu min masjidihi ma halla lahu

En hij (de Profeet) stond hem toe om in zijn Moskee te doen wat hij zelf toegestaan was te doen,

وَسَدَّ ٱلابْوَابَ إِلاَّ بَابَهُ

wa sadda al-abwaba illa babahu

En hij (de Profeet) sloot alle deuren van de Moskee, behalve zijn (Ali's) deur.

ثُمَّ اوْدَعَهُ عِلْمَهُ وَحِكْمَتَهُ

thumma awda`ahu `ilmahu wa hikmatahu

Toen droeg hij (de Profeet) hem zijn kennis en wijsheid over,

فَقَالَ: ”انَا مَدِينَةُ ٱلْعِلْمِ

faqala ana madinatu al`ilmi

Hij zei: "Ik ben de stad van kennis,

وَعَلِيٌّ بَابُهَا

wa `aliyyun babuha

En Ali is de poort ervan."

فَمَنْ ارَادَ هذِهِ الْمَدِينَةَ وَالْحِكْمَةَ

faman arada hadhihi al-madinah wal-hikmah

Dus, wie dan ook deze stad en wijsheid wenst,

فَلْيَأْتِهَا مِنْ بَابِهَا

falyatiha min babiha

laat hij naar haar toe komen vanuit haar deur.

ثُمَّ قَالَ: ”إنَّكَ أَخِي وَوَصِيِّي وَوَارِثِي

thumma qala: "Innaka akhi wa wasiyyi wa warithi

Toen zei hij: "Jij bent mijn broer, mijn opvolger en mijn erfgenaam.

لَحْمُكَ مِنْ لَحْمِي

lahmuka min lahmi

Jouw vlees is van mijn vlees,

وَدَمُكَ مِنْ دَمِي

wa damuka min dami

jouw bloed is van mijn bloed,

وَسِلْمُكَ سِلْمِي

wa silmuka silmi

jouw veiligheid is mijn veiligheid,

وَحَرْبُكَ حَرْبِي

wa harbuka harbi

jouw strijd is mijn strijd,

وَالإِيمَانُ مُخَالِطٌ لَحْمَكَ وَدَمَكَ

wal-imanu mukhalitun lahmak wa damak

en het geloof is vermengd met jouw vlees en bloed,

كَمَا خَالَطَ لَحْمِي وَدَمِي

kama khalata lahmee wa dami

zoals het vermengd is met mijn vlees en bloed.

وَأَنْتَ غَداً عَلَى الْحَوْضِ خَلِيفَتِي

wa anta ghadan `ala al-hawd khalifati

En jij zult morgen mijn plaatsvervanger zijn bij de Vijver (op de Dag des Oordeels).

وَأَنْتَ تَقْضِي دَيْنِي

wa anta taqdi dayni

En jij zult mijn schulden vereffenen,

وَتُنْجِزُ عِدَاتِي

wa tunjizu `idati

en mijn beloften nakomen.

وَشِيَعَتُكَ عَلَى مَنَابِرَ مِنْ نُورٍ

wa shi`atuka `ala manabira min noor

En jouw volgelingen zullen op kansels van licht staan,

مُبْيَضَّةً وُجُوهُهُمْ حَوْلِي فِي الْجَنَّةِ

mubyaḍḍatan wujuhuhum ḥawli fi al-jannah

met hun gezichten stralend rondom mij in het Paradijs.

وَهُمْ جِيرَانِي

wa hum jirani

Zij zijn mijn buren (daar).

وَلَوْلاَ أَنتَ يَا عَلِيُّ

wa lawla anta ya `aliyyu

Ware het niet voor jou, o Ali,

لَمْ يُعْرَفِ الْمُؤْمِنُونَ بَعْدِي

lam yu`raf al-mu'minuna ba`di

zouden de gelovigen na mij niet herkend zijn.

وَكَانَ بَعْدَهُ هُدًى مِنَ الضَّلاَلِ

wa kana ba`dahu hudan min al-dalal

Hij was daarna een leidraad tegen dwaling,

وَنُورًا مِنَ الْعَمَى

wa nuran min al-`ama

en een licht tegen blindheid,

وَحَبْلَ اللَّهِ الْمَتِينَ

wa habla Allahi al-matin

en het stevige touw van Allah,

وَصِرَاطَهُ الْمُسْتَقِيمَ

wa siratahu al-mustaqim

en Zijn rechte pad.

لاَ يُسْبَقُ بِقَرَابَةٍ فِي رَحِمٍ

la yusbaqu bi qarabatin fi rahim

Niemand zal hem voorbijstreven in familieband,

وَلاَ بِسَابِقَةٍ فِي دِينٍ

wa la bisabiqatin fi din

noch in religieuze superioriteit,

وَلاَ يُلْحَقُ فِي مَنْقَبَةٍ مِنَ مَنَاقِبِهِ

wa la yulhaqu fi manqabatin min manaqibih

noch zal iemand zijn deugden evenaren.

يَحْذُو حَذْوَ الرَّسُولِ

yahzu hadhwa al-rasuli

Hij volgt de voetstappen van de Boodschapper,

صَلَّى اللهُ عَلَيْهِمَا وَآلِهِمَا

salla Allah `alayhima wa alihi

moge Allah zegenen, en zijn familie.

وَيُقَاتِلُ عَلَى التَّأْوِيلِ

wa yuqatilu `ala al-ta'wil

Hij vecht voor de juiste interpretatie (van de Koran).

وَلاَ تَاخُذُهُ فِي اللَّهِ لَوْمَةُ لآئِمٍ

wa la ta'khudhuhu fi Allahi lawmatu la'im

Laat de verwijten van een beschuldiger hem niet van het pad van Allah afhouden.

قَدْ وَتَرَ ف ِيهِ صَنَادِيدَ الْعَرَبِ

qad watara fihi sanadida al-'arabi

Hij heeft de lansen van de Arabieren gebroken,

وَقَتَلَ أَبْطَالَهُمْ

wa qatala abtalahu

en hun dapperen gedood,

وَنَاوَشَ ذُؤُبَانَهُمْ

wa nawasha dhu'ubanahum

en hun wolven uitgeroeid.

فَأَوْدَعَ قُلُوبَهُمْ أَحْقَادًا

fa-awda'a qulubahum aḥqadan

Dus vulde hij hun harten met haat

بَدْرِيَّةً وَخَيْبَرِيَّةً وَحُنَيْنِيَّةً وَغَيْرَهُنَّ

badriyyatan wa khaybariyyatan wa hunayniyyatan wa ghayrahunna

vanuit de veldslagen van Badr, Khaybar, Hunayn en anderen.

فَاضَبَّتْ عَلَى عَدَاوَتِهِ

fa-adabba `ala `adawatihi

Daarom klampten ze zich vast aan hun vijandschap jegens hem,

وَاكَبَّتْ عَلَى مُنَابَذَتِهِ

wa akabba `ala munabadzatihi

en zetten hun vijandigheid tegen hem voort,

حَتَّى قَتَلَ النَّاكِثِينَ وَالْقَاسِطِينَ وَالْمَارِقِينَ

hatta qatala al-nakithina wa al-qasitin wa al-mariqina

totdat hij de ongelovigen, de overtreders en de afvalligen doodde.

وَلَمَّا قَضَى نَحْبَهُ

wa lamma qada nahbahu

En toen hij zijn einde bereikte,

وَقَتَلَهُ أَشْقَى الْآخِرِينَ يَتْبَعُ أَشْقَى الأوَّلِينَ

wa qatalahu ashqa al-akhirina yataba'u ashqa al-awwalin

en de meest ellendige van de latere generaties hem doodde, die de meest ellendige van de vroegere generaties volgde,

لَمْ يُمْتَثَلْ أَمْرُ رَسُولِ اللهِ

lam yumtathal amru rasuli Allah

dan is het bevel van Allah's boodschapper niet gevolgd,

صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَآلِهِ

salla Allah `alayhi wa alihi

moge Allah hem zegenen en zijn familie,

فِي الْهَادِينَ بَعْدَ الْهَادِينَ

fi al-hadina ba'da al-hadina

in de leiderschap van de leiders na de leiders.

وَالأمَّةُ مُصِرَّةٌ عَلَى مَقْتِهِ

wa al-ummah musirratun `ala maqtihi

en de gemeenschap blijft standvastig tegenover zijn recht.

مُجْتَمِعَةً عَلَى قَطِيعَةِ رَحِمِهِ

mujtami`atan `ala qati`ati rahimihi

Ze blijft verenigd in het verbreken van familiebanden met hem,

وَإِقْصَاءِ وُلْدِهِ

wa iqsa'i wuldihi

en het afwijzen van zijn kinderen.

إِلاَّ الْقَلِيلَ مِمَّنْ وَفَى لِرِعَايَةِ ال ْحَقِّ فِيهِمْ

illa al-qalila mimman wafa li ri`ayati al-haqqi fi him

Behalve een paar die de plicht vervullen om hen recht te doen.

فَقُتِلَ مَنْ قُتِلَ

fa-qutila man qutila

Velen van zijn nakomelingen werden gedood,

وَسُبِيَ مَنْ سُبِيَ

wa-subiya man-subiya

velen werden gevangengenomen,

وَاقْصِيَ مَنْ اقْصِيَ

wa-uqsiya man-uqsiya

en velen werden verbannen.

وَجَرَى الْقَضَاءُ لَهُمْ

wa jara al-qada'u lahum

Het vonnis werd tegen hen uitgesproken

بِمَا يُرْجَى لَهُ حُسْنُ الْمَثُوبَةِ

bima yurja lahu husnu al-mathubati

met de hoop op een goede beloning.

إِذْ كَانَتِ الأرْضُ لِلَّهِ

idh kanat al-ardu lillah

Waarlijk, de aarde behoort aan Allah,

يُورِثُهَا مَنْ يَشَاءُ مِنْ عِبَادِهِ

yurithuha man yasha'u min `ibadihi

Hij geeft het in erfenis aan wie Hij wil van Zijn dienaren.

وَالْعَاقِبَةُ لِلْمُتَّقِينَ

wal-`aqibatu lil-muttaqin

En het einde is voor de godvrezenden.

وَسُبْحَانَ رَبِّنَا

wa-subhana rabbina

Glorie zij aan onze Heer.

إِنْ كَانَ وَعْدُ رَبِّنَا لَمَفْعُولاَ

in kana wa`du rabbina lamaf`ulan

Als het een belofte van onze Heer is, dan zal het zeker vervuld worden.

وَلَنْ يُخْلِفَ اللَّهُ وَعْدَهُ

wa-lan yukhlifa Allah wa`dahu

En Allah zal Zijn belofte zeker niet verbreken.

وَهُوَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ

wa-huwa al-`azizu al-hakimu

Hij is de Almachtige, de Alwijze.

فَعَلَى الأطَائِبِ مِنْ أهْلِ بَيْتِ مُحَمَّد وَعَلِيٍّ

fa`ala al-aṭā'ibi min ahli bayti Muḥammad wa `Alī

Dus, voor de nobelen uit de familie van Muhammad en Ali,

صَلَّى اللهُ عَلَيْهِمَا وَآلِهِمَا

salla Allah `alayhima wa alihi

moge Allah Zijn zegen sturen naar hen en hun familie,

فَلْيَبْكِ الْبَاكُونَ

falyabki al-bakun

Mogen de treurenden huilen,

وَإِيَّاهُمْ فَلْيَنْدُبِ النَّادِبُونَ

wa-iyyahum falyandub al-nadibun

Mogen de rouwenden hun verdriet uiten,

وَلِمِثْلِهِمْ فَلْتَذْرِفِ الدُّمُوعُ

wa limithlihim faltadhrif al-dumu`

Mogen tranen vloeien voor degenen zoals zij,

وَلْيَصْرُخِ الصَّارِخُونَ

wa-l yasrukh al-sarikhoon

Mogen de schreeuwers hun stem verheffen,

وَيَضِجَّ الضَّاجُّونَ

wa yadijj al-dajjoon

Mogen de jammers klagen,

وَيَعِجَّ الْعَاجُّونَ

wa ya`ijj al-`ajjoon

Mogen de weeklagers rouwen,

أَيْنَ الْحَسَنُ أَيْنَ الْحُسَيْنُ

ayna al-Hasanu ayna al-Husayn

Waar zijn al-Hasan en al-Husayn?

أَيْنَ أَبْنَاءُ الْحُسَيْنِ

ayna abna'u al-Husayn

Waar zijn de zonen van al-Husayn?

صَالِحٌ بَعْدَ صَالِحٍ

ṣāliḥun ba`da ṣāliḥin

Rechtschapen na rechtschapen,

وَصَادِقٌ بَعْدَ صَادِقٍ

wa-ṣādiqun ba`da ṣādiqin

Oprecht na oprecht?

أَيْنَ السَّبِيلُ بَعْدَ السَّبِيلِ

ayna al-sabīlu ba`da al-sabīl

Waar is het pad na het pad?

أَيْنَ الْخِيَرَةُ بَعْدَ الْخِيَرَةِ

ayna al-khiyaratu ba`da al-khiyarah

Waar is de keuze na de keuze?

أَيْنَ الشُّمُوسُ الطَّالِعَةُ

ayna al-shumūsu al-ṭāli`ah

Waar zijn de opgaande zonnen?

أَيْنَ الأقْمَارُ المُنِيرَةُ

ayna al-aqmaru al-munīrah

Waar zijn de verlichte manen?

ايْنَ ٱلانْجُمُ ٱلزَّاهِرَةُ

ayna al-anjumu alzzahiratu

Waar zijn de schitterende sterren?

ايْنَ اعْلاَمُ ٱلدِّينِ

ayna a`lamu alddini

Waar zijn de vlaggen van het geloof?

وَقَوَاعِدُ ٱلْعِلْمِ

wa qawaidu alilmi

En waar zijn de fundamenten van kennis?

ايْنَ بَقِيَّةُ ٱللَّهِ

ayna baqiyyatu allahi

Waar is het overblijfsel van Allah

ٱلَّتِي لاَ تَخْلُو مِنَ ٱلْعِتْرَةِ ٱلْهَادِيةِ

allati la takhlu min al`itrati alhadiyati

dat vertegenwoordigd wordt door individuen van de leidende (profetische) nakomelingen?

اينَ ٱلْمُعَدُّ لِقَطْعِ دَابِرِ ٱلظَّلَمَةِ

ayna almuaddu liqati dabiri alzzalamati

Waar is degene die voorbestemd is om de wortels van onrechtvaardigheid af te snijden?

ايْنَ ٱلْمُنْتَظَرُ لإِقَامَةِ ٱلامْتِ وَٱلعِوَجِ

ayna almuntazaru li'iqamati al-amti wal`iwaji

Waar is degene die wordt verwacht om de natie recht te zetten en onrechtvaardigheid te corrigeren?

اَيْنَ الْمُرْتَجَي لِأِزَالَةِ الْجَوْرِ وَ الْعُدْوَانِ

ayna almurtaja li'izalati aljawri wal`udwani

Waar is degene die wordt gehoopt om onderdrukking en agressie te verwijderen?

ايْنَ ٱلْمُدَّخَرُ لِتَجْدِيدِ ٱلْفَرَائِضِ وَٱلسُّنَنِ

ayna almuddakharu litajdidi alfara'idi walssunani

Waar is degene die is voorbereid om de verplichtingen en tradities te vernieuwen?

اَيْنَ الْمُتَخَيِّرُ لِاِ عَادَةِ الْمِلَّةِ وَ الشَرِّيْعَةِ

ayna almutakhayyaru li'iadati almillati walshshariati

Waar is degene die is uitgekozen om het geloof en het wettelijk systeem te herstellen?

اَيْنَ الْمُؤَمَّلُ لِأِحْيَآءِ الْكِتَابِ وَ حُدُوْدِهِ

ayna almu'ammalu li'ihya'i alkitabi wa hududihi

Waar is degene die wordt verwacht om het Boek en zijn voorschriften te doen herleven?

ايْنَ مُحْيِي مَعَالِمِ ٱلدِّينِ وَاهْلِهِ

ayna muhyi ma`alimi alddini wa ahlihi

Waar is degene die de fundamenten van het geloof en zijn mensen doet herleven?

ايْنَ قَاصِمُ شَوْكَةِ ٱلْمُعْتَدِينَ

ayna qasimu shawkati almu`tadina

Waar is degene die de macht van de agressors zal breken?

ايْنَ هَادِمُ ابْنِيَةِ ٱلشِّرْكِ وَٱلنِّفَاقِ

ayna hadimu abniyati alshshirki walnnifaqi

Waar is degene die de fundamenten van polytheïsme en huichelarij zal vernietigen?

ايْنَ مُبِيدُ اهْلِ ٱلْفُسُوقِ

ayna mubidu ahli alfusuqi

Waar is degene die de mensen van verdorvenheid zal uitroeien,

وَٱلْعِصْيَانِ وَٱلطُّغْيَانِ

wal`isyani walttughyani

de ongehoorzaamheid en tirannie?

ايْنَ حَاصِدُ فُرُوعِ ٱلْغَيِّ وَٱلشِّقَاقِ

ayna hasidu furu`i alghayyi walshshiqaqi

Waar is degene die de vertakkingen van dwaling en onenigheid zal afsnijden?

ايْنَ طَامِسُ آثَارِ ٱلزَّيْغِ وَٱلاهْوَاءِ

ayna tamisu athari alzzayghi wal-ahwa'i

Waar is degene die de sporen van afwijking en persoonlijke verlangens zal uitwissen?

ايْنَ قَاطِعُ حَبَائِلِ ٱلْكِذْبِ وَٱلٱِفْتِرَاءِ

ayna qati`u haba'ili alkidhbi waliftira'i

Waar is degene die de banden van leugens en valse beschuldigingen zal doorsnijden?

ايْنَ مُبِيدُ ٱلْعُتَاةِ وَٱلْمَرَدَةِ

ayna mubidu al`utati walmaradati

Waar is degene die de opstandige en volhardende rebellen zal vernietigen?

ايْنَ مُسْتَاصِلُ اهْلِ ٱلْعِنَادِ وَٱلتَّضْلِيلِ وَٱلإِلْحَادِ

ayna musta'silu ahli al`inadi walttadlili wal-ilhadi

Waar is degene die de mensen van koppigheid, misleiding en ongeloof zal verwijderen?

ايْنَ مُعِزُّ ٱلاوْلِيَاءِ وَمُذِلُّ ٱلاعْدَاءِ

ayna muizzu al-awliya'i wa mudhillu al-ada'i

Waar is degene die de heiligen zal verheffen en de vijanden zal vernederen?

ايْنَ جَامِعُ ٱلْكَلِمَةِ عَلَىٰ ٱلتَّقْوَىٰ

ayna jamiu alkalimati ala alttaqwa

Waar is degene die alle woorden tot godsvrucht verzamelt?

ايْنَ بَابُ ٱللَّهِ ٱلَّذِي مِنْهُ يُؤْتَىٰ

ayna babu allahi alladhi minhu yu'ta

Waar is de poort van Allah waardoor mensen worden begiftigd?

اَيْنَ وَجْهُ اللَّهِ الَّذِيْ اِلَيْهِ يَتَوَجَّهُ ٱلاوْلِيَاءُ

ayna wajhu allahi alladhi ilayhi yatawajjahu al-awliya'u

Waar is het gezicht van Allah waarnaar de heiligen zich richten?

ايْنَ ٱلسَّبَبُ ٱلْمُتَّصِلُ بَيْنَ ٱلارْضِ وَٱلسَّمَاءِ

ayna alssababu almuttasilu bayna al-ardi walssama'i

Waar is het middel dat verbonden is tussen de aarde en de hemel?

ايْنَ صَاحِبُ يَوْمِ ٱلْفَتْحِ

ayna sahibu yawmi alfathi

Waar is de metgezel van de Dag van Overwinning

وَنَاشِرُ رَايَةِ ٱلْهُدَىٰ

wa nashiru rayati alhuda

en de drager van de vaandel van juiste leiding?

ايْنَ مُؤَلِّفُ شَمْلِ ٱلصَّلاَحِ وَٱلرِّضَا

ayna mu'allifu shamli alssalahi walrrida

Waar is degene die de eenheid van goedheid en tevredenheid bewerkstelligt?

ايْنَ ٱلطَّالِبُ بِذُحُولِ ٱلانْبِيَاءِ وَابْنَاءِ ٱلانْبِيَاءِ

ayna alttalibu bidhuhuli al-anbiya'i wa abna'i al-anbiya'i

Waar is degene die wraak zoekt voor de profeten en hun nakomelingen?

ايْنَ ٱلطَّالِبُ بِدَمِ ٱلْمَقْتُولِ بِكَرْبَلاَءَ

ayna alttalibu bidami almaqtuli bikarbala'a

Waar is degene die wraak zoekt voor het bloed dat vergoten is in Karbala?

ايْنَ ٱلْمَنْصُورُ عَلَىٰ مَنِ ٱعْتَدَىٰ عَلَيْهِ وَٱفْتَرَىٰ

ayna almansuru ala man itada `alayhi waftara

Waar is degene die wordt gesteund tegen degene die tegen hem heeft gehandeld en leugens heeft verspreid?

اَيْنَ الْمُضْطَرُّ الَّذِى يُجَّابُ اِذَا دَعَا

ayna almudtarru alladhi yujabu idha da`a

Waar is degene die gehoord wordt wanneer hij in nood roept?

ايْنَ صَدْرُ ٱلْخَلاَئِقِ ذُوُ ٱلْبِرِّ وَٱلتَّقْوَىٰ

ayna sadru alkhala'iqi dhu albirri walttaqwa

Waar is het hart van de schepping, dat is vervuld van goedheid en godsvrucht?

ايْنَ ابْنُ ٱلنَّبِيِّ ٱلْمُصْطَفَىٰ

ayna ibnu alnnabiyyi almustafa

Waar is de zoon van de uitverkoren Profeet,

وَٱبْنُ عَلِيٍّ ٱلْمُرْتَضَىٰ

wabnu `aliyyin almurtada

en de zoon van Ali, de welbehaagde,

وَٱبْنُ خَدِيـجَةَ ٱلْغَرَّاءِ

wabnu khadijata algharra'i

De zoon van Khadijah, de schitterende dame,

وَٱبْنُ فَاطِمَةَ ٱلْكُبْرَىٰ

wabnu fatimata alkubra

en de zoon van Fatimah, de grote dame?

بِابِي انْتَ وَامِّي

bi'abi anta wa ummi

Moge mijn vader en moeder een losprijs voor u zijn.

وَنَفْسِي لَكَ ٱلْوِقَاءُ وَٱلْحِمَىٰ

wa nafsi laka alwiqa'u walhima

Moge mijn ziel uw bescherming en schild zijn.

يَا بْنَ ٱلسَّادَةِ ٱلْمُقَرَّبِينَ

yabna alssadati almuqarrabina

O zoon van de edelen, dichtbij gebracht!

يَا بْنَ ٱلنُّجَبَاءِ ٱلاكْرَمِينَ

yabna alnnujaba'i al-akramina

O zoon van de meest eerwaardige en opmerkelijke!

يَا بْنَ ٱلْهُدَاةِ ٱلْمَهْدِيِّينَ

yabna alhudati almahdiyyina

O zoon van de leiders naar de juiste weg!

يَا بْنَ ٱلْخِيَرَةِ ٱلْمُهَذَّبِينَ

yabna alkhiyarati almuhadhdhabina

O zoon van de verfijnden en welgemanierden!

يَا بْنَ ٱلْغَطَارِفَةِ ٱلانْجَبِينَ

yabna alghatarifati al-anjabina

O zoon van de edelmoedigen en uitverkorenen!

يَا بْنَ ٱلاطَائِبِ ٱلْمُطَهَّرِينَ

yabna al-ata'ibi almutahharina

O zoon van de reinen en de gezuiverden!

يَا بْنَ الْخَضَارِمَةِ ٱلْمُنْتَجَبِينَ

yabna alkhadarimati almuntajabina

O zoon van de vrijgevigen en de uitverkorenen!

يَا بْنَ ٱلْقَمَاقِمَةِ ٱلاكْرَمِينَ

yabna alqamaqimati al-akramina

O zoon van de royale en edele!

يَا بْنَ ٱلْبُدُورِ ٱلْمُنِيرَةِ

yabna albuduri almunirati

O zoon van de stralende volle manen!

يَا بْنَ السُّرُجِ ٱلْمُضِيئَةِ

yabna alssuruji almudi'ati

O zoon van de stralende lantaarns!

يَا بْنَ الشُّهُبِ ٱلثَّاقِبَةِ

yabna alshshuhubi alththaqibati

O zoon van de doordringende vlammen!

يَا بْنَ الانْجُمِ ٱلزَّاهِرَةِ

yabna al-anjumi alzzahirati

O zoon van de stralende sterren!

يَا بْنَ السُّبُلِ ٱلْوَاضِحَةِ

yabna alssubuli alwadihati

O zoon van de duidelijke paden!

يَا بْنَ الاعْلاَمِ ٱللاَّئِحَةِ

yabna al-a`lami alla'ihati

O zoon van de zichtbare tekenen!

يَا بْنَ الْعُلُومِ ٱلْكَامِلَةِ

yabna al`ulumi alkamilati

O zoon van de volmaakte kennis!

يَا بْنَ السُّنَنِ ٱلْمَشْهُورَةِ

yabna alssunani almashhurati

O zoon van de bekende tradities!

يَا بْنَ الْمَعَالِمِ ٱلْمَاثُورَةِ

yabna alma`alimi alma'thurati

O zoon van de bewezen kenmerken!

يَا بْنَ الْمُعْجِزَاتِ ٱلْمَوْجُودَةِ

yabna almu`jizati almawjudati

O zoon van de bestaande wonderen!

يَا بْنَ الدَّلاَئِلِ ٱلْمَشْهُودَةِ

yabna alddala'ili almashhudati

O zoon van de getuigde bewijzen!

يَا بْنَ الصِّرَاطِ ٱلْمُسْتَقِيمِ

yabna alssirati almustaqimi

O zoon van het rechte pad!

يَا بْنَ النَّبَإِ ٱلْعَظِيمِ

yabna alnnaba'i al`azimi

O zoon van het grootse nieuws!

يَا بْنَ مَنْ هُوَ فِي امِّ ٱلْكِتَابِ لَدَىٰ ٱللَّهِ عَلِيٌّ حَكِيمٌ

yabna man huwa fi ummi alkitabi lada allahi `aliyyun hakimun

O zoon van degene die in de Moeder van het Boek bij Allah verheven is en wijs is.

يَا بْنَ ٱلآيَاتِ وَٱلْبَيِّنَاتِ

yabna al-ayati walbayyinati

O zoon van tekenen en duidelijke bewijzen!

يَا بْنَ ٱلدَّلاَئِلِ ٱلظَّاهِرَاتِ

yabna alddala'ili alzzahirati

O zoon van heldere bewijzen!

يَا بْنَ الْبَرَاهِينِ ٱلْوَاضِحَاتِ ٱلْبَاهِرَاتِ

yabna albarahini alwadihati albahirati

O zoon van overtuigende en schitterende bewijzen!

يَا بْنَ ٱلْحُجَجِ ٱلْبَالِغَاتِ

yabna alhujaji albalighati

O zoon van de overtuigende argumenten!

يَا بْنَ ٱلنِّعَمِ ٱلسَّابِغَاتِ

yabna alnni`ami alssabighati

O zoon van overvloedige zegeningen!

يَا بْنَ طـٰهٰ وَٱلْمُحْكَمَاتِ

yabna taha walmuhkamati

O zoon van Taha en de beslissende (verzen)!

يَا بْنَ يـٰس وَٱلذَّارِيَاتِ

yabna yasin waldhdhariyati

O zoon van Yasin en al-Dhariyat (de wervelwinden)!

يَا بْنَ ٱلطُّورِ وَٱلْعَادِيَاتِ

yabna altturi wal`adiyati

O zoon van de Berg Toer (van Openbaring) en de galopperende paarden!

يَا بْنَ مَنْ دَنَا فَتَدَلَّىٰ

yabna man dana fatadalla

O zoon van hem die dichterbij kwam en zich toen neerboog;

فَكَانَ قَابَ قَوْسَيْنِ اوْ ادْنَىٰ

fakana qaba qawsayni aw adna

daarbij was de afstand van twee bogenlengtes of nog dichterbij;

دُنُوّاً وَٱقْتِرَاباً مِنَ ٱلْعَلِيِّ ٱلاعْلَىٰ

dunuwwan waqtiraban min al`aliyyi al-a`la

zo dichtbij en nabij de Allerhoogste (Heer)!

لَيْتَ شِعْرِي ايْنَ ٱسْتَقَرَّتْ بِكَ ٱلنَّوَىٰ

layta shi`ri ayna istaqarrat bika alnnawa

O, had ik geweten waar jouw verblijfplaats is!

بَلْ ايُّ ارْضٍ تُقِلُّكَ اوْ ثَرَىٰ

bal ayya ardin tuqilluka aw thara

Welk land of welke grond draagt jou?

ابِرَضْوَىٰ اوْ غَيْرِهَا امْ ذِي طُوَىٰ

abiradwa aw ghayriha am dhi tuwa

Is het in Radwa of elders in Dhi-Tuwa?

عَزِيزٌ عَلَيَّ انْ ارَىٰ ٱلْخَلْقَ وَلاَ تُرَىٰ

`azizun `alayya an ara alkhalqa wa la tura

Het valt me zwaar dat ik de schepselen zie, maar jou niet kan waarnemen.

وَلاَ اسْمَعُ لَكَ حَسِيساً وَلاَ نَجْوَىٰ

wa la asma`u laka hasisan wa la najwa

En ik kan jou niet horen, noch enig gefluister.

عَزِيزٌ عَلَيَّ انْ تُحِيطَ بِكَ دُونِيَ ٱلْبَلْوَىٰ

`azizun `alayya an tuhita bika duniya albalwa

Het valt me zwaar dat moeilijkheden jou omringen en mij niet.

وَلاَ يَنَالُكَ مِنِّي ضَجِيجٌ وَلاَ شَكْوَىٰ

wa la yanaluka minni dajijun wa la shakwa

En jij ontvangt geen klachten of zorgen van mij.

بِنَفْسِي انْتَ مِنْ مُغَيَّبٍ لَمْ يَخْلُ مِنَّا

binafsi anta min mughayyabin lam yakhlu minna

Moge mijn ziel een losprijs voor jou zijn; hoewel jij voor ons verborgen bent,

بِنَفْسِي انْتَ مِنْ نَازِحٍ مَا نَزَحَ عَنَّا

binafsi anta min nazihin ma nazaha `anna

Moge mijn ziel een losprijs voor jou zijn; hoewel jij van ons weg bent,

بِنَفْسِي انْتَ امْنِيَّةُ شَائِقٍ يَتَمَنَّىٰ

binafsi anta umniyyatu sha'iqin yatamanna

Moge mijn ziel een losprijs voor jou zijn; jij bent de wens van een vurige gelovige die naar jou verlangt.

مِنْ مُؤْمِنٍ وَمُؤْمِنَةٍ ذَكَرَا فَحَنَّا

min mu'minin wa mu'minatin dhakara fahanna

Van een gelovige man en vrouw die jou noemen en naar jou verlangen.

بِنَفْسِي انْتَ مِنْ عَقِيدِ عِزٍّ لاَ يُسَامَىٰ

binafsi anta min `aqidi `izzin la yusama

Moge mijn ziel een losprijs voor jou zijn; jij bent onwrikbaar in waardigheid en wordt niet geëvenaard.

بِنَفْسِيْ اَنْتَ مِنْ اَثِيْلِ مَجْدٍ لاَ يُجَارَىٰ

binafsi anta min athili majdin la yujara

Moge mijn ziel een losprijs voor jou zijn; jij bent de meest verheven in glorie, die niet kan worden geëvenaard.

بِنَفْسِيْ اَنْتَ مِنْ تِلاَدِنِعَمٍ لاَتُضَاهَي

binafsi anta min tiladi ni`amin la tudaha

Moge mijn ziel een losprijs voor jou zijn; jij bent de bron van zegeningen die niet geëvenaard kan worden.

بِنَفْسِي انْتَ مِنْ نَصِيفِ شَرَفٍ لاَ يُسَاوَىٰ

binafsi anta min nasifi sharafin la yusawa

Moge mijn ziel een losprijs voor jou zijn; jij bent ongeëvenaard in eer en waardigheid.

إِلَىٰ مَتَىٰ احَارُ فِيكَ يَا مَوْلاَيَ وَإِلَىٰ مَتَىٰ

ila mata aharu fika ya mawlaya wa ila mata

Hoe lang zal ik in verwarring zijn over jou, o mijn meester, en tot wanneer?

وَايَّ خِطَابٍ اصِفُ فِيكَ وَايَّ نَجْوَىٰ

wa ayya khitabin asifu fika wa ayya najwa

Welke woorden kan ik over jou uitspreken en welke geheime gesprekken kunnen er over jou zijn?

عَزِيزٌ عَلَيَّ انْ اجَابَ دُونَكَ وَانَاغَىٰ

`azizun `alayya an ujaba dunaka wa unagha

Het valt me zwaar dat ik antwoorden ontvang, maar jij niet.

عَزِيزٌ عَلَيَّ انْ ابْكِيَكَ وَيَخْذُلَكَ ٱلْوَرَىٰ

`azizun `alayya an abkiyaka wa yakhdhulaka alwara

Het valt me zwaar dat ik voor jou huil, terwijl anderen je in de steek laten.

عَزِيزٌ عَلَيَّ انْ يَجْرِيَ عَلَيْكَ دُونَهُمْ مَا جَرَىٰ

`azizun `alayya an yajriya `alayka dunahum ma jara

Het valt me zwaar dat er gebeurtenissen bij jou plaatsvinden die anderen bespaard blijven.

هَلْ مِنْ مُعِينٍ فَاطِيلَ مَعَهُ ٱلْعَوِيلَ وَٱلْبُكَاءَ

hal min mu`inin fa'utila ma`ahu al`awila walbuka'a

Is er iemand die me zal helpen huilen en rouwen zoals ik wens?

هَلْ مِنْ جَزُوعٍ فَاسَاعِدَ جَزَعَهُ إِذَا خَلاَ

hal min jazu`in fa'usa`ida jaza`ahu idha khala

Is er iemand die me zal bijstaan in mijn verdriet als hij weg is?

هَلْ قَذِيَتْ عَيْنٌ فَسَاعَدَتْهَا عَيْنِي عَلَىٰ ٱلْقَذَىٰ

hal qadhiyat `aynun fasa`adat-ha `ayni `ala alqadha

Heeft een oog dat traant hulp nodig van mijn oog bij het vergieten van tranen?

هَلْ إِلَيْكَ يَا بْنَ احْمَدَ سَبِيلٌ فَتُلْقَىٰ

hal ilayka yabna ahmada sabilun fatulqa

Is er een manier om jou te ontmoeten, o zoon van Ahmad (de Profeet)?

هَلْ يَتَّصِلُ يَوْمُنَا مِنْكَ بِعِدَةٍ فَنَحْظَىٰ

hal yattasilu yawmuna minka bi`idatin fanahza

Zal onze dag beloofd zijn om jouw dag in te halen en zullen we zo onze hoop verwezenlijken?

مَتَىٰ نَرِدُ مَنَاهِلَكَ ٱلرَّوِيَّةَ فَنَرْوَىٰ

mata naridu manahilaka alrrawiyyata fanarwa

Wanneer zullen we in staat zijn om de bronnen van jouw verfrissing te bereiken en zullen we dan verzadigd worden?

مَتَىٰ نَنْتَقِعُ مِنْ عَذْبِ مَائِكَ

mata nantaqi`u min `adhbi ma'ika

Wanneer zullen we onze dorst kunnen lessen met jouw fris water,

فَقَدْ طَالَ ٱلصَّدَىٰ

faqad tala alssada

want de dorst heeft te lang geduurd?

مَتَىٰ نُغَادِيكَ وَنُرَاوِحُكَ فَنُقِرَّ عَيْناً

mata nughadika wa nurawihuka fanuqirra `aynan

Wanneer zullen we jou begeleiden in komen en gaan, zodat onze ogen zullen genieten?

مَتَىٰ تَرَانَا وَنَرَاكَ وَقَدْ نَشَرْتَ لِوَاءَ ٱلنَّصْرِ تُرَىٰ

mata tarana wa naraka wa qad nasharta liwa'a alnnasri tura

Wanneer zul je ons zien en zien wij jou, terwijl je het vaandel van overwinning hebt verspreid?

اتَرَانَا نَحُفُّ بِكَ وَانْتَ تَؤُمُّ ٱلْمَلَا

atarana nahuffu bika wa anta ta'ummu almala'a

Kunnen we om je heen staan terwijl je de groepen leidt,

وَقَدْ مَلَاتَ ٱلارْضَ عَدْلاَ

wa qad mala'ta al-arda `adla

nadat je de aarde hebt vervuld met rechtvaardigheid,

وَاذَقْتَ اعْدَاءَكَ هَوَاناً وَعِقَاباً

wa adhaqta a`da'aka hawanan wa `iqaban

heb je je vijanden vernederd en gestraft,

وَابَرْتَ ٱلْعُتَاةَ وَجَحَدَةَ ٱلْحَقِّ

wa abarta al`utata wa jahadata alhaqqi

heb je de uitdagende leugenaars tenietgedaan,

وَقَطَعْتَ دَابِرَ ٱلْمُتَكَبِّرِينَ

wa qata`ta dabira almutakabbirina

heb je de wortels van de arroganten afgesneden,

وَٱجْتَثَثْتَ اصُولَ ٱلظَّالِمِينَ

wajtathathta usula alzzalimina

heb je de bronnen van de onderdrukkers uitgeroeid,

وَنَحْنُ نَقُولُ ٱلْحَمْدُ لِلَّهِ رَبِّ ٱلْعَالَمِينَ

wa nahnu naqulu alhamdu lillahi rabbi al`alamina

en wij blijven zeggen: "Alle lof zij Allah, de Heer der werelden."

اَللَّهُمَّ انْتَ كَشَّافُ ْٱلكُرَبِ وَٱلْبَلْوَىٰ

allahumma anta kashshafu alkurabi walbalwa

O Allah, U bent werkelijk de Verlichter van beproevingen en moeilijkheden.

وَإِلَيْكَ اسْتَعْدِي فَعِنْدَكَ ٱلْعَدْوَىٰ

wa ilayka asta`di fa`indaka al`adwa

Tot U wend ik mij voor hulp, want bij U is de oplossing,

وَانْتَ رَبُّ ٱلآخِرَةِ وَٱلدُّنْيَا

wa anta rabbu al-akhirati walddunya

en U bent de Heer van het Hiernamaals en deze wereld.

فَاغِثْ يَا غِيَاثَ ٱلْمُسْتَغِيثِينَ عُبَيْدَكَ ٱلْمُبْتَلَىٰ

fa'aghith ya ghiyatha almustaghithina `ubaydaka almubtala

Dus, geef bijstand, o Redder van degenen die hulp zoeken, aan Uw beproefde en hulpzoekende dienaar,

وَارِهِ سَيِّدَهُ يَا شَدِيدَ ٱلْقُوَىٰ

wa arihi sayyidahu ya shadida alquwa

toon hem zijn meester, o Sterke van Kracht,

وَازِلْ عَنْهُ بِهِ ٱلاسَىٰ وَٱلْجَوَىٰ

wa azil `anhu bihi al-asa waljawa

verwijder zijn zorgen en angsten door hem,

وَبَرِّدْ غَلِيلَهُ يَا مَنْ عَلَىٰ ٱلْعَرْشِ ٱسْتَوَىٰ

wa barrid ghalilahu ya man `ala al`arshi istawa

zijn wensen te vervullen, o Degene die de Troon heeft bestegen,

وَمَنْ إِلَيْهِ ٱلرُّجْعَىٰ وَٱلْمُنْتَهَىٰ

wa man ilayhi alrruj`a walmuntaha

en tot Wie de terugkeer en het uiteindelijke doel behoort.

اَللَّهُمَّ وَنَحْنُ عَبِيدُكَ ٱلتَّائِقُونَ إِلَىٰ وَلِيِّكَ

allahumma wa nahnu `abiduka altta'iquna ila waliyyika

O Allah, wij zijn Uw dienaren die sterk verlangen om Uw vertegenwoordiger te ontmoeten,

ٱلْمُذَكِّرِ بِكَ وَبِنَبِيِّكَ

almudhakkiri bika wa binabiyyika

die U gedenkt en Uw Profeet gedenkt;

خَلَقْتَهُ لَنَا عِصْمَةً وَمَلاَذاً

khalaqtahu lana `ismatan wa maladhan

U hebt hem voor ons geschapen als bescherming en toevlucht,

وَاقَمْتَهُ لَنَا قِوَاماً وَمَعَاذاً

wa aqamtahu lana qiwaman wa ma`adhan

U hebt hem voor ons als steunpilaar en bron van hulp opgesteld,

وَجَعَلْتَهُ لِلْمُؤْمِنِينَ مِنَّا إِمَاماً

wa ja`altahu lilmu'minina minna imaman

en U hebt hem als leider van de gelovigen onder ons aangesteld.

فَبَلِّغْهُ مِنَّا تَحِيَّةً وَسَلاَماً

faballighhu minna tahiyyatan wa salaman

Dus, breng hem onze groeten en vrede over,

وَزِدْنَا بِذٰلِكَ يَا رَبِّ إِكْرَاماً

wa zidna bidhalika ya rabbi ikraman

en verhoog daarmee onze eer, o mijn Heer,

وَٱجْعَلْ مُسْتَقَرَّهُ لَنَا مُسْتَقَرّاً وَمُقَاماً

waj`al mustaqarrahu lana mustaqarran wa muqaman

en maak zijn verblijfplaats een vaste en veilige plek voor ons,

وَاتْمِمْ نِعْمَتَكَ بِتَقْدِيـمِكَ إِيَّاهُ امَامَنَا

wa atmim ni`mataka bitaqdimika iyyahu amamana

en voltooi Uw gunsten door hem voor ons te laten dienen als onze leider,

حَتَّىٰ تُورِدَنَا جِنَانَكَ

hatta turidana jinanaka

zodat U ons naar Uw Paradijstuinen leidt

وَمُرَافَقَةَ ٱلشُّهَدَاءِ مِنْ خُلَصَائِكَ

wa murafaqata alshshuhada'i min khulasa'ika

en de metgezellen te zijn van de getrouwe martelaren uit Uw uitverkorenen.

اَللَّهُمَّ صَلِّ عَلَىٰ مُحَمَّدٍ وَآلِ مُحَمَّدٍ

allahumma salli `ala muhammadin wa ali muhammadin

O Allah, zegen Muhammad en de Familie van Muhammad;

وَصَلِّ عَلَىٰ مُحَمَّدٍ جَدِّهِ وَرَسُولِكَ

wa salli `ala muhammadin jaddihi wa rasulika

en zegen Muhammad, zijn grootvader, en Uw boodschapper;

ٱلسَّيِّدِ ٱلاكْبَرِ

alssayyidi al-akbari

de grootste heer,

وَعَلَىٰ ابِيهِ ٱلسَّيِّدِ ٱلاصْغَرِ

wa `ala abihi alssayyidi al-asghari

en zijn vader, de kleinere heer,

وَجَدَّتِهِ ٱلصِّدِّيقَةِ ٱلْكُبْرَىٰ

wa jaddatihi alssiddiqati alkubra

zijn grootmoeder, de grote waarachtige,

فَاطِمَةَ بِنْتِ مُحَمَّدٍ

fatimata binti muhammadin

Fatimah, de dochter van Muhammad,

صَلَّىٰ ٱللَّهُ عَلَيْهِ وَآلِهِ

slla allah `alihi wa alihi

vrede zij met hem en zijn Familie,

وَعَلَىٰ مَنِ ٱصْطَفَيْتَ مِنْ آبَائِهِ ٱلْبَرَرَةِ

wa `ala man istafayta min aba'ihi albararati

en met degenen die U hebt uitgekozen van zijn deugdzame voorvaders,

وَعَلَيْهِ افْضَلَ وَاكْمَلَ

wa `alayhi afdala wa akmala

en met hem, de beste en meest volmaakte,

وَاتَمَّ وَادْوَمَ

wa atamma wa adwama

en diegene die volmaakt en eeuwig blijft bestaan,

وَاكْثَرَ وَاوْفَرَ

wa akthara wa awfara

en diegene die talrijk en overvloedig is,

مَا صَلَّيْتَ عَلَىٰ احَدٍ مِنْ اصْفِيَائِكَ

ma sallayta `ala ahadin min asfiya'ika

Zoals U heeft gezegend onder Uw uitgelezen dienaren,

وَخِيَرَتِكَ مِنْ خَلْقِكَ

wa khiyaratika min khalqika

en Uw besten onder Uw schepselen.

وَصَلِّ عَلَيْهِ صَلاَةً لاَ غَايَةَ لِعَدَدِهَا

wa salli `alayhi salatan la ghayata li`adadiha

En (please) zegen hem met zegeningen waarvan het aantal oneindig is,

وَلاَ نِهَايَةَ لِمَدَدِهَا

wa la nihayata limadadiha

waarvan de duur oneindig is,

وَلاَ نَفَادَ لاِمَدِهَا

wa la nafada li'amadiha

en waarvan de eindigheid nooit zal komen.

اَللَّهُمَّ وَاقِمْ بِهِ ٱلْحَقَّ

allahumma wa aqim bihi alhaqqa

O Allah! Door hem, vestig alle rechten,

وَادْحِضْ بِهِ ٱلْبَاطِلَ

wa adhid bihi albatila

Weerleg het volledig onjuiste,

وَادِلْ بِهِ اوْلِيَاءَكَ

wa adil bihi awliya'aka

Gunst geven aan Uw getrouwen,

وَاذْلِلْ بِهِ اعْدَاءَكَ

wa adhlil bihi a`da'aka

Uw vijanden vernederen,

وَصِلِ ٱللَّهُمَّ بَيْنَنَا وَبَيْنَهُ

wa sil allahumma baynana wa baynahu

Vestig, o Allah, tussen hem en ons

وُصْلَةً تُؤَدِّي إِلَىٰ مُرَافَقَةِ سَلَفِهِ

wuslatan tu'addi ila murafaqati salafihi

een verbinding die ons leidt om zijn voorouders te vergezellen,

وَٱجْعَلْنَا مِمَّنْ يَاخُذُ بِحُجْزَتِهِمْ

waj`alna mimman ya'khudhu bihujzatihim

neem ons op bij degenen die wraak zullen nemen

وَيَمْكُثُ فِي ظِلِّهِمْ

wa yamkuthu fi zillihim

en die voortdurend onder hun bescherming blijven,

وَاعِنَّا عَلَىٰ تَادِيَةِ حُقُوقِهِ إِلَيْهِ

wa a`inna `ala ta'diyati huquqihi ilayhi

help ons bij het vervullen van onze verplichtingen jegens hem,

وَٱلِٱجْتِهَادِ فِي طَاعَتِهِ

walijtihadi fi ta`atihi

en in het streven naar gehoorzaamheid aan hem

وَٱجْتِنَابِ مَعْصِيَتِهِ

wajtinabi ma`siyatihi

en het vermijden van ongehoorzaamheid aan hem,

وَٱمْنُنْ عَلَيْنَا بِرِضَاهُ

wamnun `alayna biridahu

begunstig ons met het verkrijgen van zijn welbehagen,

وَهَبْ لَنَا رَافَتَهُ وَرَحْمَتَهُ

wa hab lana ra'fatahu wa rahmatahu

en schenk ons zijn genegenheid, barmhartigheid,

وَدُعَاءَهُ وَخَيْرَهُ

wa du`a'ahu wa khayrahu

zijn gebed (voor ons) en zijn goedheid

مَا نَنَالُ بِهِ سَعَةً مِنْ رَحْمَتِكَ

ma nanalu bihi sa`atan min rahmatika

opdat wij door hem overvloedige genade van U zullen verkrijgen

وَفَوْزاً عِنْدَكَ

wa fawzan `indaka

en succes bij U.

وَٱجْعَلْ صَلاَتَنَا بِهِ مَقبُولَةً

waj`al salatana bihi maqbulatan

En maak onze gebeden door hem aanvaard,

وَذُنُوبَنَا بِهِ مَغْفُورَةً

wa dhunubana bihi maghfuratan

en onze zonden vergeven,

وَدُعَاءَنَا بِهِ مُسْتَجَاباً

wa du`a'ana bihi mustajaban

en onze smeekbeden verhoord.

وَٱجْعَلْ ارْزَاقَنَا بِهِ مَبْسُوطَةً

waj`al arzaqana bihi mabsutatan

En vergroot onze voorzieningen door hem,

وَهُمُومَنَا بِهِ مَكْفِيَّةً

wa humumana bihi makfiyyatan

en verlicht onze zorgen door hem,

وَحَوَائِجَنَا بِهِ مَقْضِيَّةً

wa hawa'ijana bihi maqdiyyatan

en vervul onze behoeften door hem.

وَاقْبِلْ إِلَيْنَا بِوَجْهِكَ ٱلْكَرِيـمِ

wa aqbil ilayna biwajhika alkarimi

En ontvang ons met Uw Nobele Aangezicht,

وَٱقْبَلْ تَقَرُّبَنَا إِلَيْكَ

waqbal taqarrubana ilayka

aanvaard onze toenadering tot U,

وَٱنْظُرْ إِلَيْنَا نَظْرَةً رَحِيمَةً

wanzur ilayna nazratan rahimatan

en kijk met barmhartigheid naar ons

نَسْتَكْمِلُ بِهَا ٱلْكَرَامَةَ عِنْدَكَ

nastakmilu biha alkaramata `indaka

waardoor we perfecte eer bij U zullen bereiken;

ثُمَّ لاَ تَصْرِفْهَا عَنَّا بِجُودِكَ

thumma la tasrifha `anna bijudika

en onttrek dit niet aan ons door Uw vrijgevigheid,

وَٱسْقِنَا مِنْ حَوْضِ جَدِّهِ

wasqina min hawdi jaddihi

en schenk ons te drinken uit het Bekken van zijn grootvader,

صَلَّىٰ ٱللَّهُ عَلَيْهِ وَآلِهِ

salla allahu `alayhi wa alihi

moge Allah hem en zijn Familie zegenen,

بِكَاسِهِ وَبِيَدِهِ

bika'sihi wa biyadihi

uit zijn eigen beker en met zijn eigen hand,

رَيّاً رَوِيّاً

rayyan rawiyyan

zo'n vullende, verzadigende,

هَنِيئاً سَائِغاً

hani'an sa'ighan

plezierige en heerlijke drank

لاَ ظَمَا بَعْدَهُ

la zama'a ba`dahu

waarvan we daarna nooit dorst zullen lijden.

يَا ارْحَمَ ٱلرَّاحِمينَ

ya arhama alrrahimina

O meest Barmhartige der barmhartigen!

Dua Kumayl: Verlangende aanroep van Kumayl

De smeekbede van Kumayl ibn Ziyad al-Nakha'i, een van de nauwe discipelen van Imam Ali, de leider der gelovigen (vrede zij met hem).

Dit is een van de bekende smeekbeden. Het wordt toegeschreven aan profeet al-Khadir (vrede zij met hem). Allamah al-Majlisi zegt dat dit de beste van alle smeekbeden is, die Imam Ali, de leider der gelovigen (vrede zij met hem), aan Kumayl heeft geleerd, een van zijn beste discipelen. Het wordt aanbevolen om deze smeekbede te reciteren tijdens de nachten van de middelste maand Sha'ban en elke donderdagavond (dat wil zeggen, de nachten voor vrijdagen). Het is nuttig om te beschermen tegen het kwaad van vijanden, om de poort van levensonderhoud te openen en om vergeving van zonden te vragen. Zowel Shaykh al-Tusi als Sayyid Ibn Tawus hebben deze smeekbede vastgelegd; echter, ik citeer het uit het boek Misbah al-Mutahajjid als volgt:

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَنِ الرَّحِيمِ

Bismillahi ’r-rahmani ’r-rahim

In de Naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

اللَّهُمَّ إِنِّي أَسْألُكَ بِرَحْمَتِكَ الَّتِي وَسِعَتْ كُلَّ شَيْء

Allahumma inni as-aluka bi-rahmatikal-lati wasi`at kul-la shay

O Allah, ik smeek U bij Uw barmhartigheid, die alles omvat;

وَبِقُوَّتِكَ الَّتِي قَهَرْتَ بِهَا كُلَّ شَيْء

wa bi-qu-watikal-lati qahar-ta biha kul-la shay

en bij Uw kracht, waarmee U alles beheerst;

وَخَضَعَ لَهَا كُلُّ شَيْء

wa khada`a laha kul-lu shay

en voor welke alles nederig is;

وَذَلَّ لَهَا كُلُّ شَيْء

wa dhal-la laha kul-lu shay

en voor welke alles zich buigt;

وَبِجَبرُوتِكَ الَّتِي غَلَبْتَ بِهَا كُلَّ شَيْء

wa bi-jabarutikal-lati ghalab-ta biha kul-la shay

en bij Uw onoverwinnelijkheid, waarmee U alles overweldigt;

وَبِعِزَّتِكَ الَّتِي لا يَقُومُ لَهَا شَيْءٌ

wa bi`izzatikal-lati la yaqumu laha shay

en bij Uw macht, waar niets tegen bestand is;

وَبِعَظَمَتِكَ الَّتِي مَلأَتْ كُلَّ شَيْء

wa bi`azamatikal-lati mala-at kul-la shay

en bij Uw grootsheid, die alles heeft vervuld;

وَبِسُلْطَانِكَ الَّذِي عَلاَ كُلَّ شَيْء

wa bisul-tanikal-ladhi `ala kul-la shay

en bij Uw gezag, dat boven alles uittorent;

وَبِوَجْهِكَ الْبَاقِي بَعْدَ فَنَاءِ كُلِّ شَيْء

wa bi-waj-hikal-baqi ba`da fana-i kul-li shay

en bij Uw eeuwig blijvend aangezicht, nadat alles vergaan is;

وَبِأَسْمَائِكَ الَّتِي مَلأَتْ أَرْكَانَ كُلِّ شَيْء

wa bi-as-ma-ikal-lati malat ar-kana kul-li shay

en bij Uw Namen, die de fundamenten van alles hebben gevuld;

وَبِعِلْمِكَ الَّذِي أَحَاطَ بِكُلِّ شَيْء

wa bi`il-mikal-ladhi ahata bikul-li shay

en bij Uw kennis, die alles omvat;

وَبِنُورِ وَجْهِكَ الَّذِي أَضَاءَ لَهُ كُلُّ شَيْء

wa bi-nuri waj-hikal-ladhi ada-a lahu kul-lu shay

en bij het licht van Uw gezicht, waarmee alles wordt verlicht!

يَا نُورُ يَا قُدُّوسُ

ya nuru ya qud-dus

O Licht! O Allerheiligste!

يَا أَوَّلَ الأَوَّلِينَ

ya aw-walal-aw-walin

O Eerste van de eersten

وَيَا آخِرَ الآخِرِينَ

wa ya a-khiral-a-khirin

en O Laatste van de laatsten!

اللَّهُمَ اغْفِرْ لِي تِلْكَ الذُّنُوبَ الَّتِي تَهتِكُ الْعِصَمَ

allahumma-igh-fir liyadh-dhunubal-lati tah-tikul`isam

O Allah, vergeef mij die zonden die de bescherming verbreken!

اللَّهُمَ اغْفِرْ لِي تِلْكَ الذُّنُوبَ الَّتِي تُنْزِلُ النِّقَمَ

allahumma-igh-fir liyadh-dhunubal-lati tunzilun-niqam

O Allah, vergeef mij die zonden die tegenspoed veroorzaken!

اللَّهُمَ اغْفِرْ لِي تِلْكَ الذُّنُوبَ الَّتِي تُغيِّرُ النِّعَمَ

allahumma-igh-fir liyadh-dhunubal-lati tughy-yirun-ni`am

O Allah, vergeef mij die zonden die zegeningen veranderen!

اللَّهُمَّ اغْفِرْ لِي تِلْكَ الذُّنُوبَ الَّتِي تَحْبِسُ الدُّعَاءَ

allahumma-igh-fir liyadh-dhunubal-lati tah-bisud-du’a

O Allah, vergeef mij die zonden die smeekbeden tegenhouden!

اَللَّهُمَّ اغْفِرْ لِيَ الذُّنُوبَ الَّتِي تَقْطَعُ الرَّجَاءَ

allahumma-igh-fir liyadh-dhunubal-lati taq-tau'r-raja

O Allah, vergeef mij die zonden die hoop verminderen!

اللَّهُمَّ اغْفِرْ لِي تِلْكَ الذُّنُوبَ الَّتِي تُنْزِلُ البَلاءَ

allahumma-igh-fir liyadh-dhunubal-lati tunzilul-bala

O Allah, vergeef mij die zonden die beproevingen teweegbrengen!

اللَّهُمَّ اغْفِرْ لِي كُلَّ ذَنْبٍ أَذْنَبْتُهُ وَكُلَّ خَطِيئَةٍ أَخْطَأْتُهَا

allahumma-igh-fir liya kul-la dham-bin adhnabtuhu wa kul-la khati-atin akh-tatuha

O Allah, vergeef mij elke zonde die ik heb begaan en elke fout die ik heb gemaakt!

اللَّهُمَّ إِنِّي أَتَقَرَّبُ إِلَيْكَ بِذِكْرِكَ

allahumma inni ataqarrabu ilayka bi-dhik-rik

O Allah, ik zoek toenadering tot U door U te gedenken,

وَأَسْتَشْفِعُ بِكَ إِلَي نَفْسِكَ

wa as-tash-fiu' bika ila naf-sik

En ik smeek U door middel van Uw eigen wezen,

وَأَسْأَلُكَ بِجُودِكَ أَن تُدْنِيَنِي مِن قُرْبِكَ

wa as-aluka bi-judika an tud-ni-yani min qur-bik

En ik vraag U bij Uw vrijgevigheid om mij dichter bij U te brengen,

وَأَن تُوزِعَنِي شُكْرَكَ

wa an tuzi`ani shuk-rak

En om mij dankbaarheid te schenken voor U,

وَأَن تُلْهِمَنِي ذِكْرَكَ

wa an tul-himani dhik-rak

En om mij Uw herinnering te laten inspireren.

اللَّهُمَّ إِنِّي أَسْأَلُكَ سُؤَالَ خَاضِعٍ مُّتَذَلِّلٍ خَاشِعٍ أَن تُسَامِحَنِي وَتَرْحَمَنِي

allahumma in-ni as-luka suala khadii'm-mutadhal-lilin kha-shii'n an tusamihani wa tar-hamani

O Allah, ik vraag U in de vorm van een nederige en berouwvolle smeekbede om mij te vergeven en barmhartig te zijn,

وَتَجْعَلَنِي بِقَسَمِكَ رَاضِياً قَانِعاً، وَفِي جَمِيعِ الأَحْوَاِل مُتَوَاضِعاً

wa taj-`alani bi-qasamika radiyan qani`n wa fi jamii'l-ah-wali mutawadi`aa

En om mij tevreden en tevreden te maken met Uw bepalingen en in alle omstandigheden nederig te zijn.

اللَّهُمَّ وَأَسْأَلُكَ سُؤَالَ مَنِ اشْتَدَّتْ فَاقَتُهُ

allahumma wa as-aluka suala manish-tad-dat faqatuh

O Allah, ik vraag U zoals iemand wiens behoefte dringend is,

وَأَنزَلَ بِكَ عِنْدَ الشَّدَائِدِ حَاجَتَهُ

wa anzala bika

i'ndash-shada-idi hajatahu

En die zijn noden bij U heeft gebracht in tijden van moeilijkheden,

وَعَظُمَ فِيمَا عِنْدَكَ رَغْبَتُهُ

wa `azuma fima i'ndaka ragh-batuhu

En wiens verlangen naar wat bij U is, groot is.

اللَّهُمَّ عَظُمَ سُلْطَانُكَ وَعَلاَ مَكَانُكَ

allahumma `azuma sul-tanuka wa `ala makanuk

O Allah, Uw macht is geweldig en Uw positie is verheven,

وَخَفِي مَكْرُكَ وَظَهَرَ أَمْرُكَ

wa khafiya mak-ruka wazahara am-ruk

En Uw plan is verborgen, en Uw bevel is duidelijk,

وَغَلَبَ قَهْرُكَ وَجَرَتْ قُدْرَتُكَ

wa ghalaba qah-ruka wa jarat qud-ratuk

En Uw onderwerping is overweldigend, en Uw macht is onbelemmerd,

وَلا يُمْكِنُ الْفِرَارُ مِنْ حُكُومَتِكَ

wa-la yum-kinul-firaru min huku-matik

En er is geen ontsnappen aan Uw heerschappij.

اللَّهُمَّ لا أَجِدُ لِذُنُوبِي غَافِرًا

allahumma la ajidu lidhunubi ghafira

O Allah, ik vind niemand die mijn zonden kan vergeven,

وَّلا لِقَبَائِحِي سَاتِرًا

wa-la liqaba-ihi satira

Noch iemand die mijn slechte daden kan verbergen.

وَّلا لِشَيْء مِّنْ عَمَلِي الْقَبِيحِ بِالْحَسَنِ مُبَدِّلاً غَيْرَكَ

wa-la lishayim-min `amali-yal-qabihi bil-hasani mubad-dilan ghayrak

Geen enkele verandering van mijn slechte daden naar goede daden, behalve door U.

لا إِلَهَ إِلاَّ أَنتَ

la ilaha il-la anta

Er is geen god dan U!

سُبْحَانَكَ وَبِحَمْدِكَ

sub-hanaka wa biham-dika

Geprezen zij U, en aan U behoort alle lof!

ظَلَمْتُ نَفْسِي

zalam-tu naf-si

Ik heb mezelf onrecht aangedaan,

وَتَجَرَّأْتُ بِجَهْلِي

wa tajar-ratu bijah-li

En ik ben overmoedig geweest in mijn onwetendheid.

وَسَكَنتُ إِلَي قَدِيمِ ذِكْرِكَ لِي وَمَنِّكَ عَلَيَّ

wa sakan-tu ila qadimi dhik-rika li wa man-nika `alay

En ik heb vertrouwd op Jouw oude herinnering aan mij en Jouw gunst jegens mij.

اللَّهُمَّ مَوْلايَ

allahumma maw-lay

O Allah! O mijn Beschermer!

كَم مِّن قَبِيحٍ سَتَرْتَهُ

kam-min qabihin satar-tah

Hoeveel lelijke dingen heb Jij verborgen!

وَكَم مِّن فَاِدحٍ مِّنَ البَلاءِ أَقَلْتَهُ

wa kam-min fadihim-minal-bala-i aqal-tah

En hoeveel pijnlijke beproevingen heb Jij verminderd!

وَكَم مِّنْ عِثَارٍ وَّقَيْتَهُ

wa kam-min i'thariw-waqaytah

En hoeveel struikelingen heb Jij voorkomen!

وَكَم مِّن مَّكْرُوهٍ دَفَعْتَهُ

wa kam-mim-mak-ruhin dafa`tah

En hoeveel tegenslagen heb Jij afgewend!

وَكَم مِّن ثَنَاٍء جَمِيلٍ لَّسْتُ أَهْلاً لَّهُ نَشَرْتَهُ

wa kam-min thana-in jamilil-las-tu ah-lal-lahu nashar-tah

En hoeveel mooie lofzangen, waarop ik geen recht had, heb Jij verspreid!

اللَّهُمَّ عَظُمَ بَلائِي

allahumma `azuma balai

O Allah, mijn beproeving is enorm,

وَأَفْرَطَ بِي سُوءُ حَاِلي

wa af-rata bi suo-u hali

En mijn slechte toestand is overweldigend,

وَقَصُرَتْ بِي أَعْمَاِلي

wa qasurat bi a`mali

En mijn daden zijn onvoldoende,

وَقَعَدَتْ بِي أَغْلاَلِي

wa qa`adat bi agh-la-li

En mijn ketenen hebben me vastgebonden,

وَحَبَسَنِي عَن نَّفْعِي بُعْدُ آمَاِلي

wa habasani `an-naf-e'e bu`a-du a-ma-li

En mijn vergezochte hoop heeft me weerhouden van winst.

وَخَدَعَتْنِي الدُّنْيَا بِغُرُورِهَا وَنَفْسِي بِجِنَايَتِهَا وَمِطَاِلي

wa khada`at-nid-dunya bi-ghururi-ha wa naf-si bi-jinayatiha wa mita-li

En deze wereld met haar illusies, mijn eigen ziel met haar zonden en mijn traagheid hebben me misleid.

يَا سَيِّدِي فَأَسْألُكَ بِعِزَّتِكَ أَن لا يَحْجُبَ عَنْكَ دُعَائِي سُوءُ عَمَلِي وَفِعَاِلي

ya say-yidi fa-as-aluka bi-i'z-zatika an la yah-juba `an-ka du`aa-i suo-u `amali wa fi`ali

O mijn Meester! Ik vraag U bij Uw macht om mijn slechte daden en handelingen mijn smeekbeden voor U niet te laten verhinderen,

وَلا تَفْضَحَنِي بِخَفِيِّ مَا اطَّلَعْتَ عَلَيْهِ مِنْ سِرِّي

wa-la taf-dah-ni bi-khafi-yi mat-tala`ta `ailayhi min sir-ri

En om mij niet te schande te maken door de verborgen dingen die U weet van mijn geheimen

وَلا تُعَاجِلْنِي بِالْعُقُوبَةِ عَلَى مَا عَمِلْتُهُ فِي خَلَوَاتِي

wa-la tu`ajil-ni bil-u'qubati `ala ma `amil-tuhu fi khalawati

En om mij niet te haasten met straf voor wat ik in het geheim heb gedaan.

مِنْ سُوءِ فِعْلِي وَإِسَاءَتِي،

Min suo-i fi`a-li wa isa-ati

Vanwege mijn slechte daden en misstappen

وَدَوَامِ تَفْرِيطِي وَجَهَالَتِي

wa dawami taf-riti wa jahalati

En mijn voortdurende verwaarlozing en onwetendheid

وَكَثْرَةِ شَهَوَاتِي وَغَفْلَتِي

wa kath-rati sha-hawati wa ghaf-lati

En mijn talloze verlangens en vergeetachtigheid

وَكُنِ اللَّهُمَّ بِعِزَّتِكَ لِي فِي كُلِّ الأَحْوَاِل رَؤُوفًا

wa kunil-lahumma bi-i'z-zatika li fi kul-lil-ah-wali ra’ufa

En wees, o Allah, genadig voor mij in alle omstandigheden

وَّعَلَيَّ فِي جَمِيعِ الأُمُورِ عَطُوفًا

wa `alay-ya fi jamii'l-umuri `atufa

En wees genadig voor mij in alle zaken!

إِلَهِي وَرَبِّي مَن لِّي غَيْرُكَ أَسْأَلُهُ كَشْفَ ضُرِّي وَالْنَّظَرَ فِي أَمْرِي

ilahi wa rab-bi mal-li ghayruka as-aluhu kash-fa dur-ri wan-nazara fi am-ri!

Mijn God en mijn Heer! Bij wie kan ik anders dan bij U om verlichting van mijn leed en aandacht voor mijn zaken vragen!

إِلَهِي وَمَوْلايَ أَجْرَيْتَ عَلَيَّ حُكْمًا اتَّبَعْتُ فِيهِ هَوَى نَفْسِي،

ilahi wa maw-laya aj-rayta `alay-ya huk-mant-taba`tu fihi hawa naf-si

Mijn God en mijn Beschermer! U hebt een vonnis over mij uitgesproken waarin ik het begeerte van mijn eigen ziel volgde

وَلَمْ أَحْتَرِسْ فِيهِ مِن تَزْيِيْنِ عَدُوِّي،

wa lam ah-taris fihi min tazyini `adu-wi

En ik was niet waakzaam voor de verfraaiing door mijn vijand.

فَغَرَّنِي بِمَا أَهْوَى وَأَسْعَدَهُ عَلَى ذَلِكَ القَضَاءُ

fa-ghar-rani bi-ma ah-wa wa as-`adahu `ala dha-likal-qada

Hij verleidde me met wat ik verlangde en daarover was het oordeel van het lot (voor hem) gunstig

فَتَجَاوَزْتُ بِمَا جَرَى عَلَيَّ مِنْ ذَلِكَ بَعْضَ حُدُودِكَ

fa-taja-waztu bi-ma jara `alay-ya min dha-lika ba`da hududik

Dus overschreed ik enkele van Uw grenzen met betrekking tot wat mij is overkomen

وَخَالَفْتُ بَعْضَ أَوَامِرِكَ

wa khalaf-tu ba`da awamirik

En ik heb sommige van Uw bevelen overtreden.

فَلَكَ الْحُجَّةُ عَلَيَّ فِي جَمِيعِ ذَلِكَ

falakal-huj-jatu `alay-ya fi jamii' dhalik

Daarom ligt het bewijs tegen mij in dit alles

وَلا حُجَّةَ لِي فِيمَا جَرَى عَلَيَّ فِيهِ قَضَاؤُكَ،

wa-la huj-jata li fima jara `alay-ya fihi qadauka

En ik heb geen verdediging voor wat Uw decreet mij heeft doen ondergaan

وَأَلْزَمَنِي حُكْمُكَ وَبَلاؤُكَ

wa alzamani huk-muka wa balauk

Uw vonnis en beproeving hebben mij getroffen

وَقَدْ أَتَيْتُكَ يَا إِلَهِي بَعْدَ تَقْصِيرِي وَإِسْرَافِي عَلَى نَفْسِي

wa qad ataytuka ya ilahi ba`da taq-siri wa is-rafi `ala naf-si

Ik kom tot U, mijn God, na mijn tekortkomingen en overdreven gedrag jegens mezelf,

مُعْتَذِرًا نَّادِمًا،

mu`a-tadhiran-nadiman

Ik bied mijn excuses aan, berouwvol,

مُّنْكَسِرًا مُّسْتَقِيلاً

mun-kasiram-mus-taqilama

Gebroken en oprecht,

مُّسْتَغْفِرًا مُّنِيبًا،

mus-tagh-firam-muniban

Vergiffenis vragend en zich tot U wendend,

مُّقِرًّا مُّذْعِنًا مُّعْتَرِفًا

muqir-ram-mudhi'nam-mu`a-tarifa

Met overgave, nederigheid en bekentenis.

لا أَجِدُ مَفَرًّا مِّمَّا كَانَ مِنِّي

la ajidu mafar-ram-mim-ma kana min-ni

Ik vind geen uitweg voor wat ik heb gedaan,

وَلا مَفْزَعًا أَتَوَجَّهُ إِلَيْهِ في أَمْرِي

wa-la mafza'an atawaj-jahu ilayhi fi am-ri

En ik zie geen toevlucht voor mezelf in mijn situatie,

غَيْرَ قَبُولِكَ عُذْرِي، وَإِدخَاِلكَ إِيَّايَ فِي سَعَةٍ مِّن رَّحْمَتِكَ

ghayra qabulika u'dhri wa id-khalika i-yaya fi sa'tim-mir-rah-matik

Behalve uw aanvaarding van mijn verontschuldiging en uw invoering van mij in een overvloed van Uw barmhartigheid.

اَللَّهُمَّ فَاقْبَل عُذْرِي

war-ham shid-data duri

O Allah, aanvaard mijn excuus,

وَارْحَمْ شِدَّةَ ضُرِّي

wa fuk-kani min shad-di wathaqi

En ontferm U over de hevigheid van mijn lijden,

وَفُكَّنِي مِنْ شَدِّ وَثَاقِي

wa-la huj-jata li fima jara `alay-ya fihi qadauka

En bevrijd mij van de klem van mijn boeien,

يَا رَبِّ ارْحَمْ ضَعْفَ بَدَنِي وَرِقَّةَ جِلْدِي وَدِقَّةَ عَظْمِي

ya rab-bir-ham da`fa badani wa riq-qata jil-di wa diq-qata `azmi

O Heer, wees genadig voor de zwakte van mijn lichaam, de teerheid van mijn huid en de broosheid van mijn botten.

يَا مَنْ بَدَأَ خَلْقِي وَذِكْرِي وَتَرْبِيَتِي وَبِرِّي وَتَغْذِيَتِي

ya mam bada khal-qi wa dhik-ri wa tar-bi-yati wa biri wa tagh-dhi-yati

O Degene die mijn schepping, mijn herinnering, mijn opvoeding, mijn zorg en mijn voeding heeft gestart,

هَبْنِي لابْتِدَآءِ كَرَمِكَ وَسَاِلفِ بِرِّكَ بِي

hab-ni lb-tida-i karamika wa salifi bir-rika bi

Schenk mij vanwege Uw vrijgevigheid en Uw eerdere goedheid aan mij!

يَا إِلَهِي وَسَيِّدِي وَرَبِّي

ya ilahi wa rab-bi wa say-yidi wa maw-lay

Mijn God, mijn Heer, mijn Meester, mijn Beschermer,

أَتُرَاكَ مُعَذِّبِي بِنَارِكَ بَعْدَ تَوْحِيدِكَ

aturaka mu`adh-dhibi binarika ba`da taw-hidik

Zie je jezelf mij martelen met Uw vuur nadat ik Uw Eenheid heb beleden,

وَبَعْدَ مَا انْطَوَى عَلَيْهِ قَلْبِي مِن مَّعْرِفَتِكَ

wa ba`da man-tawa `ailayhi qal-bi mim-ma`rifatik

En nadat mijn hart zich bewust is geworden van U,

وَلَهِجَ بِهِ لِسَانِي مِنْ ذِكْرِكَ

wa lahija bihi lisani min dhik-rik

En de herinnering aan U heeft voortdurend mijn tong genoemd

وَاعْتَقَدَهُ ضَمِيرِي مِنْ حُبِّكَ

wa a`taqadahu zamiri min hub-bik

En mijn ziel verzadigd is vanwege mijn liefde voor U,

وَبَعْدَ صِدْقِ اعْتِرَافِي وَدُعَائِي خَاضِعًا لِّرُبُوبِيَّتِكَ

wa ba`da sid-qi-`a-tirafi wa du`aa-i khadi`aal-li-rububi-yatika

En nadat ik oprecht mijn bekentenis en smeekbede heb gedaan, onderdanig aan Uw heerschappij,

هَيْهَاتَ أَنْتَ أَكْرَمُ مِنْ أَنْ تُضَيِّعَ مَن رَّبَّيْتَهُ

hayhata anta ak-ramu min an tuday-yi`a mar-rab-baytah

Verre zij het van U! U bent edelmoediger dan dat U degene vernietigt die U heeft opgevoed,

أَوْ تُبْعِدَ مَنْ أَدْنَيْتَهُ

aw tub-i'da man ad-naytah

Of U verwijdert degene die U heeft genaderd,

أَوْ تُشَرِّدَ مَنْ آوَيْتَهُ

aw tushar-rida man a-aytah

Of drijft weg degene aan wie U onderdak hebt geboden.

أَوْ تُسْلِّمَ إِلىَ الْبلاءِ مَن كَفَيْتَهُ وَرَحِمْتَهُ

aw tus-s-lima ilal-bala-i man kafay-tahu wa rahim-tah

Of onderwerpt aan beproevingen degene die U hebt gespaard en barmhartigheid hebt getoond.

وَلَيْتَ شِعْرِي يَا سَيِّدِي وَإِلَهِي وَمَوْلاي

wa layta shi`a-ri yay say-yidi wa ilahi wa maw-lay

O, was het maar zo, mijn Meester, mijn God en mijn Beschermer,

أَتُسَلِّطُ النَّارَ عَلَى وُجُوهٍ خَرَّتْ لِعَظَمَتِكَ سَاجِدَةً

atusal-litun-nara ala wujuhin khar-rat li-azamatika sajidah

Of U laat het Vuur heersen over gezichten die zich neerbuigen voor Uw grootheid,

وَّعَلَى أَلْسُنٍ نَّطَقَتْ بِتَوْحِيدِكَ صَادِقَةً وَّبِشُكْرِكَ مَادِحَةً

wa `ala al-sunin-nataqat bi-taw-hidika sadiqataw-wa bishuk-rika madihah

En over tongen die oprecht de eenheid verkondigen en U loven met dankbaarheid,

وَّعَلَى قُلُوبٍ اعْتَرَفَتْ بِإِلَهِيَّتِكَ مُحَقِّقَةً

wa ala qulubin-a-tarafat bi-ilhi-yatika muhaq-qiqah

En over harten die Uw Goddelijkheid erkennen door bevestiging,

وَّعَلَى ضَمَائِرَ حَوَتْ مِنَ الْعِلْمِ بِكَ حَتَّى صَارَتْ خَاشِعَةً

wa ala dama-ira hawat minal-i'l-mi bika hat-ta sarat khashiah

En over geesten die doordrenkt zijn van kennis over U totdat ze nederig zijn geworden,

وَّعَلَى جَواِرحَ سَعَتْ إِلَى أَوْطَانِ تَعَبُّدِكَ طَائِعَةً وَّأَشَارَتْ بِاسْتِغْفَارِكَ مُذْعِنَةً

wa ala jawariha sa't ila aw-tani ta'b-budika ta-iataw-wa asharat bis-tigh-farika mudhi'nah

En over ledematen die zich haasten naar de plaatsen van Uw aanbidding in gehoorzaamheid en Uw vergeving aanroepen in overgave.

مَّا هَكَذَا الظَّنُّ بِكَ وَلا أُخْبِرْنَا بِفَضْلِكَ عَنْكَ

ma hkadhaz-zan-nu bika wa-la ukh-bir-na bi-fadlika `anka

Zo'n gedachte over U komt niet overeen met Uw attributen, en er is ons niet over Uw goedheid verteld,

يَا كَرِيمُ، يَا رَبِّ

ya karimu ya rab

O Edelmoedige, O Heer,

وَأَنْتَ تَعْلَمُ ضَعْفِي عَنْ قَلِيلٍ مِّن بَلآءِ الدُّنْيَا وَعُقُوبَاتِهَا،

wa anta ta`lamu da`fi `an qalilim-min bala-id-dun-ya wa u'qubatiha

En U weet mijn zwakte in het aangezicht van weinig van de beproevingen en straffen van dit wereldse leven,

وَمَا يَجْرِي فِيهَا مِنَ الْمَكَارِهِ عَلَى أَهْلِهَا

wa ma yaj-ri fiha minal-makarihi `ala ah-liha

En wat er ook aan beproevingen plaatsvindt voor degenen die erin wonen,

عَلَى أَنَّ ذَلِكَ بَلاءٌ وَّمَكْرُوهٌ، قَلِيلٌ مَّكْثُهُ، يَسِيرٌ بَقَاؤُهُ، قَصِيرٌ مُّدَّتُهُ

`ala an-na dha-lika bala-uw-wa mak-ruhun, qalilum-mak-thuhu, yasirum baqa-uhu, qasirum-mud-datuh

Ondanks dat het een beproeving en een moeilijkheid is, duurt het verblijf ervan kort, is de periode ervan maar kortstondig.

فَكَيْفَ احْتِمَاِلي لِبَلاءِ الآخِرَةِ وَجَلِيلِ وُقُوعِ الْمَكَارِهِ فِيهَا!

fa-kayfah-timali li-bala-il-akhirati wa jalili wuqui'l-makarihi fiha!

Dus, hoe kan ik dan de beproevingen van het hiernamaals verdragen en de grote moeilijkheden die zich daarin voordoen?

وَهُوَ بَلاءٌ تَطُولُ مُدَّتُهُ، وَيَدُومُ مَقَامُهُ، وَلا يُخَفَّفُ عَنْ أَهْلِهِ

wa huwa bala-un tatulu mud-datuhu, wa yadumu maqamuhu, wa-la yukhaf-fafu `an ah-lih

Het is een beproeving waarvan de periode lang is, waarvan de standvastigheid blijft en waarvan degenen die eronder lijden, geen verlichting krijgen,

لأَنَّهُ لا يَكُونُ إِلاَّ عَنْ غَضَبِكَ وَانتِقَامِكَ وَسَخَطِكَ

li-an-nahu la yakunu il-la `an ghadabika wan-tiqamika wa sakhatik

Omdat het enkel voortkomt uit Uw woede, Uw wraak en Uw boosheid,

وَهَذَا مَا لا تَقُومُ لَهُ السَّمَاوَاتُ وَالأَرْضُ

wa hadha ma la taqumu lahus-samawatu wal-ardu

En dit is iets waar de hemelen en de aarde niet tegen kunnen.

يَا سَيِّدِي فَكَيْفَ بِي

ya say-yidi fakayfa bi

O mijn Meester, dus wat moet er van mij worden?

وَأَنَا عَبْدُكَ الضَّعِيفُ الذَّلِيلُ الْحَقِيرُ الْمِسْكِينُ الْمُسْتَكِينُ

wa ana `abukad-dae'efudh-dhalilul-haqirul-mis-kinul-mus-takin

Ik ben Uw zwakke, nederige, ellendige en behoeftige dienaar.

يَا إِلَهِي وَرَبِّي وَسَيِّدِي وَمَوْلاي

ya ilahi wa rab-bi wa say-yidi wa maw-lay

O mijn God! Mijn Heer! Mijn Meester! Mijn Beschermer!

لأَيِّ الأُمُورِ إِلَيْكَ أَشْكُو

li-ay-yil-umuri ilayka ash-ku

Voor welke zaken zou ik mij tot U wenden?

وَلِمَا مِنْهَا أَضِجُّ وَأَبْكِي

wa lima minha adij-ju wa ab-ki

En voor welke van hen zou ik treuren en huilen?

لِأَلِيمِ الْعَذَابِ وَشِدَّتِهِ!

li-alimil-`adhabi wa shid-datih

Want de straf van de Hel en de hevigheid ervan zijn immens!

أَمْ لِطُولِ الْبَلآءِ وَمُدَّتِهِ!

am litulil-bala-i wa mud-datih

Of voor de lengte en duur van beproevingen?

فَلَئِن صَيَّرْتَنِي لِلْعُقُوبَاتِ مَعَ أَعْدَآئِكَ

fa-la-in say-yar-tani lil-u'qubati ma' a`da-ik

Als U mij zou toevertrouwen aan de straffen die U toedient aan Uw vijanden,

وَجَمَعْتَ بَيْنِي وَبَيْنَ أَهْلِ بَلآئِكَ

wa jama`ta bayni wa bayna ahli bala-ik

En U zou mij onder degenen plaatsen die Uw beproevingen ervaren,

وَفَرَّقْتَ بَيْنِي وَبَيْنَ أَحِبَّائِكَ وَأَوْلِيَائِكَ

wa far-raq-ta bay-ni wa bay-na ahib-ba-ika wa aw-li-ya-ik

En U zou mij scheiden van Uw geliefden en toegewijden,

فَهَبْنِي يَا إِلَهِي وَسَيِّدِي وَمَوْلايَ وَرَبِّي صَبَرْتُ عَلَى عَذَابِكَ،

fa-hab-ni ya ilahi wasay-yidi wa mawlaya wa rab-bi sabar-tu `ala `adhabika

Dan, geef mij, mijn God, mijn Meester, mijn Beschermer en mijn Heer, de kracht om stand te houden in Uw bestraffing,

فَكَيْفَ أَصْبِرُ عَلَى فِرَاقِكَ

fakayfa as-biru `ala firaqika

Hoe kan ik dan standhouden bij het gescheiden zijn van U?

وَهَبْنِي صَبَرْتُ عَلَى حَرِّ نَارِكَ،

wa hab-ni sabar-tu `ala har-ri narika

En schenk mij geduld om de hitte van Uw vuur te verdragen,

فَكَيْفَ أَصْبِرُ عَنِ النَّظَرِ إِلَى كَرَامَتِكَ

fakayfa as-biru `an-nazari ila karamatik

Hoe kan ik verdragen om niet te staren naar Uw vrijgevigheid?

أَمْ كَيْفَ أَسْكُنُ فِي النَّارِ وَرَجَائِي عَفْوُكَ

am kayfa as-kunu fin-nari wa raja-i `af-wuk

Of hoe kan ik in het Vuur verblijven terwijl ik hoop op Uw vergeving?

فَبِعِزَّتِكَ يَا سَيِّدِي وَمَوْلاي أُقْسِمُ صَادِقاً، لَئِن تَرَكْتَنِي نَاطِقاً

fabi-i'z-zatika ya say-yidi wa mawlaya uq-simu sadiqal-la-in tarak-tani natiqan

Bij Uw macht, mijn Meester en mijn Beschermer, zweer ik oprecht dat als U mij het spreken toestaat,

لأَضِجَّنَّ إِلَيْكَ بَيْنَ أَهْلِهَا ضَجِيجَ الآمِلِينَ

ladij-jan-na ilayka bayna ah-liha dajijal-amilin

Dan zal ik vanuit het midden van de bewoners van het Vuur treuren, met het verdriet van de hoopvolle;

وَلأَصْرُخَنَّ إِلَيكَ صُرَاخَ المُسْتَصْرِخِينَ

wa lasrukhan-na ilayka surakhal-mus-tas-rikhin

Ik zal tot U roepen, met het roepen van hen die om hulp roepen;

وَلأَبْكِيَنَّ عَلَيْكَ بُكَاءَ الفَاقِدِينَ

wa-la-ab-ki-yan-na `ailayka buka-al-faqidin

Ik zal op U wenen, met het huilen van de beroofden;

وَلأُنَادِيَنَّكَ أَيْنَ كُنتَ يَا وَلِيَّ الْمُؤْمِنِينَ

wa la-unadi-yan-naka ay-na kun-ta ya wali-yal-mu-minin

En ik zal tot U roepen: "Waar bevindt U zich, O Beschermer van de gelovigen,

يَا غَايَةَ آمَاِل العَارِفِينَ

ya ghayata a-malil-`arifin

O Hoogtepunt van de hoop van degenen die U kennen,

يَا غِيَاثَ المُسْتَغِيثِينَ

ya ghiyathal-mus-taghithin

O Redder van hen die hulp zoeken,

يَا حَبِيبَ قُلُوبِ الصَّادِقِينَ

ya habiba qulubis-sadiqin

O Vriend van de oprechte harten

وَيَا إِلَهَ العَالَمِينَ

wa ya ilhal-`alamin

En O God van alle bewoners van de wereld!

أَفَتُرَاكَ، سُبْحَانَكَ يَا إِلَهِي وَبِحَمْدِكَ، تَسْمَعُ فِيهَا صَوْتَ عَبْدٍ مُّسْلِمٍ

afaturaka sub-hanaka ya ilahi wa biham-dika tas-mau' fiha saw-ta `ab-dim-mus-limin

Kunt U, geprezen zij U, O mijn God, Uw dienaar horen in het Vuur,

سُجِنَ فِيهَا بِمُخَالَفَتِهِ

sujina fiha bi-mukhalafatih

Gevangen vanwege zijn zonden,

وَذَاقَ طَعْمَ عَذَابِهَا بِمَعْصِيَتِهِ

wa dhaqa ta`ma `adhabiha bi-ma`si-yatih

De smaak van de bestraffing proevend vanwege zijn ongehoorzaamheid,

وَحُبِسَ بَيْنَ أَطْبَاقِهَا بِجُرْمِهِ وَجَرِيرَتِهِ

wa hubisa bayna at-baqiha bijur-mih wa jariratih

Opgesloten binnen haar grenzen vanwege zijn zonden en misdaden,

وَهُوَ يَضِجُّ إلَيْكَ ضَجِيجَ مُؤَمِّلٍ لِّرَحْمَتِكَ

wa huwa yadij-ju ilayka dajija muammilil-lirah-mat-k

Terwijl hij smacht naar U met de smeekbeden van hoop op Uw genade,

وَيُنَادِيكَ بِلِسَانِ أَهْلِ تَوْحِيدِكَ

wa yunadika bi-lisani ahli taw-hidik

En U aanroept met de tong van degenen die Uw Eenheid erkennen,

وَيَتَوَسَّلُ إلَيْكَ بِرُبُوبِيَّتِكَ

wa yatawas-salu ilayka bi-rububi-yatik

En Uw Heerschappij aanroept!

يَا مَوْلاي فَكَيْفَ يَبقَى فِي الْعَذَابِ وَهُوَ يَرْجُو مَا سَلَفَ مِنْ حِلْمِكَ

ya mawlay fa-kayfa yabqa fil-`adhabi wa huwa yar-ju ma salafa min hil-mik

Mijn Beschermer, hoe kan hij in de bestraffing blijven terwijl hij hoopt op Uw eerdere clementie?

أَمْ كَيْفَ تُؤْلِمُهُ النَّارُ وَهُوَ يَامَلُ فَضْلَكَ وَرَحْمَتَكَ

am kayfa tu-limuhun-naru wa huwa ya-malu fadlaka wa rah-mataka

Of hoe kan het Vuur hem pijn doen terwijl hij rekent op Uw gunsten en barmhartigheid?

أَمْ كَيْفَ يُحْرِقُهُ لَهِيبُهَا وَأَنتَ تَسْمَعُ صَوْتَهُ وَتَرَى مَكَانَهُ

am kayfa yuh-riquhu lahibuha wa anta tas-mau' saw-tahu wa tara makanah

Of hoe kan zijn kreet U bereiken terwijl U zijn stem hoort en zijn plaats ziet?

أَمْ كَيْفَ يَشْتَمِلُ عَلَيْهِ زَفِيرُهَا وَأَنتَ تَعْلَمُ ضَعْفَهُ

am kayfa yash-tamilu `ailayhi zafiruha wa anta ta`lamu da`fah

Of hoe kan het gekreun van het Vuur hem omringen terwijl U zijn zwakheid kent?

أَمْ كَيْفَ يَتَقَلْقَلُ بَيْنَ أَطْبَاقِهَا وَأَنتَ تَعْلَمُ صِدْقَهُ

am kayfa yataqalqalu bayna at-baqiha wa anta ta`lamu sid-qah

Of hoe kan hij trillen temidden van de lagen van het Vuur terwijl U zijn oprechtheid kent?

أَمْ كَيْفَ تَزْجُرُهُ زَبَانِيَتُهَا وَهُوَ يُنَادِيكَ يَا رَبَّهُ

am kayfa tazjuruhu zabani-yatuha wa huwa yunadika ya rab-bah

Of hoe kan het Vuur hem berispen terwijl hij tot U roept, O Heer?

أَمْ كَيْفَ يَرْجُو فَضْلَكَ فِي عِتْقِهِ مِنْهَا فَتَتْرُكُهُ فِيهَا

am kayfa yar-ju fadlaka fi i't-qihi minha fatat-rukuhu fiha

Of hoe kan hij hopen op Uw vrijgevigheid om hem daaruit te bevrijden, terwijl U hem erin achterlaat?

هَيهَاتَ مَا ذَلِكَ الظَّنُّ بِكَ

hayhat ma dhalikaz-zan-nu bik

Dat is niet wat men van U verwacht,

وَلا الْمَعْرُوفُ مِن فَضْلِكَ

wa-lal-ma`rufu min fadlik

Noch is dat wat bekend is van Uw vrijgevigheid,

وَلا مُشْبِهٌ لِمَا عَامَلْتَ بِهِ الْمُوَحِّدِينَ مِنْ بِرِّكَ وَإِحْسَانِكَ

wa-la mush-biha lima `amal-ta bihil-muah-hidina mim bir-rika wa ih-sanik

En het is niet vergelijkbaar met hoe U zich hebt gedragen met degenen die Uw Eenheid erkennen in Uw goedheid en genade.

فَبِالْيَقِينِ أَقْطَعُ لَوْلا مَا حَكَمْتَ بِهِ مِن تَعْذِيبِ جَاحِدِيكَ

fa-bial-yaqini aq-tau' law-la ma hakam-ta bihi min ta`dhibi jahidik

Ik getuig met zekerheid dat als het niet was vanwege de straf die U heeft bepaald voor Uw loochenaars,

وَقَضَيْتَ بِهِ مِنْ إِخْلاَدِ مُعَانِدِيكَ

wa qadayta bihi min ikh-laydi mu`anidik

En het eeuwige verblijf dat U heeft vastgesteld voor degenen die Uw bevelen weerstaan,

لَجَعَلْتَ النَّارَ كُلَّهَا بَرْداً وَّسَلاَماً

laja'l-tan-nara kul-laha bar-daw-wa salama

Zou U het Vuur volledig hebben gemaakt met koelte en vrede,

وَمَا كَانَ لأَحَدٍ فِيهَا مَقَرّاً وَّلا مُقَاماً

wa ma kana li-ahadin fiha maqar-raw-wa-la muqama

En zou niemand daarin een plaats van rust en verblijf hebben.

لَّكِنَّكَ تَقَدَّسَتْ أَسْمَاؤُكَ أَقْسَمْتَ أَنْ تَمْلأَهَا مِنَ الْكَافِرِينَ

lakin-naka taqad-dasat as-ma-uka aq-sam-ta an tam-laha minal-kafirina

Maar U, Uw Namen zijn geheiligd, U heeft gezworen dat U het zal vullen met de ongelovigen,

مِنَ الْجِنَّةِ وَالنَّاسِ أَجْمَعِينَ

minal-jin-nati wan-nasi aj-m`ain

Zowel de Djinn als de mensheid in hun geheel,

وَأَن تُخَلِّدَ فِيهَا الْمُعَانِدِينَ

wa-an tukhal-lida fihal-mu`anidin

En dat U degenen die weerstand bieden daarin eeuwig laat verblijven.

وَأَنتَ جَلَّ ثَنَاؤُكَ قُلْتَ مُبْتَدَئاً، وَّتَطَوَّلْتَ بِالإِنْعَامِ مُتَكَرِّماً

wa anta jal-la thana-uka qul-ta mub-tadiwaw-wa tataw-wal-ta bil-in-`ami mutakar-rima

En Uw lof is verheven. U hebt gezegd, en U bent vrijgevig geweest met Uw gunsten en genade,

أَفَمَن كَانَ مُؤْمِنًا كَمَن كَانَ فَاسِقًا ۚ لَّا يَسْتَوُونَ

afaman kana muminan kaman kana fasiqal-la yas-tawun

Is hij die gelovig is gelijk aan degene die onrechtvaardig is? Zij zijn niet gelijk!

إِلَهِي وَسَيِّدِي فَأَسْألُكَ بِالْقُدْرَةِ الَّتِي قَدَّرْتَهَا

ilahi wa say-yidi fa-as-aluka bial-qud-ratil-lati qad-dartaha

Mijn God en mijn Meester, ik smeek U bij de macht die U heeft vastgesteld,

وَبِالْقَضِيَّةِ الَّتِي حَتَمْتَهَا وَحَكَمْتَهَا وَغَلَبْتَ مَنْ عَلَيْهِ أَجْرَيْتَهَا

wa bil-qadi-yatil-lati hatam-taha wa hakam-taha wa ghalab-ta man `ailayhi aj-raytaha

En bij de beslissing die U heeft genomen, U heeft geoordeeld en overwonnen, en waarvan U de gevolgen heeft bepaald,

أَن تَهَبَ لِي، فِي هذِهِ اللَّيْلَةِ، وَفِي هَذِهِ السَّاعَةِ

an tahaba li fi hadhihil-laylati wa fi hadhihis-sa'ah

Dat U mij vergeeft in deze nacht en op dit uur

كُلَّ جُرْمٍ أَجْرَمْتُهُ

kul-la jur-min aj-ram-tuh

Elke overtreding die ik heb begaan,

وَكُلَّ ذَنْبٍ أَذْنَبْتُهُ

wa kul-la qabihin as-rar-tuh

En elk lelijk ding dat ik heb verborgen

وَكُلَّ قَبِيحٍ أَسْرَرْتُهُ

wa kul-la qabihin as-rar-tuh

En elk lelijk ding dat ik heb verborgen

وَكُلَّ جَهْلٍ عَمِلْتُهُ،

wa kul-la jah-lin `amil-tuhu,

En elke onwetendheid die ik heb begaan,

كَتَمْتُهُ أَوْ أَعْلَنتُهُ،

katam-tuhuo aw a`lan-tuhu,

Of ik het heb verborgen of openbaar heb gemaakt,

أَخفَيْتُهُ أَوْ أَظْهَرْتُهُ

akhfaytuhuo aw azhar-tuh

Of ik het heb verborgen of getoond

وَكُلَّ سَيِّئَةٍ أَمَرْتَ بِإِثْبَاتِهَا الْكِرَامَ الكَاتِبِينَ

wa kul-la say-yi-atin amarta bi-ith-batihayal-kiramal-katibin

En elke slechte daad die U de nobele schrijvers heeft opgedragen om te noteren,

الَّذِينَ وَكَّلْتَهُم بِحِفْظِ مَا يَكُونُ مِنِّي

al-ladhina wak-kal-tahum bi-hif-zi ma yakunu min-ni

Diegenen aan wie U de taak heeft toevertrouwd om te waken over wat van mij komt

وَجَعَلْتَهُمْ شُهُوداً عَلَيَّ مَعَ جَوَارِحِي،

wa ja'l-tahum shuhudan `alay-ya ma' jawarihi

En die U als getuigen naast mijn lichaamsdelen heeft gesteld,

وَكُنتَ أَنتَ الرَّقِيبَ عَلَيَّ مِن وَّرَائِهِمْ،

wa kunta antar-raqiba `alay-ya miw-wara-ihim

En U was Zelf de Toezichthouder over mij, achter hen,

وَالشَّاهِدَ لِمَا خَفِي عَنْهُمْ،

wash-shahida lima khafiya `an-hum

En de Getuige van wat voor hen verborgen is.

وَبِرَحْمَتِكَ أَخْفَيْتَهُ،

wa bi-rah-matika akh-faytahu

En door Uw genade hebt U het verborgen.

وَبفَضْلِكَ سَتَرْتَهُ

wa bifadlika satar-tah

En door Uw gunst hebt U het bedekt.

وَأَن تُوَفِّرَ حَظِّي مِن كُلِّ خَيْرٍ تُنْزِلُهُ،

wa an tuwf-fira haz-zi min kul-li khayrin tunziluh

En dat U mij een overvloedig aandeel schenkt van al het goede dat U neerzendt,

أَوْ إِحْسَانٍ تُفْضِلُهُ

aw ih-sanin tuf-diluh

Of een gunst die U schenkt,

أَوْ بِرٍّ تَنْشِرُهُ،

aw bir-rin tan-shiruhu

Of goedheid die U verspreidt,

أَوْ رِزْقٍ تَبْسُطُهُ

aw rizqin tab-sutuh

Of voorziening die U uitstrekt,

أَوْ ذَنْبٍ تَغْفِرُهُ

aw dham-bin tagh-firuyhu

Of zonde die U vergeeft,

أَوْ خَطَأٍ تَسْتُرُهُ

aw khatain tas-turuhu

Of een fout die U bedekt.

يَا رَبِّ يَا رَبِّ يَا رَبِّ

ya rab-bi ya rab-bi ya rabb

Mijn Heer! Mijn Heer! Mijn Heer!

يَا إِلَهِي وَسَيِّدِي وَمَوْلاي وَمَاِلكَ رِقِّي

ya ilahi wa say-yidi wa maw-laya wa malika riq-qi

Mijn God! Mijn Meester! Mijn Beschermer! Eigenaar van mijn lot!

يَا مَنْ بِيَدِهِ نَاصِيَتِي

ya mam bi-yadihi nasi-yati

O Hij in wiens hand mijn lot ligt!

يَا عَلِيماً بِضُرِّي وَمَسْكَنَتِي

ya `alimam biduri wa mas-kanati

O Hij die op de hoogte is van mijn beproeving en mijn thuis!

يَا خَبِيراً بِفَقْرِي وَفَاقَتِي

ya khabiram bi-faq-ri wa faqati

O Hij die bekend is met mijn armoede en mijn behoeftigheid!

يَا رَبِّ يَا رَبِّ يَا رَبِّ

ya rab-bi ya ya rab-bi ya rabb

Mijn Heer! Mijn Heer! Mijn Heer!

أَسْألُكَ بِحَقِّكَ وَقُدْسِكَ

as-aluka bi-haq-qika wa qud-sik

Ik vraag U bij Uw waarheid en Uw heiligheid

وَأَعْظَمِ صِفَاتِكَ وَأَسْمَائِكَ

wa a`zami sifatika wa as-ma-ika

En bij Uw grootste eigenschappen en namen,

أن تَجْعَلَ أَوْقَاتِي فِي اللَّيلِ وَالنَّهَارِ بِذِكْرِكَ مَعْمُورَةً،

an taj-`ala aw-qati fil-layli wan-nahari bi-dhik-rika ma`murah

Dat U mijn tijden dag en nacht vervult met Uw herinnering,

وَبِخِدْمَتِكَ مَوْصُولَةً،

wa bikhid-matika maw-sulah

En dat ik steeds in Uw dienst zal staan,

وَّأَعْمَاِلي عِنْدَكَ مَقْبُولَةً،

wa a`mali i'ndaka maq-bulah

En dat mijn daden door U aanvaard zullen worden,

حَتَّى تَكُونَ أَعْمَاِلي وَأَوْرَادِي كُلُّهَا وِرْداً وَّاحِد

hat-ta takuna a`mali wa aw-radi kul-luha wir-daw-wahidan

Zodat mijn daden en mijn gebeden allemaal één gebed mogen zijn

وَّحَاِلي فِي خِدْمَتِكَ سَرْمَداً

wa hali fi khid-matika sar-mada

En mijn toewijding aan Uw dienst is eeuwig.

يَا سَيِّدِي، يَا مَنْ عَلَيْهِ مُعَوَّلِي

ya say-yidi ya man `ailayhi mu`aw-wali

Mijn Meester! O Heer op wie ik vertrouw!

يَا مَنْ إلَيْهِ شَكَوْتُ أَحْوَاِلي

ya man ilayhi shakaw-tu ah-wali

O Heer aan wie ik mijn situatie beklaag!

يَا رَبِّ يَا رَبِّ يَا رَبِّ

ya rab-bi ya rab-bi ya rabb

Mijn Heer! Mijn Heer! Mijn Heer!

قَوِّ عَلَى خِدْمَتِكَ جَوَارِحِي

qaw-wi `ala khid-matika jawarihi

Versterk mijn lichaamsdelen in Uw dienst,

وَاشْدُدْ عَلىَ الْعَزِيمَةِ جَوَانِحِي

wash-dud `alal-`azimati jawanihi

En verstevig mijn ribben in vastberadenheid

وَهَبْ لِي الْجِدَّ فِي خَشْيَتِكَ

wa hab liyal-jid-da fi khash-yatik

En schenk mij ernst in mijn vrees voor U

وَالدَّوَامَ فِي الإتِّصَاِل بِخِدْمَتِكَ

wad-dawama fil-at-itisali bikhid-matik

En blijf mij in staat stellen om verbonden te blijven met Uw dienst

حَتَّى أَسْرَحَ إِلَيكَ فِي مَيَادِينِ السَّابِقِينَ

hat-ta as-raha ilayka fi maya-dinis-sabiqin

Zodat ik naar U kan streven op het pad van degenen die voor mij zijn gegaan

وَأُسْرِعَ إلَيْكَ فِي الْمبُادِرِينَ

wa us-ri`a ilayka fil-mubadirin

En mij haast naar U, net als degenen die zich voortvarend naar U begeven

وَأَشْتَاقَ إلىَ قُرْبِكَ فِي الْمُشْتَاقِينَ

wa ash-taqa ila qur-bika fil-mush-taqin

En mijn verlangen naar Uw nabijheid doen toenemen zoals bij degenen die hevig naar U verlangen

وَأَدْنُوَ مِنْكَ دُنُوَّ الْمُخْلِصِينَ

wa ad-nua minka dunu-wal-mukh-lisin

En nader tot U komen zoals de oprechten dichtbij U zijn

وَأَخَافَكَ مَخَافَةَ الْمُوقِنِينَ

wa akhafaka makhafatal-muqinin

En ik vrees U zoals degenen die zekerheid hebben

وَأَجْتَمِعَ فِي جِوَارِكَ مَعَ الْمُؤْمِنِينَ

wa aj-tami`a fi jiwarika ma'l-mu-mnin

En verzamel mij samen met de gelovigen in Uw omgeving.

اللَّهُمَّ وَمَنْ أَرَادَنِي بِسُوٍء فَأَرِدْهُ

allahumma wa man aradani bisuo-in farid-hu

O Allah, wie kwaad voor mij wenst, laat dat kwaad op hem terugkomen!

وَمَن كَادَنِي فَكِدْهُ

wa man kadani fakid-hu

En wie mij wil misleiden, laat hem worden misleid!

وَاجْعَلْنِي مِنْ أَحَسَنِ عَبِيدِكَ نَصِيباً عِنْدَكَ

waj-`alni min ahasani `abidika nasiban i'ndaka

En maak mij een van de beste dienaren bij U,

وَأَقْرَبِهِم مَّنْزِلَةً مِّنْكَ

wa aq-rabihim-manzilatam-mink

En dichter bij U in positie,

وَأَخَصِّهِمْ زُلْفَةً لَّدَيْكَ

wa akhas-sihim zul-fatal-ladayk

En maak mij het meest intiem met U.

فَإِنَّهُ لا يُنَالُ ذَلِكَ إِلاَّ بِفَضْلِكَ

fa-in-nahu la yunalu dha-lika il-la bi-fadlik

Want dat kan alleen worden verkregen door Uw gunst.

وَجُدْ لِي بِجُودِكَ

wa jud li bijudik

En schenk mij door Uw vrijgevigheid,

وَاعْطِفْ عَلَيَّ بِمَجْدِكَ

w`a-tif `alay-ya bi-maj-dik

En toon mij Uw grootsheid

وَاحْفَظْنِي بِرَحْمَتِكَ

wah-fazni birah-matik

En bescherm mij met Uw genade!

وَاجْعَل لِّسَانِي بِذِكْرِكَ لَهِجاً

waj-`al-lisani bidhik-rika lahija

En laat mijn tong voortdurend Uw gedenken,

وَّقَلْبِي بِحُبِّكَ مُتَيَّماً

wa qal-bi bi-hub-bika mutay-yama

En laat mijn hart bezeten zijn van liefde voor U!

وَّمُنَّ عَلَيَّ بِحُسْنِ إِجَابَتِكَ

wa mun-na `alay-ya bihus-ni ijabatik

En wees genadig voor mij door mij gunstig te verhoren,

وَأَقِلْنِي عَثْرَتِي

wa aqil-ni `ath-rati

En vergeef mijn tekortkomingen

وَاغْفِرْ زَلَّتِي

wagh-fir zal-lati

En vergeef mijn fouten!

فَإِنَّكَ قَضَيْتَ عَلَى عِبَادِكَ بِعِبَادَتِكَ

fa-in-naka qadayta `ala i'badika bi-i'badatik

U heeft Uw dienaren verordend om U te aanbidden

وَأَمَرْتَهُم بِدُعَائِكَ

wa amar-tahum bidu`aa-ika

En U heeft hen opgedragen tot U te bidden

وَضَمِنتَ لَهُمُ الإِجَابَةَ

wa daminta lahumul-ijabah

En U heeft hun verzekerd dat hun smeekbeden verhoord zullen worden.

فَإِلَيْكَ يَا رَبِّ نَصَبْتُ وَجْهِي

fa-ilayka ya rab-bi nasab-tu waj-hi

Zo keer ik mij tot U, mijn Heer, heb ik mijn gezicht gericht.

وَإلَيْكَ يَا رَبِّ مَدَدتُّ يَدِي

wa ilayka ya rab-bi madad-tu yadi

En naar U, mijn Heer, strekte ik mijn hand.

فَبِعِزَّتِكَ اسْتَجِبْ لِي دُعَائِي

fa-bi-i'z-zatikas-tajib li du`aa-i

Dus, bij Uw macht, verhoor mijn smeekbede.

وَبَلِّغْنِي مُنَاي

wa bal-ligh-ni munay

En laat mijn verlangen vervuld worden.

وَلا تَقْطَعْ مِن فَضْلِكَ رَجَائِي

wa-la taq-ta' min fadlika raja-i

En snijd mijn hoop op Uw gunsten niet af.

وَاكْفِنِي شَرَّ الْجِنِّ وَالإِنْسِ مِنْ أَعْدَائِي

wak-fini shar-ral-jin-ni wal-in-si min a`da-i

En bescherm mij tegen het kwaad van de djinn en de mensen die mijn vijanden zijn.

يَا سَرِيعَ الرِّضَا

ya sari-y`ar-rida

O Haastige in het tevredenstellen (van smeekbeden)!

اغْفِرْ لِمَن لا يَمْلِكُ إِلاَّ الدُّعَاءَ

igh-fir liman-la yam-liku il-lad-du`aa

Vergeef hem die niets anders bezit dan smeekbeden.

فَإِنَّكَ فَعَّالٌ لِّمَا تَشَاءُ

fa-in-naka fa`alul-lima tasha

Voorwaar, U doet wat U wilt.

يَا مَنْ اسْمُهُ دَوَاءٌ

ya manis-muhu dawa-un

O Hij wiens naam een genezing is!

وَذِكْرُهُ شِفَاءٌ

wa dhik-ruhu shifa-un

En wiens gedenking een genezing is!

وَطَاعَتُهُ غِنًى

wa ta'tuhu ghinan

En wiens gehoorzaamheid rijkdom is!

ارْحَم مَّن رَّأْسُ مَاِلهِ الرَّجَاءُ

ir-ham-mar-ra-su malihir-raja

Wees barmhartig voor hem wiens enige kapitaal hoop is.

وَسِلاَحُهُ الْبُكَاءُ

wa silahuhul-buka-u

En wiens wapen het huilen is.

يَا سَاِبغَ النِّعَمِ

ya sabighan-ni`am

O Overvloedige in zegeningen!

يَا دَافِعَ النِّقَمِ

ya dafi`an-niqam

O Afwijzer van wraak!

يَا نُورَ الْمُسْتَوْحِشِينَ فِي الظُّلَمِ

ya nural-mus-taw-hishina fiz-zulami

O Licht voor degenen die eenzaam zijn in de duisternis!

يَا عَالِماً لا يُعَلَّمُ

ya `alimal-la yu`al-lam

O Kenner van alles, die niet onderwezen is!

صَلِّ عَلَى مُحَمَّدٍ وَّآلِ مُحَمَّدٍ

sal-li `ala muhammad wa a-li muhammadin

Zegen Muhammad en de familie van Muhammad.

وافْعَلْ بِي مَا أَنتَ أَهْلُهُ

waf-`al bi ma anta ah-luh

En handel met mij zoals U gepast acht.

وَصَلَّى اللَّهُ عَلَى رَسُولِهِ وَالأَئِمَّةِ الْمَيَامِينَ مِنْ آلِهِ

wa sal-lallahu `ala rasulihi wal-aimmatil-mayamina min a-lihi

En moge Allah zijn boodschapper en de imams van zijn familie zegenen.

وَسَلَّمَ تَسْلِيماً كَثِيراً

wa sal-lama tas-liman kathira

En geef hen overvloedige vrede.

Dua Tawassul: Verlangende aanroep van bemiddeling

'Allamah al-Majlisi heeft vermeld dat enkele aanzienlijke boeken vermelden dat Muhammad ibn Baabwayh deze smeekbede van het zoeken van voorspraak (Dua al-tawassul) heeft gerapporteerd van de Heilige Imams (vrede zij met hen). Als commentaar voegde hij eraan toe: "Telkens wanneer ik deze smeekbede voor een zaak uitsprak, kon ik onmiddellijk de sporen van een antwoord vinden." De smeekbede is als volgt:

اَللَّهُمَّ إِنِّي أَسْأَلُكَ وَأَتَوَجَّهُ إِلَيْكَ

allahumma inni as'aluka wa atawajjahu ilayka

O Allah, ik smeek U en wend mijn gezicht tot U.

بِنَبِيِّكَ نَبِيِّ ٱلرَّحْمَةِ

binabiyyika nabiyyi alrrahmati

In de naam van Uw Profeet; de Profeet van Genade, Muhammad - moge Allah zegeningen sturen naar hem en zijn Familie.

مُحَمَّدٍ صَلَّىٰ ٱللَّهُ عَلَيْهِ وَآلِهِ

muhammadin salla allahu `alayhi wa alihi

Muhammad—moge Allah zegeningen sturen naar hem en zijn Familie.

يَا أَبَا ٱلْقَاسِمِ

ya aba alqasimi

O Abu’l-Qasim!

يَا رَسُولَ ٱللَّهِ

ya rasula allahi

O Allah's Boodschapper!

يَا إِمَامَ ٱلرَّحْمَةِ

ya imama alrrahmati

O Chief of Mercy!

يَا سَيِّدَنَا وَمَوْلاَنَا

ya sayyidana wa mawlana

O onze meester en leider!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَٱسْتَشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

Wij wenden ons tot u en zoeken uw voorspraak bij Allah.

وَتَوَسَّلْنَا بِكَ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wa tawassalna bika ila allahi

O welbeminde bij Allah! Kom tussenbeide voor ons bij Allah.

وَقَدَّمْنَاكَ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qaddamnaka bayna yaday hajatina

Wij presenteren u [als onze bemiddelaar] voor de vervulling van onze behoeften.

يَا وَجِيهاً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihan `inda allahi

O welbeminde bij Allah!

إِشْفَعْ لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa` lana `inda allahi

Kom tussenbeide voor ons bij Allah.

يَا أَبَا ٱلْحَسَنِ

ya aba alhasani

O Abu’l-Hasan!

يَا أَمِيرَ ٱلْمُؤْمِنِينَ

ya amira almu'minina

O Leider der Gelovigen!

يَا عَلِيُّ بْنَ أَبِي طَالِبٍ

ya `aliyyu bna abi talibin

O Ali, zoon van Abu-Talib!

يَا حُجَّةَ ٱللَّهِ عَلَىٰ خَلْقِهِ

ya hujjata allahi `ala khalqihi

O Allah's Bewijs tegenover Zijn schepselen!

يَا سَيِّدَنَا وَمَوْلاَنَا

ya sayyidana wa mawlana

O onze meester en leider!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَٱسْتَشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

Wij wenden ons tot u en zoeken uw voorspraak bij Allah.

وَتَوَسَّلْنَا بِكَ إِلَىٰ اللّهِ

wa tawassalna biki ila allahi

O welbeminde bij Allah! Kom tussenbeide voor ons bij Allah.

وَقَدَّمْنَاكَ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qaddamnaki bayna yaday hajatina

Wij presenteren u [als onze bemiddelaar] voor de vervulling van onze behoeften.

يَا وَجِيهاً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihan `inda allahi

O welbeminde bij Allah!

إِشْفَعْ لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa` lana `inda allahi

Kom tussenbeide voor ons bij Allah.

يَا فَاطِمَةُ ٱلزَّهْرَاءُ

ya fatimatu alzzahra'u

O Fatimah, de stralende dame!

يَا بِنْتَ مُحَمَّدٍ

ya binta muhammadin

O dochter van Muhammad!

يَا قُرَّةَ عَيْنِ ٱلرَّسُولِ

ya qurrata `ayni alrrasuli

O vreugde van de ogen van de Boodschapper!

يَا سَيِّدَتَنَا وَمَوْلاَتَنَا

ya sayyidatana wa mawlatana

O onze meesteres!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَٱسْتَشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

Wij wenden ons tot u en zoeken uw voorspraak bij Allah

وَتَوَسَّلْنَا بِكِ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wa tawassalna biki ila allahi

O welbeminde bij Allah! Kom tussenbeide voor ons bij Allah.

وَقَدَّمْنَاكِ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qaddamnaki bayna yaday hajatina

Wij presenteren u [als onze bemiddelaar] voor de vervulling van onze behoeften.

يَا وَجِيهَةً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihatan `inda allahi

O welbeminde bij Allah,

إِشْفَعي لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa`i lana `inda allahi

Doe voor ons voorspraak bij Allah.

يَا أَبَا مُحَمَّدٍ

ya aba muhammadin

O Abu-Muhammad!

يَا حَسَنُ بْنَ عَلِيٍّ

ya hasanu bna `aliyyin

O Hasan, zoon van Ali!

أَيُّهَا ٱلْمجْتَبَىٰ

ayyuha almujtaba

O uitverkorene!

يَا بْنَ رَسُولِ ٱللَّهِ

yabna rasuli allahi

O zoon van Allah's Boodschapper!

يَا حُجَّةَ ٱللَّهِ عَلَىٰ خَلْقِهِ

ya hujjata allahi `ala khalqihi

O Allah's Argument tegenover Zijn schepselen!

يَا سَيِّدَنَا وَمَوْلاَنَا

ya sayyidana wa mawlana

O onze meester en leider!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَٱسْتَشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

Wij wenden ons tot u en zoeken uw voorspraak bij Allah.

وَتَوَسَّلْنَا بِكَ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wa tawassalna bika ila allahi

En wij doen een beroep op uw bemiddeling bij Allah.

وَقَدَّمْنَاكَ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qaddamnaka bayna yaday hajatina

En wij stellen u als onze bemiddelaar voor bij het vervullen van onze behoeften.

يَا وَجِيهاً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihan `inda allahi

O welbeminde bij Allah,

إِشْفَعْ لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa` lana `inda allahi

Doe voor ons voorspraak bij Allah.

يَا أَبَا عَبْدِ ٱللَّهِ

ya aba `abdillahi

O Abu-Abdullah!

يَا حُسَيْنُ بْنَ عَلِيٍّ

ya husaynu bna `aliyyin

O Husayn, zoon van Ali!

أَيُّهَا ٱلشَّهِيدُ

ayyuha alshshahidu

O Martelaar!

يَا بْنَ رَسُولِ ٱللَّهِ

yabna rasuli allahi

O zoon van Allah's Boodschapper!

يَا حُجَّةَ ٱللَّهِ عَلَىٰ خَلْقِهِ

ya hujjata allahi `ala khalqihi

O Allah's Argument tegenover Zijn schepselen!

يَا سَيِّدَنَا وَمَوْلاَنَا

ya sayyidana wa mawlana

O onze meester en leider!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَٱسْتَشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

Wij wenden ons tot u en zoeken uw voorspraak bij Allah.

وَتَوَسَّلْنَا بِكَ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wa tawassalna bika ila allahi

En wij doen een beroep op uw bemiddeling bij Allah.

وَقَدَّمْنَاكَ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qaddamnaka bayna yaday hajatina

En wij stellen u als onze bemiddelaar voor bij het vervullen van onze behoeften.

يَا وَجِيهاً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihan `inda allahi

O welbeminde bij Allah,

إِشْفَعْ لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa` lana `inda allahi

Doe voor ons voorspraak bij Allah.

يَا أَبَا ٱلْحَسَنِ

ya aba alhasani

O Abu’l-Hasan!

يَا عَلِيُّ بْنَ ٱلْحُسَيْنِ

ya `aliyyu bna alhusayni

O `Ali de Zoon van Husayn!

يَا زَيْنَ ٱلْعَابِدينَ

ya zayna al`abidina

O Sieraad van de Aanbidders!

يَا بْنَ رَسُولِ ٱللَّهِ

yabna rasuli allahi

O zoon van Allah's Boodschapper!

يَا حُجَّةَ ٱللَّهِ عَلَىٰ خَلْقِهِ

ya hujjata allahi `ala khalqihi

O Allah's Argument tegen Zijn schepselen!

يَا سَيِّدَنَا وَمَوْلاَنَا

ya sayyidana wa mawlana

O onze meester en leider!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَٱسْتَشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

Wij wenden ons tot jou en zoeken jouw voorspraak,

وَتَوَسَّلْنَا بِكَ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wa tawassalna bika ila allahi

en we zoeken jouw bemiddeling bij Allah;

وَقَدَّمْنَاكَ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qadamnaka bayna yaday hajatina

en we stellen jou als onze bemiddelaar voor om onze behoeften te vervullen.

يَا وَجِيهاً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihan `inda allahi

O degene met status bij Allah,

إِشْفَعْ لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa` lana `inda allahi

pleit voor ons bij Allah.

يَا أَبَا جَعْفَرٍ

ya aba ja`farin

O Abu-Ja`far!

يَا مُحَمَّدُ بْنَ عَلِيٍّ

ya muhammadu bna `aliyyin

O Muhammad de zoon van `Ali!

أَيُّهَا ٱلْبَاقِرُ

ayyuha albaqiru

O Verdeler [van kennis]!

يَا بْنَ رَسُولِ ٱللَّهِ

yabna rasuli allahi

O zoon van Allah's Boodschapper!

يَا حُجَّةَ ٱللَّهِ عَلَىٰ خَلْقِهِ

ya hujjata allahi `ala khalqihi

O Allah's Argument tegen Zijn schepselen!

يَا سَيِّدَنَا وَمَوْلاَنَا

ya sayyidana wa mawlana

O onze meester en leider!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَٱسْتَشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

Wij wenden ons tot jou en zoeken jouw voorspraak,

وَتَوَسَّلْنَا بِكَ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wa tawassalna bika ila allahi

en we zoeken jouw bemiddeling bij Allah;

وَقَدَّمْنَاكَ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qadamnaka bayna yaday hajatina

en we stellen jou als onze bemiddelaar voor om onze behoeften te vervullen.

يَا وَجِيهاً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihan `inda allahi

O degene met status bij Allah,

إِشْفَعْ لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa` lana `inda allahi

pleit voor ons bij Allah.

يَا أَبَا عَبْدِ ٱللَّهِ

ya aba `abdillahi

O Abu-`Abdullah!

يَا جَعْفَرُ بْنَ مُحَمَّدٍ

ya ja`faru bna muhammadin

O Ja`far de zoon van Muhammad!

أَيُّهَا ٱلصَّادِقُ

ayyuha alssadiqu

O Oprechte!

يَا بْنَ رَسُولِ ٱللَّهِ

yabna rasuli allahi

O zoon van Allah's Boodschapper!

يَا حُجَّةَ ٱللَّهِ عَلَىٰ خَلْقِهِ

ya hujjata allahi `ala khalqihi

O Allah's Argument tegen Zijn schepselen!

يَا سَيِّدَنَا وَمَوْلاَنَا

ya sayyidana wa mawlana

O onze meester en leider!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَٱسْتَشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

Wij wenden ons tot jou en zoeken jouw voorspraak,

وَتَوَسَّلْنَا بِكَ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wa tawassalna bika ila allahi

en we zoeken jouw bemiddeling bij Allah;

وَقَدَّمْنَاكَ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qadamnaka bayna yaday hajatina

en we stellen jou als onze bemiddelaar voor om onze behoeften te vervullen.

يَا وَجِيهاً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihan `inda allahi

O degene met status bij Allah,

إِشْفَعْ لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa` lana `inda allahi

pleit voor ons bij Allah.

يَا أَبَا ٱلْحَسَنِ

ya aba alhasani

O Abu’l-Hasan!

يَا مُوسَىٰ بْنَ جَعْفَرٍ

ya musa bna ja`farin

O Musa de zoon van Ja'far!

أَيُّهَا ٱلْكَاظِمُ

ayyuha alkazimu

O Onderdrukker [van woede]!

يَا بْنَ رَسُولِ ٱللَّهِ

yabna rasuli allahi

O zoon van Allah's Boodschapper!

يَا حُجَّةَ ٱللَّهِ عَلَىٰ خَلْقِهِ

ya hujjata allahi `ala khalqihi

O Allah's Argument tegen Zijn schepselen!

يَا سَيِّدَنَا وَمَوْلاَنَا

ya sayyidana wa mawlana

O onze meester en leider!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَٱسْتَشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

Wij wenden ons tot jou en zoeken jouw voorspraak,

وَتَوَسَّلْنَا بِكَ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wa tawassalna bika ila allahi

en we zoeken jouw bemiddeling bij Allah;

وَقَدَّمْنَاكَ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qaddamnaka bayna yaday hajatina

en we stellen jou als onze bemiddelaar voor om onze behoeften te vervullen.

يَا وَجِيهاً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihan `inda allahi

O degene met status bij Allah,

إِشْفَعْ لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa` lana `inda allahi

pleit voor ons bij Allah.

يَا أَبَا ٱلْحَسَنِ

ya aba alhasani

O Abu’l-Hasan!

يَا عَلِيُّ بْنَ مُوسَىٰ

ya `aliyyu bna musa

O `Ali de zoon van Musa!

أَيُّهَا ٱلرِّضَا

ayyuha alrrida

O, tevredene

يَا بْنَ رَسُولِ ٱللَّهِ

yabna rasuli allahi

O zoon van Allah's Boodschapper!

يَا حُجَّةَ ٱللَّهِ عَلَىٰ خَلْقِهِ

ya hujjata allahi `ala khalqihi

O Allah's Argument tegen Zijn schepselen!

يَا سَيِّدَنَا وَمَوْلاَنَا

ya sayyidana wa mawlana

O onze meester en leider!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَٱسْتَشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

Wij wenden ons tot jou en zoeken jouw voorspraak,

وَتَوَسَّلْنَا بِكَ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wa tawassalna bika ila allahi

en we zoeken jouw bemiddeling bij Allah;

وَقَدَّمْنَاكَ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qaddamnaka bayna yaday hajatina

en we stellen jou als onze bemiddelaar voor om onze behoeften te vervullen.

يَا وَجِيهاً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihan `inda allahi

O degene met status bij Allah,

إِشْفَعْ لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa` lana `inda allahi

pleit voor ons bij Allah.

يَا أَبَا جَعْفَرٍ

ya aba ja`farin

O Abu-Ja'far!

يَا مُحَمَّدُ بْنَ عَلِيٍّ

ya muhammadu bna `aliyyin

O Muhammad de zoon van Ali!

أَيُّهَا ٱلتَّقِيُّ ٱلْجَوَادُ

ayyuha alttaqiyyu aljawadu

O vrome en vrijgevige!

يَا بْنَ رَسُولِ ٱللَّهِ

yabna rasuli allahi

O zoon van Allah's Boodschapper!

يَا حُجَّةَ ٱللَّهِ عَلَىٰ خَلْقِهِ

ya hujjata allahi `ala khalqihi

O Allah's Argument tegen Zijn schepselen!

يَا سَيِّدَنَا وَمَوْلاَنَا

ya sayyidana wa mawlana

O onze meester en leider!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَٱسْتَشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

Wij wenden ons tot jou en zoeken jouw voorspraak,

وَتَوَسَّلْنَا بِكَ إِلَىٰ ٱللهِ

wa tawassalna bika ila allahi

en we zoeken jouw bemiddeling bij Allah;

وَقَدَّمْنَاكَ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qaddamnaka bayna yaday hajatina

en we stellen jou als onze bemiddelaar voor om onze behoeften te vervullen.

يَا وَجِيهاً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihan `inda allahi

O degene met status bij Allah,

إِشْفَعْ لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa` lana `inda allahi

pleit voor ons bij Allah.

يَا أَبَا ٱلْحَسَنِ

ya aba alhasani

O Abu’l-Hasan!

يَا عَلِيُّ بْنَ مُحَمَّدٍ

ya `aliyyu bna muhammadin

O `Ali de zoon van Muhammad!

أَيُّهَا ٱلْهَادِي ٱلنَّقِيُّ

ayyuha alhadi alnnaqiyyu

O leidsman en puur!

يَا بْنَ رَسُولِ ٱللَّهِ

yabna rasuli allahi

O zoon van Allah's Boodschapper!

يَا حُجَّةَ ٱللَّهِ عَلَىٰ خَلْقِهِ

ya hujjata allahi `ala khalqihi

O Allah's Argument tegen Zijn schepselen!

يَا سَيِّدَنَا وَمَوْلاَنَا

ya sayyidana wa mawlana

O onze meester en leider!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَٱسْتَشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

we richten ons tot jou en zoeken jouw voorspraak

وَتَوَسَّلْنَا بِكَ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wa tawassalna bika ila allahi

en jouw bemiddeling voor ons bij Allah;

وَقَدَّمْنَاكَ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qaddamnaka bayna yaday hajatina

en we presenteren jou als onze bemiddelaar voor het vervullen van onze behoeften.

يَا وَجِيهاً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihan `inda allahi

O goed geziene bij Allah,

إِشْفَعْ لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa` lana `inda allahi

pleit voor ons bij Allah.

يَا أَبَا مُحَمَّدٍ

ya aba muhammadin

O Abu-Muhammad!

يَا حَسَنُ بْنَ عَلِيٍّ

ya hasanu bna `aliyyin

O Hasan de zoon van `Ali!

أَيُّهَا ٱلزَّكِيُّ ٱلْعَسْكَرِيُّ

ayyuha alzzakiyyu al`askariyyu

O onberispelijke inwoner van `Askar (stad)!

يَا بْنَ رَسُولِ ٱللَّهِ

yabna rasuli allahi

O zoon van Allah's Boodschapper!

يَا حُجَّةَ ٱللَّهِ عَلَىٰ خَلْقِهِ

ya hujjata allahi `ala khalqihi

O Allah's Argument tegen Zijn schepselen!

يَا سَيِّدَنَا وَمَوْلاَنَا

ya sayyidana wa mawlana

O onze meester en leider!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَٱسْتشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

we richten ons tot jou en zoeken jouw voorspraak

وَتَوَسَّلْنَا بِكَ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wa tawassalna bika ila allahi

en jouw bemiddeling voor ons bij Allah;

وَقَدَّمْنَاكَ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qaddamnaka bayna yaday hajatina

en we presenteren jou als onze bemiddelaar voor het vervullen van onze behoeften.

يَا وَجِيهاً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihan `inda allahi

O goed geziene bij Allah,

إِشْفَعْ لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa` lana `inda allahi

pleit voor ons bij Allah.

يَا وَصِيَّ ٱلْحَسَنِ

ya wasiyya alhasani

O opvolger van al-Hasan!

وَٱلْخَلَفُ ٱلْحُجَّةُ

walkhalafu alhujjatu

O nakomeling [van de Onfeilbaren] en Argument [van Allah]!

أَيُّهَا ٱلْقَائِمُ ٱلْمُنْتَظَرُ ٱلْمَهْدِيُّ

ayyuha alqa'imu almuntazaru almahdiyyu

O Riser, Awaited, and Well-guided!

يَا بْنَ رَسُولِ ٱللَّهِ

yabna rasuli allahi

O zoon van Allah's Boodschapper!

يَا حُجَّةَ ٱللَّهِ عَلَىٰ خَلْقِهِ

ya hujjata allahi `ala khalqihi

O Allah's Argument tegen Zijn schepselen!

يَا سَيِّدَنَا وَمَوْلاَنَا

ya sayyidana wa mawlana

O onze meester en leider!

إِنَّا تَوَجَّهْنَا وَاستشْفَعْنَا

inna tawajjahana wastashfa`na

we richten ons tot jou en zoeken jouw voorspraak

وَتَوَسَّلْنَا بِكَ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wa tawassalna bika ila allahi

en jouw bemiddeling voor ons bij Allah;

وَقَدَّمْنَاكَ بَيْنَ يَدَيْ حَاجَاتِنَا

wa qaddamnaka bayna yaday hajatina

en we presenteren jou als onze bemiddelaar voor het vervullen van onze behoeften.

يَا وَجِيهاً عِنْدَ ٱللَّهِ

ya wajihan `inda allahi

O goed geziene bij Allah,

إِشْفَعْ لَنَا عِنْدَ ٱللَّهِ

ishfa` lana `inda allahi

pleit voor ons bij Allah.

يَا سَادَتِي وَمَوَالِيَّ

ya sadati wa mawaliyya

O my chiefs and masters!

إِنِّي تَوَجَّهْتُ بِكُمْ

inni tawajjahtu bikum

Ik richt mijn gezicht tot Allah in jullie namen,

أَئِمَّتِي وَعُدَّتِي

a'immati wa `uddati

want jullie zijn mijn leiders en supporters

لِيَوْمِ فَقْرِي وَحَاجَتِي

liyawmi faqri wa hajati

op de dag van mijn behoefte en nood

إِلَىٰ ٱللَّهِ

ila allahi

voor Allah.

وَتَوَسَّلْتُ بِكُمْ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wa tawassaltu bikum ila allahi

En ik zoek jullie voorspraak voor mij bij Allah

وَٱسْتَشْفَعْتُ بِكُمْ إِلَىٰ ٱللَّهِ

wastashfa`tu bikum ila allahi

en zoek jullie bemiddeling voor mij bij Allah;

فَٱشْفَعُوا لِي عِنْدَ ٱللَّهِ

fashfa`u li `inda allahi

pleit dus voor mij bij Allah,

وَٱسْتَنْقِذُونِي مِنْ ذُنُوبِي عِنْدَ ٱللَّهِ

wastanqidhuni min dhunubi `inda allahi

en red mij van mijn zonden bij Allah,

فَإِنَّكُمْ وَسيلَتِي إِلَىٰ ٱللَّهِ

fa'innakum wasilati ila allahi

want jullie zijn mijn middel tot Allah

وَبِحُبِّكُمْ وَبِقُرْبِكُمْ ارْجُو نَجَاةً مِنَ ٱللَّهِ

wa bihubbikum wa biqurbikum arju najatan mina allahi

en door mijn liefde voor jullie en mijn zoektocht naar nabijheid tot jullie hoop ik op redding van Allah.

فَكُونُوا عِنْدَ ٱللَّهِ رَجَائِي

fakunu `inda allahi raja'i

Wees dus mijn hoop bij Allah.

يَا سَادَتِي يَا أَوْلِيَاءَ ٱللَّهِ

ya sadati ya awliya'a allahi

O mijn meesters! O dienaren van Allah!

صَلَّىٰ ٱللَّهُ عَلَيْهِمْ اجْمَعينَ

salla allahu `alayhim ajma`ina

Moge Allah zegenen jullie allemaal

وَلَعَنَ ٱللَّهُ اعْدَاءَ ٱللَّهِ ظَالِمِيهِمْ

wa la`ana allahu a`da'a allahi zalimihim

en moge Allah de vijanden van Allah vervloeken; degenen die jullie onrecht hebben aangedaan,

مِنَ ٱلاوَّلِينَ وَٱلآخِرِينَ

mina al-awwalina wal-akhirina

van de vroegere en latere generaties.

آمِينَ رَبَّ ٱلْعَالَمينَ

amina rabba al`alamina

Verhoor ons, O Heer van de werelden!

Dua 'Arafah of Imam Husayn (v.z.m.h.)

Het smeekgebed van Imam al-Husayn (`a), de Meester der Martelaren, op de dag van `Arafat, is een van de beroemde gebeden. Bishr en Bashir, de zonen van Ghalib al-Asadi, vertelden dat ze eens samen met Imam al-Husayn (`a) waren op de nacht van `Arafat toen hij zijn tent verliet met overgave en eerbied. Hij liep langzaam verder, vergezeld door een groep van zijn familieleden, zonen en bedienden, stopte aan de linkerkant van de berg `Arafat en wendde zijn gezicht naar de Heilige Ka`bah. Vervolgens hief hij zijn handen (voor smeekbede) tot het niveau van zijn gezicht, net als een arme man die om voedsel smeekt, en zei:

اَلْحَمْدُ لِلَّهِ ٱلَّذِي لَيْسَ لِقَضَائِهِ دَافِعٌ

alhamdu lillahi alladhi laysa liqada'ihi dafi`un

Alle lof zij aan Allah, Wiens besluit niet kan worden afgewend,

وَلاَ لِعَطَائِهِ مَانِعٌ

wa la li`ata'ihi mani`un

en Wiens schenkingen niet kunnen worden gestopt,

وَلاَ كَصُنْعِهِ صُنْعُ صَانِعٍ

wa la kasun`ihi sun`u sani`in

en Wiens schepping niet kan worden vergeleken met die van wie dan ook.

وَهُوَ ٱلْجَوَادُ ٱلْوَاسِعُ

wa huwa aljawadu alwasi`u

Hij is de Alvergevensgezinde, de Alomvattende.

فَطَرَ أَجْنَاسَ ٱلْبَدَائِعِ

fatara ajnasa albada'i`i

Hij schiep de soorten van prachtig gemaakte dingen

وَأَتْقَنَ بِحِكْمَتِهِ ٱلصَّنَائِعَ

wa atqana bihikmatihi alssana'i`a

en perfectioneerde de gemaakte dingen door Zijn wijsheid.

لا تَخْفَىٰ عَلَيْهِ ٱلطَّلاَئِعُ

la takhfa `alayhi alttala'i`u

Alle groeiende dingen kunnen niet voor Hem worden verborgen

وَلاَ تَضِيعُ عِنْدَهُ ٱلْوَدَائِعُ

wa la tadi`u `indahu alwada'i`u

en alle dingen die bij Hem worden toevertrouwd, gaan niet verloren.

جَازِي كُلِّ صَانِعٍ

jazi kulli sani`in

Hij is de Beloner van elk werk,

وَرَايِشُ كُلِّ قَانِعٍ

wa rayishu kulli qani`in

de Verrijker van elke tevredene,

وَرَاحِمُ كُلِّ ضَارِعٍ

wa rahimu kulli dari`in

de Genadevolle voor elke bedroefde,

وَمُنْزِلُ ٱلْمَنَافِعِ

wa munzilu almanafi`i

en de Schenker van gunsten

وَٱلْكِتَابِ ٱلْجَامِعِ بِٱلنُّورِ ٱلسَّاطِعِ

walkitabi aljami`i bilnnuri alssati`i

en het allesomvattende Boek met het stralende licht.

وَهُوَ لِلدَّعَوَاتِ سَامِعٌ

wa huwa lildda`awati sami`un

Hij is ook de Hoorder van smeekbeden,

وَلِلْكُرُبَاتِ دَافِعٌ

wa lilkurubati dafi`un

de Afwendende van moeilijkheden,

وَلِلدَّرَجَاتِ رَافِعٌ

wa lilddarajati rafi`un

de Verheffer van rangen,

وَلِلْجَبَابِرَةِ قَامِعٌ

wa liljababirati qami`un

en de Onderdrukker van onderdrukkers.

فَلاَ إِلٰهَ غَيْرُهُ

fala ilaha ghayruhu

Er is geen god dan Hij

وَلاَ شَيْءَ يَعْدِلُهُ

wa la shay'a ya`diluhu

en niets is gelijkwaardig aan Hem

وَلَيْسَ كَمِثْلِهِ شَيْءٌ

wa laysa kamithlihi shay'un

en er is niets dat op Hem lijkt,

وَهُوَ ٱلسَّمِيعُ ٱلْبَصِيرُ

wa huwa alssami`u albasiru

en Hij is de Alhorende, de Alziende,

ٱللَّطِيفُ ٱلْخَبِيرُ

allatifu alkhabiru

de Subtiele, de Alwetende,

وَهُوَ عَلَىٰ كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ

wa huwa `ala kulli shay'in qadirun

en Hij heeft macht over alle dingen.

اَللَّهُمَّ إِنِّي أَرْغَبُ إِلَيْكَ

allahumma inni arghabu ilayka

O Allah, ik verlang oprecht naar U,

وَأَشْهَدُ بِٱلرُّبُوبِيَّةِ لَكَ

wa ashhadu bilrrububiyyati laka

en ik getuig van Uw Heerschappij,

مُقِرّاً بِأَنَّكَ رَبِّي

muqirran bi'annaka rabbi

bevestigend dat U waarlijk mijn Heer bent,

وَأَنَّ إِلَيْكَ مَرَدِّي

wa anna ilayka maraddi

en dat ik uiteindelijk naar U zal terugkeren.

اِبْتَدَأْتَنِي بِنِعْمَتِكَ

ibtada'tani bini`matika

U hebt mij begunstigd met Uw gunst,

قَبْلَ أَنْ أَكُونَ شَيْئاً مَذْكُوراً

qabla an akuna shay'an madhkuran

voordat ik ook maar iets vermeldenswaardig was,

وَخَلَقْتَنِي مِنَ ٱلتُّرَابِ

wa khalaqtani min altturabi

en U heeft mij geschapen uit stof.

ثُمَّ أَسْكَنْتَنِي ٱلأَصْلاَبَ

thumma askantani al-aslaba

Vervolgens hebt U mij in de lendenen geplaatst,

آمِناً لِرَيْبِ ٱلْمَنُونِ

aminan liraybi almanuni

veilig voor de wisselingen van de tijd,

وَٱخْتِلافِ ٱلدُّهُورِ وَٱلسِّنِينَ

wakhtilafi aldduhuri walssinina

en de verandering van tijden en jaren.

فَلَمْ أَزَلْ ظَاعِناً مِنْ صُلْبٍ إِلَىٰ رَحِمٍ

falam azal za`inan min sulbin ila rahimin

Ik bewoog me van lendenen naar een baarmoeder

فِي تَقَادُمٍ مِنَ ٱلأَيَّامِ ٱلْمَاضِيَةِ

fi taqadumin min al-ayyami almadiyati

gedurende de loop van de afgelopen dagen

وَٱلْقُرُونِ ٱلْخَالِيَةِ

walquruni alkhaliyati

en de voorbije tijdperken;

لَمْ تُخْرِجْنِي لِرَأْفَتِكَ بِي

lam tukhrijni lira'fatika bi

U heeft mij niet laten voortkomen (naar deze wereld) op grond van Uw mededogen met mij,

وَلُطْفِكَ لِي

wa lutfika li

Uw vriendelijkheid jegens mij,

وَإِحْسَانِكَ إِلَيَّ

wa ihsanika ilayya

en Uw genegenheid voor mij—

فِي دَوْلَةِ أَئِمَّةِ ٱلْكُفْرِ

fi dawlati a'immati alkufri

in de regering van de leiders van ongeloof,

ٱلَّذِينَ نَقَضُوٱ عَهْدَكَ

alladhina naqadu `ahdaka

die hun verbond met U hebben geschonden

وَكَذَّبُوٱ رُسُلَكَ

wa kadhdhabu rusulaka

en Uw boodschappers hebben verworpen.

لٰكِنَّكَ أَخْرَجْتَنِي لِلَّذِي سَبَقَ لِي مِنَ ٱلْهُدَىٰ

lakinnaka akhrajtani lilladhi sabaqa li min alhuda

Echter, U heeft mij voortgebracht vanwege de leiding die U reeds over mij kende

ٱلَّذِي لَهُ يَسَّرْتَنِي

alladhi lahu yassartani

en waarvan U mij het pad gemakkelijk hebt gemaakt

وَفِيهِ أَنْشَأْتَنِي

wa fihi ansha'tani

en waarin U mij hebt laten opgroeien.

وَمِنْ قَبْلِ ذٰلِكَ رَؤُوفْتَ بِي

wa min qabli dhalika ra'ufta bi

En daarvoor hebt U al mededogen met mij gehad,

بِجَمِيلِ صُنْعِكَ

bijamili sun`ika

door Uw mooie schepping

وَسَوَابِغِ نِعَمِكَ

wa sawabighi ni`amika

en Uw overvloedige gaven.

فَٱبْتَدَعْتَ خَلْقِي مِنْ مَنِيٍّ يُمْنَىٰ

fabtada`ta khalqi min maniyyin yumna

Dus U hebt mijn schepping uit vocht begonnen

وَأَسْكَنْتَنِي فِي ظُلُمَاتٍ ثَلاَثٍ

wa askantani fi zulumatin thalathin

en U hebt mij geplaatst in drie lagen van duisternis

بَيْنَ لَحْمٍ وَدَمٍ وَجِلْدٍ

bayna lahmin wa damin wa jildin

tussen vlees, bloed en huid.

لَمْ تُشْهِدْنِي خَلْقِي

lam tushhidni khalqi

U heeft mij niet laten getuigen van mijn eigen schepping,

وَلَمْ تَجْعَلْ إِلَيَّ شَيْئاً مِنْ أَمْرِي

wa lam taj`al ilayya shay'an min amri

en U heeft mij geen controle gegeven over mijn eigen lot.

ثُمَّ أَخْرَجْتَنِي لِلَّذِي سَبَقَ لِي مِنَ ٱلْهُدَىٰ

thumma akhrajtani lilladhi sabaqa li min al huda

Vervolgens hebt U mij tevoorschijn gebracht met de leiding die U reeds voor mij had voorbestemd

إِلَىٰ ٱلدُّنْيَا تَامّاً سَوِيّاً

ila alddunya tamman sawiyyan

naar deze wereld, volmaakt en in goede gezondheid.

وَحَفِظْتَنِي فِي ٱلْمَهْدِ طِفْلاً صَبِيّاً

wa hafiztani fi almahdi tiflan sabiyyan

U hebt mij bewaakt in de wieg als een jong kind.

وَرَزَقْتَنِي مِنَ ٱلْغِذَاءِ لَبَناً مَرِيّاً

wa razaqtani min alghidha'i labanan mariyyan

U heeft mij voorzien van gezonde melk als voedsel.

وَعَطَفْتَ عَلَيَّ قُلُوبَ ٱلْحَوَاضِنِ

wa `atafta `alayya quluba alhawadini

U heeft de harten van de verzorgsters vriendelijk gestemd jegens mij.

وَكَفَّلْتَنِي ٱلأُمَّهَاتِ ٱلرَّوَاحِمَ

wa kaffaltani al-ummahati alrrawahima

U heeft mij onder de hoede gegeven van liefhebbende moeders.

وَكَلَأْتَنِي مِنْ طَوَارِقِ ٱلْجَانِّ

wa kala'tani min tawariqi aljanni

U heeft mij bewaard voor de invloeden van de geesten.

وَسَلَّمْتَنِي مِنَ ٱلزِّيَادَةِ وَٱلنُّقْصَانِ

wa sallamtani min alzziyadati walnnuqsani

U heeft mij beschermd tegen overvloed en tekort.

فَتَعَالَيْتَ يَا رَحِيمُ يَا رَحْمٰنُ

fata`alayta ya rahimu ya rahmanu

Daarom zijt Gij, o Barmhartige, o Genadevolle, verheven.

حَتَّىٰ إِذَا ٱسْتَهْلَلْتُ نَاطِقاً بِٱلْكَلاَمِ

hatta idha istahlaltu natiqan bilkalami

Toen ik begon te spreken met woorden,

أَتْمَمْتَ عَلَيَّ سَوَابِغَ ٱلإِنْعَامِ

atmamta `alayya sawabigha al-in`ami

hebt Gij mij overvloedig gezegend met de gaven van het bestaan,

وَرَبَّيْتَنِي زَائِداً فِي كُلِّ عَامٍ

wa rabbaytani za'idan fi kulli `amin

en Gij hebt mij in elk jaar doen groeien.

حَتَّىٰ إِذَا ٱكْتَمَلَتْ فِطْرَتِي

hatta idha iktamalat fitrati

Toen mijn natuur volgroeid was,

وَٱعْتَدَلَتْ مِرَّتِي

wa`tadalat mirrati

en mijn innerlijk evenwichtig werd,

أَوْجَبْتَ عَلَيَّ حُجَّتَكَ

awjabta `alayya hujjataka

hebt Gij mij uw aanspraak op mij opgelegd,

بِأَنْ أَلْهَمْتَنِي مَعْرِفَتَكَ

bi'an alhamtani ma`rifataka

door mij Uw kennis te schenken,

وَرَوَّعْتَنِي بِعَجَائِبِ حِكْمَتِكَ

wa rawwa`tani bi`aja'ibi hikmatika

en mij te verbazen met de wonderen van Uw wijsheid,

وَأَيْقَظْتَنِي لِمَا ذَرَأْتَ فِي سَمَائِكَ وَأَرْضِكَ

wa ayqaztani lima dhara'ta fi sama'ika wa ardika

en mij bewust te maken van alles wat Gij hebt geschapen in Uw hemelen en op Uw aarde,

مِنْ بَدَائِعِ خَلْقِكَ

min bada'i`i khalqika

van de onvergelijkbare schepping van U.

وَنَبَّهْتَنِي لِشُكْرِكَ وَذِكْرِكَ

wa nabbahtani lishukrika wa dhikrika

En Gij hebt mij geïnspireerd om U te danken en U te gedenken.

وَأَوْجَبْتَ عَلَيَّ طَاعَتَكَ وَعِبَادَتَكَ

wa awjabta `alayya ta`ataka wa `ibadataka

En Gij hebt mij verplicht U te gehoorzamen en U te aanbidden.

وَفَهَّمْتَنِي مَا جَاءَتْ بِهِ رُسُلُكَ

wa fahhamtani ma ja'at bihi rusuluka

En Gij hebt mij begrip geschonken over wat Uw boodschappers hebben gebracht.

وَيَسَّرْتَ لِي تَقَبُّلَ مَرْضَاتِكَ

wa yassarta li taqabbula mardatika

En Gij hebt het voor mij vergemakkelijkt om Uw welbehagen te aanvaarden.

وَمَنَنْتَ عَلَيَّ فِي جَمِيعِ ذٰلِكَ

wa mananta `alayya fi jami`i dhalika

En Gij hebt mij begunstigd met al deze gunsten,

بِعَوْنِكَ وَلُطْفِكَ

bi`awnika wa lutfika

door Uw hulp en genade.

ثُمَّ إِذْ خَلَقْتَنِي مِنْ خَيْرِ ٱلثَّرَىٰ

thumma idh khalaqtani min khayri alththara

En toen U mij schiep uit het beste van klei,

لَمْ تَرْضَ لِي يَا إِلٰهِي نِعْمَةً دُونَ أُخْرَىٰ

lam tarda li ya ilahi ni`matan duna ukhra

heeft U, o mijn God, mij geen enkele gunst onthouden.

وَرَزَقْتَنِي مِنْ أَنْوَاعِ ٱلْمَعَاشِ

wa razaqtani min anwa`i alma`ashi

U heeft mij voorzien van allerlei middelen van bestaan

وَصُنُوفِ ٱلرِّيَاشِ

wa sunufi alrriyashi

en diverse vormen van rijkdom,

بِمَنِّكَ ٱلْعَظِيمِ ٱلأَعْظَمِ عَلَيَّ

bimannaka al`azimi al-a`zami `alayya

door Uw grootste en meest verheven gunst aan mij,

وَإِحْسَانِكَ ٱلْقَدِيمِ إِلَيَّ

wa ihsanika alqadimi ilayya

en Uw eeuwige goedheid jegens mij.

حَتَّىٰ إِذَا أَتْمَمْتَ عَلَيَّ جَمِيعَ ٱلنِّعَمِ

hatta idha atmamta `alayya jami`a alnni`ami

Totdat U voor mij alle genaden heeft voltooid.

وَصَرَفْتَ عَنِّي كُلَّ ٱلنِّقَمِ

wa sarafta `anni kulla alnniqami

En alle tegenslagen van mij hebt afgewend,

لَمْ يَمْنَعْكَ جَهْلِي وَجُرْأَتِي عَلَيْكَ

lam yamna`ka jahli wa jur'ati `alayka

Heeft mijn onwetendheid over U en mijn uitdaging U niet weerhouden

أَنْ دَلَلْتَنِي إِلَىٰ مَا يُقَرِّبُنِي إِلَيْكَ

an dalaltani ila ma yuqarribuni ilayka

Mij te wijzen naar datgene wat mij dichter bij U brengt,

وَوَفَّقْتَنِي لِمَا يُزْلِفُنِي لَدَيْكَ

wa waffaqtani lima yuzlifuni ladayka

En mij heeft geleid naar datgene wat mij dichter bij U brengt.

فَإِنْ دَعَوْتُكَ أَجَبْتَنِي

fa'in da`awtuka ajabtani

Dus als ik U aanroep, zult U mij antwoorden;

وَإِنْ سَأَلْتُكَ أَعْطَيْتَنِي

wa in sa'altuka a`taytani

En als ik U smeek, zult U mij geven;

وَإِنْ أَطَعْتُكَ شَكَرْتَنِي

wa in ata`tuka shakartani

En als ik U gehoorzaam, zult U mij danken;

وَإِنْ شَكَرْتُكَ زِدْتَنِي

wa in shakartuka zidtani

En als ik U dank, zult U mij meer geven.

كُلُّ ذٰلِكَ إِكْمَالاً لأَنْعُمِكَ عَلَيَّ

kullu dhalika ikmalan li'an`umika `alayya

Dit alles is de voltooiing van Uw gunsten voor mij,

وَإِحْسَانِكَ إِلَيَّ

wa ihsanika ilayya

En Uw goedheid jegens mij.

فَسُبْحَانَكَ سُبْحَانَكَ

fasubhanaka subhanaka

Glorie zij U, glorie zij U,

مِنْ مُبْدِيً مُعِيدٍ

min mubdiyin mu`idin

U bent waarlijk de Schepper en de Hersteller (van de schepping)

حَمِيدٍ مَجِيدٍ

hamidin majidin

Lof zij U, geprezen zij U.

وَتَقَدَّسَتْ أَسْمَاؤُكَ

wa taqaddasat asma'uka

Geheiligd zij Uw Namen

وَعَظُمَتْ آلاؤُكَ

wa `azumat ala'uka

Uw gunsten zijn zo onmetelijk.

فَأَيَّ نِعَمِكَ يَا إِلٰهِي أُحْصِي عَدَداً وَذِكْراً؟

fa'ayya ni`amika ya ilahi uhsi `adadan wa dhikran

Welke van Uw gunsten, o mijn God, kan ik tellen in aantallen en voorbeelden?

أَمْ أَيَّ عَطَايَاكَ أَقُومُ بِهَا شُكْراً

am ayya `atayaka aqumu biha shukran

Of welke van Uw gaven kan ik juist bedanken?

وَهِيَ يَا رَبِّ أَكْثَرُ مِنْ أَنْ يُحْصِيهَا ٱلْعَادُّونَ

wa hiya ya rabbi aktharu min an yuhsiha al`adduna

Ze zijn, o mijn Heer, te talrijk om geteld te worden door tellers

أَوْ يَبْلُغَ عِلْماً بِهَا ٱلْحَافِظُونَ

aw yablugha `ilman biha alhafizuna

Of om begrepen te worden door memoriseerders.

ثُمَّ مَا صَرَفْتَ وَدَرَأْتَ عَنِّي

thumma ma sarafta wa darata `anni

Bovendien, wat U voor mij heeft afgewend en afgeweerd,

اللَّهُمَّ مِنَ ٱلضُّرِّ وَٱلضَّرَّاءِ

allahumma min alddurri walddarra'i

O Allah, bescherm mij tegen schade en onheil

أَكْثَرُ مِمَّا ظَهَرَ لِي مِنَ ٱلْعَافِيَةِ وَٱلسَّرَّاءِ

aktharu mimma zahara li min al`afiyati walssarra'i

Meer dan wat ik heb ervaren van welzijn en blijdschap.

وَأَنَا أَشْهَدُ يَا إِلٰهِي بِحَقِيقَةِ إِيـمَانِي

wa ana ashhad u ya ilahi bihaqiqati imani

En ik getuig, o mijn God, van de waarheid van mijn geloof,

وَعَقْدِ عَزَمَاتِ يَقِينِي

wa `aqdi `azamati yaqini

En de vastberadenheid van mijn overtuiging,

وَخَالِصِ صَرِيحِ تَوْحِيدِي

wa khalisi sarihi tawhidi

En de oprechte en open belijdenis van mijn geloof in Uw Eenheid,

وَبَاطِنِ مَكْنُونِ ضَمِيرِي

wa batini maknuni damiri

En het innerlijke geheim van mijn geweten,

وَعَلاَئِقِ مَجَارِي نُورِ بَصَرِي

wa `ala'iqi majari nuri basari

En de verbindingen van de kanalen van het licht van mijn zicht,

وَأَسَارِيرِ صَفْحَةِ جَبِينِي

wa asariri safhati jabini

En de geheimen van het blad van mijn voorhoofd,

وَخُرْقِ مَسَارِبِ نَفْسِي

wa khurqi masaribi nafsi

En de openingen van de gangen van mijn ziel,

وَخَذَارِيفِ مَارِنِ عِرْنِينِي

wa khadharifi marini `irnini

En de holtes van de kamers van mijn schedel,

وَمَسَارِبِ صِمَاخِ سَمْعِي

wa masaribi simakhi sam`i

En de loopbanen van de meatus van mijn gehoor,

وَمَا ضَمَّتْ وَأَطْبَقَتْ عَلَيْهِ شَفَتَايَ

wa ma dammat wa atbaqat `alayhi shafataya

En wat mijn twee lippen verbergen en bedekken,

وَحَرَكَاتِ لَفْظِ لِسَانِي

wa harakati lafzi lisani

En de bewegingen van het vocaliseren van mijn tong,

وَمَغْرَزِ حَنَكِ فَمِي وَفَكِّي

wa maghrazi hanaki fami wa fakki

En de inplanting van mijn verhemelte, mond en kaak,

وَمَنَابِتِ أَضْرَاسِي

wa manabiti adrasi

En de groei van mijn tanden,

وَمَسَاغِ مَطْعَمِي وَمَشْرَبِي

wa masaghi mat`ami wa mashrabi

En het proeven van mijn voedsel en drinken,

وَحِمَائِلِ أُمِّ رَأْسِي

wa himalati ummi ra'si

En de kracht van mijn hoofd,

وَبُلُوعِ فَارِغِ حَبَائِلِ عُنُقِي

wa bulu`i farighi haba'ili `unuqi

En de uitlopers van de draden van mijn nek,

وَمَا ٱشْتَمَلَ عَلَيْهِ تَامُورُ صَدْرِي

wa ma ishtamala `alayhi tamuru sadri

En wat de kraag van mijn borst bedekt,

وَحَمَائِلِ حَبْلِ وَتِينِي

wa hama'ili habli watini

En de kabels van mijn aorta,

وَنِيَاطِ حِجَابِ قَلْبِي

wa niyati hijabi qalbi

En de touwen van het omhulsel van mijn hart,

وَأَفْلاذِ حَوَاشِي كَبِدِي

wa afladhi hawashi kabidi

En de verbindingen van de uiteinden van mijn lever,

وَمَا حَوَتْهُ شَرَاسِيفُ أَضْلاَعِي

wa ma hawat-hu sharasifu adla`i

En wat de zwaarden van mijn ribben bevatten,

وَحِقَاقِ مَفَاصِلِي

wa hiqaqi mafasili

En de waarheid van mijn gewrichten,

وَقَبْضِ عَوَامِلِي

wa qabdi `awamili

En het samentrekken van mijn spieren,

وَأَطْرَافِ أَنَامِلِي

wa atrafi anamili

En de uiteinden van mijn vingers,

وَلَحْمِي وَدَمِي

wa lahmi wa dami

En mijn vlees en bloed,

وَشَعْرِي وَبَشَرِي

wa sha`ri wa bashari

En mijn haar en huid,

وَعَصَبِي وَقَصَبِي

wa `asabi wa qasabi

En mijn zenuwen en pezen,

وَعِظَامِي وَمُخِّي وَعُرُوقِي

wa `izami wa mukhkhi wa `uruqi

En mijn botten, mijn brein en mijn aderen,

وَجَمِيعِ جَوَارِحِي

wa jami`i jawarihi

En al mijn ledematen,

وَمَا ٱنْتَسَجَ عَلَىٰ ذٰلِكَ أَيَّامَ رِضَاعِي

wa ma intasaja `ala dhalika ayyama rida`i

En alles wat zich heeft ontwikkeld tijdens de dagen van mijn zoogperiode,

وَمَا أَقَلَّتِ ٱلأَرْضُ مِنِّي

wa ma aqallat al-ardu minni

En alles wat de aarde van mij bevat,

وَنَوْمِي وَيَقْظَتِي وَسُكُونِي

wa nawmi wa yaqzati wa sukuni

En mijn slaap, mijn waakzaamheid en mijn rust,

وَحَرَكَاتِ رُكُوعِي وَسُجُودِي

wa harakati ruku`i wa sujudi

En de bewegingen van mijn buiging en neerbuiging;

أَنْ لَوْ حَاوَلْتُ وَٱجْتَهَدْتُ مَدَىٰ ٱلأَعْصَارِ

an law hawaltu wa ijtahadtu mada al-a`sari

(Ik zweer) dat als ik mijn best doe en me inspan gedurende alle tijden,

وَٱلأَحْقَابِ لَوْ عُمِّرْتُهَا

wal-ahqabi law `ummirtuha

en alle tijden, als ik ze leef,

أَنْ أُؤَدِّيَ شُكْرَ وَاحِدَةٍ مِنْ أَنْعُمِكَ

an u'addiya shukra wahidatin min an`umika

om slechts één van Uw gunsten op passende wijze te bedanken,

مَا ٱسْتَطَعْتُ ذٰلِكَ

ma istata`tu dhalika

ik zal daar niet toe in staat zijn,

إِلاَّ بِمَنِّكَ ٱلْمُوجَبِ عَلَيَّ بِهِ شُكْرُكَ

illa bimannika almujabi `alayya bihi shukruka

behalve door een gunst van U, die mij ook vereist om U ervoor te bedanken,

أَبَداً جَدِيداً

abadan jadidan

opnieuw met nieuw danken

وَثَنَاءً طَارِفاً عَتِيداً

wa thana'an tarifan `atidan

en met lof die nieuw verkregen en nieuw voorbereid is.

أَجَلْ وَلَوْ حَرَصْتُ

ajal wa law harastu

Zeker, en als ik mijn best doe,

أَنَا وَٱلْعَادُّونَ مِنْ أَنَامِكَ

ana wal-`adduna min anamika

evenals de tellers van Uw schepsels,

أَنْ نُحْصِيَ مَدَىٰ إِنْعَامِكَ

an nuhsiya mada in`amika

om de omvang van Uw gunsten te tellen,

سَالِفِهِ وَآنِفِهِ

salifihi wa anifihi

zowel het verleden als het heden,

مَا حَصَرْنَاهُ عَدَداً

ma hasarnahu `adadan

zullen we nooit in staat zijn om het in aantal te berekenen,

وَلاَ أَحْصَيْنَاهُ أَمَداً

wa la ahsaynahu amadan

of het in tijd te tellen.

هَيْهَاتَ أَنَّىٰ ذٰلِكَ

hayhata anna dhalika

Dit is onmogelijk! Hoe kan dat!

وَأَنْتَ ٱلْمُخْبِرُ فِي كِتَابِكَ ٱلنَّاطِقِ

wa anta almukhbiru fi kitabika alnnatiqi

Terwijl het U bent die in Uw rationele Boek heeft verkondigd

وَٱلنَّبَأِ ٱلصَّادِقِ

walnnaba'i alssadiqi

en het ware nieuws:

وَإِنْ تَعُدُّوٱ نِعْمَةَ اللّهِ لاَ تُحْصُوهَا

wa'in ta`uddu ni`mata allahi la tuhsuha

En als je de gunsten van Allah zou tellen, zou je ze niet kunnen tellen.

صَدَقَ كِتَابُكَ ٱللَّهُمَّ وَإِنْبَاؤُكَ

sadaqa kitabuka allahumma wa inba'uka

Uw Boek, O Allah, is waarachtig, en Uw verkondiging ook.

وَبَلَّغَتْ أَنْبِيَاؤُكَ وَرُسُلُكَ

wa ballaghat anbiya'uka wa rusuluka

Uw Profeten en Boodschappers hebben overgebracht